Eén op de vijf mensen worstelt met chronisch uitstelgedrag.
Ben jij een uitsteller? Met deze 9 tips krijg je je werk wél rond
Zelfs de meest doorgewinterde planner doet het weleens: lastige taken voor zich uitschuiven tot de deadline wel erg dichtbij komt. Ben jij soms een uitsteller en wil je met je uitstelgedrag komaf maken? Deze concrete tips helpen je ongetwijfeld op de goede weg.
Plan je taken concreet in.
Druk, druk, druk. Het meest gebruikte woord om uit te drukken hoe het met je gaat. Je spring van hot naar her om dat etentje niet te missen en om die wekelijkse dansles niet te cancelen. Et voilà, zo is er weer een taak aan de kant geschoven. Probeer je ook concreet te focussen op één zaak en je daaraan te houden. Zet dus niet ‘administratie doen’ of ‘studeren’ in je agenda, maar maak het specifiek, zoals ‘facturen opstellen’ of ‘pagina 1 tot en met 120 studeren’. Makkelijk gezegd, maar door alle ditjes en datjes te verbannen en van één bezigheid prioriteit te maken, gaat jouw to-do list plots immens verkorten.
Deel je doelen op in subdoelen.
Hoe groter het project, hoe complexer het lijkt en hoe sneller je erdoor overspoeld raakt. Verdeel het grote doel daarom in kleine, hapklare brokjes. Door het werk op te splitsen en zo te plannen op korte termijn, kan je in kleine stapjes makkelijker een groot project verwerken. Heb je een paper te schrijven bijvoorbeeld? Vandaag begin je met het sprokkelen van informatie, morgen neem je de bronnen door en maak je een logische structuur. Overmorgen begin je met het definitief verwerken van de gegevens. Werk spreiden helpt je door de bomen opnieuw het bos te zien!
Eerst het minst aantrekkelijke karweitje.
Is er iets aan je job of studies dat je minder leuk vindt? Zet die taak dan helemaal bovenaan je to-do-list. Zo heb je het snel achter de rug en kan je daarna beginnen aan de leukere zaken. Zo ga je veel gemotiveerder aan de slag!
Probeer het vijfminutenplan.
Dwing jezelf om slechts vijf minuten aan iets te beginnen. Het hoeft niet per se langer, maar je moet het wel nu doen. Volgens Tanja van Essen, auteur van ‘Eerste hulp bij uitstelgedrag’, bewijs je zo aan jezelf dat je ook aan het werk kan als je geen zin of inspiratie hebt. Vaak ben je dan namelijk al zo in de flow geraakt, dat je toch doorgaat. Plan steeds meer momenten in waarop je vijf minuten aan het werk gaat met een uitgestelde taak, zodat je merkt dat uitstellen nergens voor nodig is.
Betrek anderen erbij.
Maak bijvoorbeeld afspraken met anderen om samen te studeren. Vertel aan een vriendin over je plannen of deadlines, zodat je verantwoording af moet leggen als je die niet op tijd af hebt. Of boek een coworkplek met je collega’s, zodat jullie samen kunnen werken in een nieuwe omgeving.
Zorg voor minimale afleiding.
Richt je omgeving zo in dat je zo weinig mogelijk wordt afgeleid als je aan het werk bent. Zet dus geen muziek of televisie aan, creëer een afgescheiden werkplek en plan geen telefoontjes of bezoekjes in tussen je werk door. Leg je smartphone ook aan de kant.
Ga belonen en bestraffen.
Stel iets leuks in het vooruitzicht als je je taken van die dag of die week hebt afgewerkt, of als je je deadline hebt gehaald. Andersom kan je jezelf ook iets leuks ontzeggen als je niet hebt gedaan wat je met jezelf hebt afgesproken.
Adem in, adem uit.
Stress, het is een vies beestje. En eens het in jouw kleren kruipt, krijg je het er moeilijk uitgewassen. Je blijft piekeren over wat je nog moet afwerken, in welke volgorde je dat het best zal uitvoeren en hoeveel tijd je voor elk onderdeel hoort uit te trekken. Wanneer je in het leven staat met de ‘ik werk het best onder tijdsdruk’-mentaliteit, zal je zeker al eens zo’n stressverlamming ervaren hebben. Wat op zulke momenten het best werkt? In- en uitademen of buiten even een frisse neus halen.
Wees ook lief voor jezelf.
Perfectionistische neigingen kan je temperen door een beetje milder te zijn voor jezelf. Goed is goed genoeg. Fouten maken mag, want daar leer je van.
Auteur: Talitha Dehaene
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier