Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Catherine Kosters

'Daarom schaam ik me niet voor mijn gesnurk. Niet toen ik 11 jaar was en op boerderijklassen bruut gewekt werd na mijn zoveelste slaapconcerto, en niet nu.'

COLUMN: ‘Ik begrijp niet waarom het ene geslacht beleefder zou moeten zijn dan het andere’

Catherine Kosters

Catherine houdt van haar lief, hotelbedden en ketchup. Tot de dag dat zelfspot een olympische discipline wordt, deelt ze hier elke week haar avonturen.


‘Goed geslapen?’ ‘Héérlijk! Jij?’ ‘Bwa, Catherine heeft mij de hele nacht wakker gehouden.’ De conversatie speelt zich af in een hotel waar Flairs modeteam verblijft voor een fotoshoot. In kamer 1 lagen de styliste, de visagiste en het model de voorbije nacht te dromen als engeltjes. In kamer 2 snurkten de fotograaf en ik elkaar om beurten wakker als twee beren in een winterslaap. Niet erg ladylike, zou mijn mama zeggen.

Laat dat nu net een adjectief zijn waarmee ik het moeilijk heb. ‘Ladylike’ roept beelden op van dames die immer met twee woorden spreken, kuis hun benen kruisen en hapjes nemen die zo klein zijn dat ze te allen tijde gevat doch bedeesd kunnen reageren wanneer hen iets wordt gevraagd. De vrouw die ik net beschreef, is voor mij een vreemde. Niet dat ik slecht opgevoed ben, maar ik begrijp hoegenaamd niet waarom het ene geslacht meer moeite zou doen om belachelijke beleefdheidsregels in acht te nemen dan het andere.

Ik vind dat vrouwen even frank uit de hoek mogen komen als mannen. Om dat punt kracht bij te zetten, spreken mijn vriendinnen en ik elkaar doorgaans bij de achternaam aan.


Daarom schaam ik me niet voor mijn gesnurk. Niet toen ik 11 jaar was en op boerderijklassen bruut gewekt werd na mijn zoveelste slaapconcerto, en niet nu. ‘Dan had je mij maar omver moeten porren’, luidt mijn repliek aan de arme fotograaf. Zonder moeders goede raad overboord te gooien vind ik dat vrouwen even frank uit de hoek mogen komen als mannen. Om dat punt kracht bij te zetten, spreken mijn vriendinnen en ik elkaar doorgaans bij de achternaam aan. Misschien niet erg elegant, maar wel handig om te roepen op café. Al ben ik blij dat mijn lief de gewoonte nooit heeft overgenomen. ‘Hey baby’ klinkt toch net iets liefdevoller dan ‘Yu, Kosters’. Soit.

De meest giftige uitwas van onze genderspecifieke etiquette is de misogyne uitdrukking ‘Sois belle et tais-toi.’ ‘Sois beau et tais-toi’ hoor je nooit iemand zeggen, toch? Zelf verzet ik me uit alle macht tegen de zinsnede. ‘Sois relativement belle, afhankelijk van het moment van de dag, en praat iedereen de oren van het hoofd’ past beter bij mij.

Of jongens dat aantrekkelijk vinden, kan me eerlijk gezegd gestolen worden. Alvast níét aantrekkelijk is het verhaal dat de styliste later die dag opdist, over een perstrip waarop ik weer eens te veel gedronken had en drie keer moest overgeven tijdens de busrit naar huis. De fotograaf trekt grote ogen wanneer ik eraan toevoeg dat er bijna een vierde keer volgde achter het stuur van mijn eigen auto, maar dat ik op het nippertje ergens ter hoogte van een Brussels industrieterrein een noodstop kon maken: ‘Gelukkig kon ik spatten op mijn zijden broek en suède laarsjes grotendeels vermijden.’ Zo ladylike ben ik dan weer wél.

Deze column verscheen in Flair op 5 december 2017.


Meer columns van Catherine:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '