
'Mijn leidinggevende was zelf de onruststoker en roddelde constant over andere collega's.'
6 lezers verklappen waarom het niet klikt met hun leidinggevende op het werk
Soms klikt het écht niet met je baas. Dat kan liggen aan jullie werkstijl, jullie normen en waarden of jullie persoonlijkheid. 6 lezeressen klappen uit de biecht en vertellen waarom het écht niet boterde met hun leidinggevende.
Karma
E.: ‘Als vliegende managementassistant werk ik voor meerdere managers. Dat ging goed, tot er een nieuwe marketingmanager kwam die mij als haar persoonlijke slaafje inzette. “Haal eens koffie” of “Ik wil graag een broodje met gegrilde kip, jij regelt dat”. Dat was mijn taak niet, maar het was vooral de manier waarop ze tegen me sprak waar ik echt een probleem mee had. Gelukkig is karma een bitch. Ik werk er nog steeds, zij al lang niet meer.’
Ruziestoker
A.: ‘Ik werk als salesadvisor bij een winkelketen. Een tijdje geleden vroeg ik een overplaatsing aan naar een andere vestiging, omdat ik een heel negatieve ervaring had met mijn toenmalige shopmanager (die intussen ontslagen werd). Als shopmanager was het haar taak om ervoor te zorgen dat we met het hele team de targets haalden, maar ook dat de sfeer op de werkvloer goed zat. Moeilijk als je zelf de aanstoker van de meeste ruzies bent en je als manager voortdurend roddelt over je medewerkers. Ook tussen mij en een andere collega zorgde het gedrag van de manager voor een onherstelbare breuk. Mijn collega en ik komen uit een land waar twee volkeren in onvrede leven. Ik groeide op aan de ene kant, zij aan de andere. Daar sprak ik over met de manager, met de uitdrukkelijke vraag om het niet onder de aandacht te brengen van mijn collega. Dat deed ze wel, met opzet. Dat zorgde voor spanning tussen mijn collega en mij. Ze wilde niet meer met mij praten of samenwerken. Dat leidde er – in combinatie met andere problemen met die manager – toe dat ik besloot niet meer in die vestiging te kunnen werken.’
Micromanager
L.: ‘Ik weet dat mijn manager goede bedoelingen heeft en zijn best doet om zijn job goed te beoefenen, maar zijn managementstijl ligt mij niet. Voor mij doet hij te veel aan micromanagement en toont hij niet voldoende dat hij vertrouwen heeft in zijn teamleden. Het kost me ook altijd veel moeite en energie om hem ervan te overtuigen dat een ander idee dan het zijne nog beter kan zijn. Het voelt alsof hij altijd z’n gelijk wil halen. Toch ben ik best tevreden op het werk, omdat de inhoud van een deel van mijn job me veel voldoening geeft. Toen bleek dat er meer budget zou vrijkomen voor dat aspect van mijn werk, stelde ik me kandidaat om dat voltijds te gaan doen. Mijn manager weigerde helaas, omdat hij me liever wil blijven inzetten op bepaalde andere aspecten van de job zoals ze nu is. Ik zie het als een compliment, want hij blijkt dus toch tevreden met wat ik nu bijdraag. Maar het frustreert me enorm en het begint me allemaal iets te veel tegen te steken. Ik voel me beknot, klein gehouden.
Vriendjespolitiek
E.: ‘Op een van mijn eerste jobs had ik een manager die even jong was als ik en een paar andere collega’s. Na de werkuren ging ze vaak uit met mensen van het team, waardoor we op de werkvloer minder professioneel met elkaar omgingen. Hoewel ik het goed met haar kon vinden en kon profiteren van die cultuur van vriendjespolitiek, besefte ik dat vooral de oudere collega’s vaak aan het kortste eind trokken en dat dat geen eerlijke of professionele manier van werken was.’
Geen begrip
S.: ‘Ik nam ooit ontslag omdat de manager voor wie ik werkte me een slecht gevoel gaf. Ik heb een chronische ziekte, waardoor ik deeltijds werkte. Bepaalde taken vielen me zwaar en soms moest ik ziekteverlof aanvragen als het echt te moeilijk werd. Mijn vorige managers hadden daar begrip voor en hielden er rekening mee, zowel bij het opstellen van het uurrooster als in de taakverdeling op de werkvloer. Dat gold niet voor die laatste manager. Ik kreeg paniekaanvallen als ik me ziek moest melden bij haar, omdat ze me tijdens die gesprekken heel ongemakkelijk liet voelen. “Oei, alweer?” of “Goh, dat is wel heel vervelend voor je collega’s.” Voor haar werken tastte mijn zelfvertrouwen en mijn gezondheid aan. Later kreeg ik spijt dat ik niet hogerop was gegaan met die gevoelens, want eigenlijk deed ik mijn job heel graag.
Doofpot
S.: ‘Ik ben zelfstandige in hoofdberoep, maar combineerde mijn creatieve activiteit tot voor kort met een functie die goed verdiende om de kosten van mijn hypotheek te betalen en meer ruimte te hebben om mijn creativiteit te laten flowen. Het was een job in shiften in verschillende teams. Elk team werd aangevoerd door een ploegbaas. Ik kon de ene week met één leidinggevende samenwerken en de andere week met een andere. Met een van de ploegbazen klikte het helemaal niet. Die man was hyperarrogant en zo denigrerend tegen zijn werknemers dat ik naar de hr-afdeling stapte om te vragen of ik van team mocht wisselen. Het antwoord was nee, waarop ik besloot naar huis te gaan. Een dag later was ik mijn baan kwijt… Nochtans dienden al meerdere collega’s een klacht tegen hem in vanwege zijn onaangename gedrag, maar de kritiek valt blijkbaar in dovemansoren.’
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier