Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Pexels

Een leerkracht lager onderwijs, een zelfstandig horeca-uitbater, een marketingmanager en een buschauffeur.

4 lezers open en eerlijk over hun burn-out: ‘Elke kleine extra taak voelde alsof iemand me vroeg om in m’n eentje de wereld over te nemen’

Een burn-out is een aandoening die in alle sectoren, groepen, leeftijden en opleidingsniveaus voorkomt. Deze slachtoffers willen samen het stigma, het taboe en de vooroordelen doorbreken.

Sofie (29), leerkracht lager onderwijs

‘De druppel die mijn emmer deed overlopen viel op een maandagochtend. De kinderen in mijn klas zaten netjes in rijtjes, en ik stond klaar met het werkblad dat ik dat weekend nog had uitgewerkt. Toen ik begon te praten, wist ik alleen niet meer wat ik wilde uitleggen. Mijn hoofd was leeg, terwijl mijn hart net heel hard aan het bonzen was. Rustig blijven, dacht ik. Ik bleef naar de kinderen glimlachen, maar mijn handen beefden van paniek. De leerlingen merkten het gelukkig niet, maar mijn tandemjuf wel. Ze legde een hand op mijn schouder en fluisterde: “Ga maar even naar buiten, ik neem het wel over.” Een dag later zat ik bij mijn huisarts, een maand later lag ik nog altijd in mijn zetel. Ik voelde me een mislukkeling. De eerste twee weken liet ik mijn collega’s in het ongewisse. Ik durfde hen de waarheid niet te zeggen en liet alleen weten dat ik “ziek” was. Maar omdat ik na die twee weken nog twee weken langer thuis werd geschreven door mijn dokter, kon ik niet anders dan zeggen dat ik tegen mijn limieten was gebotst. In mijn hoofd hoorde ik alleen: ‘Je hebt jeteam in de steek gelaten’. Pas toen ik uiteindelijk na zes weken terug op school kwam en mijn collega’s me met open armen verwelkomden, besefte ik: zij zijn veel begripvoller voor mij dan ikzelf. Dat veranderde veel in hoe ik met mijn job omging. Ik durf nu veel sneller om hulp te vragen, en dat maakt een wereld van verschil.’

Mijn hoofd was leeg, mijn hart bonsde heel hard. Ik bleef naar mijn klas glimlachen, maar mijn handen beefden van paniek.

Karine (42), zelfstandig horecauitbater

‘Vroeger was ik het uithangbord van mijn zaak: altijd aan het lachen en met een kwinkslag voor mijn vaste klanten. Mijn dag begon ’s ochtends met poetsen en eindigde pas na middernacht, wanneer de laatste glazen opgeblonken waren. Tot ik op een morgen niet meer uit mijn bed raakte. Niet omdat ik geen zin had, maar omdat mijn lijf letterlijk niet meer “aan” ging. Een uur later lag ik opnieuw op de koude vloer van mijn badkamer. De tandpasta zat al op mijn tandenborstel, maar ik had de fut niet om hem in mijn mond te steken. Ik dacht: even blijven liggen, dan gaat het wel weer. Maar het ging niet weer. Drie maanden bleef mijn zaak dicht. Toen ik het eindelijk durfde uit te leggen aan mijn stamgasten, kreeg ik knuffels en begrip, maar ook opgetrokken wenkbrauwen. “Een burn-out, jij? Dat kan niet!” zeiden ze. Alsof vrolijke, hardwerkende zelfstandigen niet kunnen instorten.’

De tandpasta zat al op mijn tandenborstel, maar ik had de fut niet om hem in mijn mond te steken.

Elke (38), marketingmanager

‘Mijn leven was één lange to-dolijst, ook al noemde ik het zelf “een dynamische job”. Om elf uur ’s avonds nog in een Zoomcall zitten met collega’s in Amerika? Supercool. In het weekend mails beantwoorden vanuit de zetel? Part of the game. Van het ene event naar het andere hoppen? Living the life! Ik voelde me belangrijk, zelfs onmisbaar. Tot ik steeds vaker kleine rode vlaggen begon te zien. Ik was voortdurend slechtgezind tegen mijn vriend, ik dronk meer alcohol om te kunnen ontspannen, en als ik e-mails of berichtjes typte, maakte ik steeds meer rare schrijffouten. Het was alsof mijn hoofd en lichaam niet meer konden samenwerken. Ik had ook steeds vaker het gevoel dat ik ’s morgens niet echt meer wakker werd en vroeg me in de namiddag vaak af wat ik nu ook alweer met mijn voormiddag had aangevangen. Langzaamaan werd alles een waas. De dagen leken door elkaar te lopen, ik was constant moe, en elke kleine extra taak voelde alsof iemand me vroeg om in m’n eentje de wereld over te nemen. Toch ging ik nog weken zo door, tot ik een weekje vakantie had met mijn lief. Op de eerste dag van ons verlof kwam ik gewoon niet uit bed. Het was alsof mijn lijf en hoofd besloten: “Nu we eindelijk de kans krijgen, stoppen we er helemaal mee.” Ik was een absoluut wrak, en zonder mijn vaste shot werkstress functioneerde er niets meer. Die vakantie was vreselijk. Ik kon alleen huilen, maar achteraf was dat het beste wat me kon overkomen. Ik kon plots niet meer doen alsof ik alleen maar wat stress had en moe was. Mijn lief verplichtte me om een afspraak te maken bij de huisarts, en daar ben ik hem nog altijd dankbaar voor. Uiteindelijk was ik negen maanden thuis en heb ik daarna mijn job opgezegd om in een ander bedrij waar veel meer aandacht is voor work-life balance – aan de slag te gaan. Ik voel me stukken beter, maar heb wel een knak gehad. Dat vind ik enerzijds moeilijk, maar anderzijds helpt het me om onmiddellijk gas terug te nemen wanneer ik merk dat ik over mijn grenzen ga.’

Ik kreeg een knak, maar dat helpt me nu wel om gas terug te nemen wanneer ik merk dat ik over mijn grenzen ga.

Murat (35), buschauffeur

‘Een burnout? Dat is alleen iets voor mensen die heel de dag achter een bureau zitten, dacht ik altijd. Ik rij gewoon van A naar B, dus daar krijg je geen stress van. Dat was alleen buiten de constante tijdsdruk, de passagiers die hun frustratie op jou afreageren en de files gerekend. Het vrat langzaam aan me. Mijn rug zat muurvast, ik sliep slecht, en op een dag merkte ik dat mijn glimlach verdwenen was. Toen de dokter zei: “Murat, je bent overstrest. Jij hebt ook recht op rust”, voelde ik me aan de ene kant heel gezien, maar ergens ook een profiteur. Pas na weken thuis te zitten merkte ik dat mijn schouders weer zakten en dat ik weer zin kreeg om de motor te starten. Ik had die pauze echt nodig en besefte daarna pas dat ik die rust niet alleen voor mezelf moet nemen, maar ook voor de veiligheid van mijn passagiers. Dat helpt enorm om het probleem ook onder collega’s bespreekbaar te maken. Het gaat immers niet alleen over onze eigen gezondheid, ook al is die eigenlijk meer dan reden genoeg om even op de pauzeknop te drukken.’

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '

Commerciële boodschap