Iedereen weet: de belangrijkste relatie in je leven is die met jezelf. En dat is echt niet alleen wat zweverig geleuter. Zelfliefde is superbelangrijk voor je fysieke en mentale gezondheid. Het goede nieuws? Je kan je hersenen aanleren om zichzelf graag te zien.
Je innerlijke criticus het zwijgen opleggen, grenzen stellen zonder schuldgevoel en je goed genoeg voelen zonder externe bevestiging – het klinkt als de grote self-lovedroom. Maar volgens neurowetenschapper en auteur Alexis Fernandez-Preiksa is dat allemaal best haalbaar, ook voor jou.
In haar boek ‘De neurowetenschap van zelfliefde’ onthult ze hoe je eigen brein je zelfbeeld vormt én hoe je dat zelfbeeld actief kan herprogrammeren. Want jouw hersenen zijn precies dat: die van jou. Baas zijn over eigen brein, dat is dus de boodschap.
Daarom is zelfliefde zo belangrijk
Het is nu echt geen nieuws meer: we leven in een tijd van constante prikkels, prestatiedruk en sociale vergelijking. Zelfliefde wordt daarbij vaak gezien als een luxeding. Of erger nog: als iets egoïstisch. Maar het tegendeel is waar.
Zelfliefde vormt net de basis voor mentale weerbaarheid, gezonde relaties met anderen en emotionele stabiliteit. Fernandez-Preiksa beaamt dat en schrijft dat wie in z’n hersenen voor zichzelf leert te zorgen, ook beter zal kunnen omgaan met stress, onzekerheid en afwijzing.
Of om het helemaal met haar eigen woorden te zeggen: ‘Zelfliefde is geen einddoel, het is een vaardigheid. En zoals elke vaardigheid kan je het trainen – met je brein.’
De wetenschap achter zelfliefde
Vergeet even de clichés van bubbelbaden en affirmatiekaartjes (al is het natuurlijk helemaal top als jij daarvan geniet). Echte zelfliefde gaat natuurlijk over meer dan jezelf verwennen in je badkamer. Het draait vooral om innerlijk werk.
Auteur Alexis omschrijft het als ‘jezelf met respect behandelen, jezelf prioriteit geven en geloven dat jij belangrijk genoeg bent om voor te zorgen’. Het is dus geen quick fix op een baaldag, maar een proces dat begint met inzicht in hoe je je hersenen hebt getraind om over jezelf te denken.
Hoe werkt dat dan?
In de eerste hoofdstukken van haar boek legt Fernandez uit dat je hersenen allesbehalve statisch zijn. Via een neurologisch proces dat in fancy medische termen ‘neuroplasticiteit’ heet, kan je brein nieuwe verbindingen aanmaken, maar ook oude (negatieve) patronen afleren.
Daarvoor is wel een meervoudige aanpak nodig via gedachten, gewoontes, ervaringen én hoe je met jezelf praat. Zelfliefde is met andere woorden een full-body work-out, maar dan voor je hersenen.
Zo regel je je eigen neurotransmitters
We denken vaak dat zelfliefde iets is wat je voelt (of niet), dat je die meekrijgt in je opvoeding en dat die grotendeels bepaald wordt door je omgeving en de dingen die je op regelmatige basis te zien krijgt op pakweg je sociale media. Maar volgens de neurowetenschap wordt dat ‘gevoel’ voornamelijk gestuurd door je eigen biologie.
Wat je denkt over jezelf, hoe je reageert op kritiek en hoeveel veerkracht je hebt: het wordt allemaal beïnvloed door een innerlijke cocktail van neurotransmitters als dopamine, serotonine, cortisol en endorfine. Het is een cocktail die jij zelf kan leren shaken en spicen, zo leert Alexis ons.
Cortisol, of hoe stress je zelfbeeld saboteert.
Van cortisol heb je misschien al wel gehoord. Het is dat beruchte stress-hormoon dat vrijkomt wanneer je brein gevaar detecteert – of dat nu een aanstormende auto of een kritische opmerking van je baas is. Te veel (chronische) stress en dus een overdosis aan cortisol zorgt op zijn beurt voor een overactieve amygdala (het angstcentrum in je hersenen) en tast op termijn zelfs je prefrontale cortex aan, en dat is het deel dat rationele beslissingen, zelfregulatie en zelfvertrouwen aanstuurt.
Gevolg: je wordt emotioneler, denkt negatiever over jezelf en belandt sneller in overlevingsmodus. Alles voelt acuter, dreigender en persoonlijker. Fernandez benadrukt zelfs dat langdurige stress letterlijk je hersenstructuur verandert, maar ook dat je dat proces kan terugdraaien door je brein rust, veiligheid en focus te geven.
Dopamine & serotonine: je natuurlijke bondgenoten.
Gelukkig heb je ook stofjes in je lijf die wél on team self-love zijn. Dopamine bijvoorbeeld is het ‘motivatiehormoon’: het komt vrij wanneer je iets bereikt, wanneer je beloond wordt en zelfs wanneer je een intentie uitspreekt. Regelmatige dopamineboosts versterken het gevoel dat je iets waard bent.
Serotonine beïnvloedt dan weer je stemming, zelfvertrouwen en tevredenheid. Mensen met voldoende serotonine hebben vaker een stabieler zelfbeeld en hebben minder last van piekeren of overdenken.
En het beste aan die bondgenoten is dat ze niet alleen vrijkomen bij grote successen, maar ook bij kleine zelfzorgacties als wandelen in de natuur, lachen met een vriend(in), gezond eten, dankbaarheidsoefeningen doen, mediteren, regelmatig op tijd gaan slapen... Of zoals Alexis het verwoordt: ‘Elke kleine keuze die je maakt om goed voor jezelf te zorgen, geeft je hersenen een signaal: “Ik ben belangrijk.” Je lijf antwoordt met serotonine. Het is een positieve vicieuze cirkel die je helpt te groeien.’
Wat is neuroplasticiteit?
Een van de sterkste inzichten uit het boek van Alexis is dat je brein niet ‘af’ is zodra je volwassen bent. Integendeel, het is voortdurend in ontwikkeling. Via die neuroplasticiteit kan je – met genoeg herhaling en bewustzijn – je hele leven lang nieuwe denkpatronen creëren, oude overtuigingen vervangen en negatieve verbindingen letterlijk deleten uit je brein.
Wat Fernandez voorstelt? Behandel je hersenen zoals je spieren: geef ze de juiste voeding (letterlijk én figuurlijk), rust, beweging én training.
Work-out voor je hersenen
Je hersenen hebben geen ingebouwde leugendetector. Zij weten niet wat waar is, dus ze geloven gewoon wat jij ze vaak genoeg vertelt. Dat is precies waarom negatieve zelfspraak, perfectionisme en onzekerheid zo’n impact kunnen hebben op je zelfbeeld.
De conclusie die we dus uit het boek van Fernandez-Preiksa kunnen trekken? Zelfliefde begint niet met voelen, maar met doen. Het is een kwestie van training en gewoonte, en dit zijn jouw dagelijkse oefeningen. Nieuwe gedragingen, nieuwe keuzes, nieuwe gedachten: zo herschrijf je stukje bij beetje je eigen self-lovescript.
Herhaling is belangrijk voor zelfliefde
Zelfliefde wordt pas duurzaam als je die verweeft in je dagelijkse leven. Volgens Fernandez is dat waarom gewoontes en rituelen zo belangrijk zijn; ze geven je brein voorspelbaarheid, veiligheid en stabiliteit. En die zijn allemaal nodig om je stress te verminderen en vertrouwen op te bouwen.
Wat ze bedoelt met rituelen? Niets zweverigs, wél symbolische dingen. Denk: je dag beginnen met intentie (al is het maar een glas water of twee minuten ademhalen) of jezelf na een zware werkdag bewust resetten door je gezicht te wassen of je telefoon weg te leggen. Het zijn die kleine handelingen die je brein leren: ‘Ik ben veilig, ik mag ontspannen, ik ben belangrijk.’
Zelfliefde stopt nooit
Nog een belangrijke les van Alexis? Zelfliefde is geen doel met een finishlijn. Het is een reis waarbij je steeds beter leert te luisteren naar je lichaam, je grenzen en je behoeften. Soms zet je tien stappen vooruit, dan weer eentje achteruit. Ook dat is oké. Of om de auteur te citeren: ‘Zelfliefde betekent niet dat je jezelf altijd geweldig vindt. Het betekent dat je jezelf blijft ondersteunen, ook als je even valt.’
Het slothoofdstuk in ‘De neurowetenschap van zelfliefde’ is misschien wel het krachtigste: neem afscheid van je oude zelf. Niet vanuit afwijzing, maar vanuit dankbaarheid. Die oude jij heeft je gebracht waar je nu bent, maar je hoeft hem/haar/hen niet mee te slepen als je verder wil groeien.
Het volledige boek lezen? Kopen doe je hier voor € 21,99.
Lees ook: