Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Unsplash

'Is het normaal dat ik nog geen zin heb in seks?'

13 vragen en bezorgdheden over het moederschap eerlijk en niet-veroordelend beantwoord

Je hoofd zit vol sinds je baby er is. Met liefde, ja. Maar ook met vragen, twijfels en gedachten die je vroeger nooit had. Mag dit wel? Ben ik hierin alleen? Wij geven je eerlijke antwoorden, van mensen die het snappen.

Zodra je baby er is, schieten er wel duizend dingen door je hoofd. Grote vragen, kleine paniekjes en vreemde gedachten die vooral om drie uur ’s nachts ineens superdringend lijken. Waarom voel ik me schuldig als ik even alleen wil zijn? Is dit huilen normaal? Mag mijn baby bij mij in bed? En wat als ik gewoon echt géén zin heb in seks? Wij vinden: als het in je hoofd zit, mag het op tafel. Zonder oordelen, zonder mom police, maar met herkenning, nuance en eerlijke antwoorden. We leggen daarom die vragen voor aan enkele experts, voor wat meer rust in je hoofd en wat minder googelen om 03:07.

Waarom voel ik me schuldig als ik mijn baby niet getroost krijg?

Vroedvrouw Elke: ‘Eerst en vooral: je schuldig vóélen betekent niet dat je schuldig bént. Dat schuldgevoel komt voort uit iets heel menselijks, uit het feit dat je wil dat je baby zich goed voelt, dat die geen pijn of ongemak heeft. En als dat niet lukt, lijkt het alsof jij tekortschiet. Maar dat is niet zo. Het is belangrijk om te beseffen dat huilen niet “fout” of “gevaarlijk” is. Het is de enige manier waarop je baby kan communiceren en duidelijk maken dat er iets is. Alleen weet jij nog niet altijd wat. En dat is oké, want je bent het nog aan het leren. Soms wil een baby gewoon even ontladen, of zeuren, of voelen dat je er bent. Je hoeft je baby dus niet altijd stil te krijgen om goed bezig te zijn. Troosten gaat niet alleen over het stoppen van gehuil. Het gaat over nabijheid, vasthouden, meebewegen en soms zelfs over gewoon samen huilen, en dat is ook verbinding. Ouders die zich afvragen of ze het goed doen, zijn meestal net diegenen die met liefde en zorg betrokken zijn. Dat gevoel van falen zegt dus eigenlijk dat je het heel serieus neemt. Probeer daarom toch ook mild te zijn voor jezelf. Je baby hoeft niet perfect getroost te worden. Alleen al je aanwezigheid betekent ontzettend veel.’

Ouders die zich afvragen of ze het goed doen, zijn meestal net diegenen die met liefde en zorg betrokken zijn.


Iedereen zegt dat ik moet genieten, maar ik vind het vooral hard werken in plaats van genieten. Mag dat?

Vroedvrouw Elke: ‘Het ís ook hard werken. Dat hele “geniet ervan, het gaat zo snel”-zinnetje zou eigenlijk verboden moeten worden. Want als je midden in de luiers, voedingen, korte nachten en constante zorgen zit, voelt het helemaal niet als genieten. Het voelt als overleven, omdat het dat ook is.Je bent plots verantwoordelijk voor een piepklein mensje dat volledig op jou rekent. Dat is geen wellnessvakantie, dat is keihard werk. En dat mag je ook zo benoemen. Het ene moment voel je liefde en ontroering, het volgende pure uitputting of frustratie. Al die gevoelens mogen er zijn en kunnen naast elkaar bestaan. Ze maken van jou geen slechte ouder, integendeel, ze maken je tot een échte ouder. Het zegt niets over je band met je baby of je moederliefde, het zegt vooral dat je mens bent. Dus nee, je hoeft die eerste maanden niet magisch te vinden. Het ouderschap is niet per definitie een roze wolk. Het is een rollercoaster waarop niemand echt voorbereid is.’

Waarom lijkt mijn partner het allemaal zoveel makkelijker te vinden dan ik?

Psycholoog Wendy: ‘Omdat hij het vaak ook echt anders beleeft. In bijna tachtig procent van de gezinnen ligt de mentale en emotionele zorglast nog steeds vooral bij de moeder. Jij regelt, voelt aan, plant vooruit en bewaakt de emotionele sfeer. Veel partners ervaren ouderschap taakgerichter: eten geven, verschonen, brengen en halen. Jij doet méér dan zorgen, jij draagt ook de onzichtbare laag van continu alert zijn. Dat verschil kan zwaar wegen. Het helpt om dat zichtbaar te maken en erover te praten, zonder verwijt maar vanuit samenwerking. Samen zoeken naar evenwicht maakt het lichter voor jou én geeft je kind een mooi voorbeeld.’

Kan ik de hechting met mijn kindje nu al verpesten?

Psycholoog Anky: ‘Heel kort door de bocht: ja. Maar! Als je je deze vraag stelt, is de kans groot dat je net heel goed bezig bent. Hechting draait namelijk niet om perfectie, maar om nabijheid, (h)erkenning en herstel. Als je ongeveer de helft van de tijd afgestemd reageert op wat je kind nodig heeft, zit je al goed. Dat betekent dat je opmerkt dat je baby huilt en je begrijpt wat hij nodig heeft: een flesje, een schone luier of een knuffel. Of je troost hem wanneer hij geschrokken is met een rustige stem en je aanwezigheid. Dat noemen we een match, en die draagt bij aan veilige hechting. Maar soms sla je de bal mis. Je denkt dat het een hongersignaal is, maar je baby blijft huilen. Dat hoeft geen ramp te zijn. Als je blijft zoeken naarwat hij wél nodig heeft, en daarin slaagt, herstel je die mismatch opnieuw. Ook later, bij peuters, draait het niet om toegeven (“oké, dan toch nog een koekje”), maar om het gevoel erkennen (“ik zie dat je boos bent, je wilde er echt nog eentje”). Soms lukt het misschien even niet, dan heb je geen geduld meer, je roept en je stuurt je kind boos weg. Dat is menselijk, maar ook daar kan je herstellen door achteraf te benoemen wat er gebeurde, je te verontschuldigen en uit te leggen dat je het anders wil aanpakken. Die balans tussen match en mismatch en het herstel noemen we goed genoeg ouderschap. En dat is precies wat kinderen nodig hebben om zich veilig te hechten: geen perfecte ouder, wel een aanwezige, betrokken ouder die blijft proberen, erkennen en herstellen. Het is belangrijk dat een kind voelt dat je er voor hem/haar bent, dat ze op je kunnen rekenen en dat je onvoorwaardelijk van hen houdt. En als het ergens zou mislopen, kan dat ookweer hersteld worden. Wanneer het bijvoorbeeld tijdelijk wat moeilijker loopt, door een postnatale depressie, burn-out of andere stress, is het belangrijk dat er iemand anders in de omgeving is die die veiligheid (mee) kan bieden.Maar zoals gezegd: wanneer je hier bewust mee bezig bent, is de kans heel groot dat het met die hechting wel goed komt. Eén keer falen verpest niks, want hechting is een proces, geen momentopname.’

Ben ik egoïstisch als ik graag snel weer wil gaan werken?

Psycholoog Wendy: ‘Nee. Het idee dat een kind iets tekortkomt omdat een moeder werkt, komt vooral uit diepgewortelde oude normen waarin
een “goede moeder” altijd thuis en beschikbaar moest zijn. Onderzoek laat zien dat kinderen geen nadeel ervaren zolang er sprake is van warme, sensitieve zorg. Voor veel moeders geeft werk net structuur, identiteit en mentale balans. Belangrijk is niet hoe snel je teruggaat, maar of jij erdoor in je kracht staat. Een kind heeft vooral een ouder nodig die emotioneel beschikbaar is, niet een ouder die altijd thuis is. Wat voor de ene ouder werkt, kan voor een ander juist zwaar zijn. De juiste timing en verdeling zijn altijd persoonlijk en hangen af van jouw behoeften, de steun van je partner, de verdeling van zorgtaken, kinderopvang en je werkcontext. Het gaat om wat in jouw situatie zorgt voor rust en veerkracht, niet om het voldoen aan een oud ideaal.’

Moet ik mijn baby ‘leren doorslapen’, of komt dat vanzelf?

Slaapexpert Anouk: ‘Doorslapen is jammer genoeg geen knop die je indrukt en geen trucje dat je je baby aanleert. De ene slaapt al snel langere
blokken, de andere heeft daar gewoon wat meer tijd voor nodig. En dat zegt niks over jou als ouder. Jij doet helemaal niets verkeerd als het bij jouw kindje trager gaat. Troosten,wiegen, vasthouden? Dat mag allemaal. Je maakt je baby daar alleen maar zekerder mee. Hoe je baby slaapt, wordt trouwens sterk beïnvloed door wat er overdag gebeurt. Was er voldoende rust? Genoeg beweging of nabijheid? Dat zijn allemaal factoren die helpen om ’s avonds makkelijker tot slaap te komen. Je hoeft dus geen uitgewerkt avondritueel uit een opvoedboek te volgen. Gewoon stilstaan bij wat je
kindje nodig heeft, is vaak al genoeg. Verwacht ook niet dat het altijd perfect loopt. Er zullen periodes zijn waarin het wél vlot gaat, en dan weer nachten met tranen, verkoudheden of sprongetjes. Baby’s zijn geen robots, en jij hoeft het ook niet allemaal op te lossen. Meebewegen, mild blijven en morgen opnieuw proberen is vaak het krachtigste wat je kan doen. Voel jij je uitgeput? Weet dan dat het geen teken is dat jij faalt. Slaaptekort is slopend, en dat mag serieus worden genomen. Hulp vragen is dan ook niet zwak. Integendeel. Als jij op adem mag komen, krijgt je kind het beste van jou terug. En daar heeft iedereen baat bij. Meer info vind je op de site van Kind & Gezin, het boek ‘Zachte Nachten’ van Anouk Van Nuffel en Hanne Wils, en het boek ‘Samen slapen met je baby’ van Prof. Dr. James McKenna.’

Niks mis met gaan werken. Een kind heeft vooral een ouder nodig die emotioneel beschikbaar is, niet een ouder die altijd thuis is.

Soms wil ik gewoon even niet nodig zijn. Is dat oké?

Psycholoog Wendy: ‘Absoluut. Jonge kinderen zijn volledig afhankelijk, waardoor je dag en nacht wordt aangesproken in je zorgende rol. Moeders dragen bovendien nog steeds het grootste deel van de zorgtaken, zeker in de eerste maanden. Dat je soms verlangt naar stilte en even geen “mama” of gehuil wil horen, is geen teken van onwil maar een gezond signaal van je brein en lichaam dat ze moeten herstellen. Onderzoek laat zien dat chronisch“aan” staan leidt tot overbelasting en zelfs uitputting. Tijd voor jezelf is dus geen luxe, maar een basisbehoefte, voor jou én je gezin. Je kan pas goed zorgen voor een kind als je ook goed zorgt voor jezelf.’

Hoe ga ik om met de constante drang om alles perfect te willen doen?

Psycholoog Wendy: ‘Perfectionisme is vaak een reactie op onzekerheid. Ouderschap is nieuw, intens en vol
verantwoordelijkheid. Het is logisch dat je zoekt naar “juist doen”. Maar kinderen hebben geen perfecte ouders nodig: ze hebben ouders nodig die aanwezig zijn, zich proberen af te stemmen en herstellen als het fout gaat. Perfectionisme kan zelfs afstand creëren omdat je te veel focust op controle. Mildheid is de tegenhanger: vraag je af wat je tegen je beste vriendin zou zeggen en zeg dat tegen jezelf op dezelfde warme toon. Liefde zit niet in perfectie, maar in nabijheid, verbinding en herstel.’

Is het normaal dat ik nog geen zin heb in seks?

Vroedvrouw Elke: ‘Ja, dat is héél normaal. Je lichaam heeft iets gigantisch meegemaakt, met een zwangerschap, een bevalling, herstel, slapeloze nachten… Het vraagt niet alleen tijd om daarvan te bekomen, maarvaak ook energie die er simpelweg niet is. Als je moe, overprikkeld of in full-on verzorgmodus zit, is het logisch dat seks niet bovenaan je verlanglijstje staat. Daarnaast spelen je hormonen ook een rol. Na de bevalling daalt je oestrogeenpeil, wat zorgt voor minder libido en soms ook voor vaginale droogte of een vaag, afwezig gevoel in je eigen lijf. Je bent aan het zorgen,
niet aan het flirten, en dat is biologisch gezien helemaal logisch. Je lichaam richt zich nu op herstel, niet
op voortplanting. Er is geen juiste timing om “weer” zin te hebben in seks. Alleen jouw timing telt. Misschien duurt het een paar weken, misschien een jaar. Dat is oké. Geef jezelf ruimte. Intimiteit hoeft trouwens niet altijd over seks te gaan. Knuffelen, praten, elkaar vasthouden… dat is óók verbinding. Het verlangen komt wel weer, in jouw tempo.’

Jij doet helemaal niets verkeerd als het doorslapen bij jouw kindje trager gaat.Troosten, wiegen, vasthouden? Dat mag allemaal.

Mag of moet ik samen slapen met mijn baby? Of net niet?

Slaapexpert Anouk: ‘Officieel raden instanties zoals Kind & Gezin aan om je baby op een veilige, aparte plek te laten slapen: op de rug, in een co sleeper of bedje naast jouw bed, zonder kussen of donsdeken, en zeker niet bij rokers in huis. Maar in de praktijk loopt dat soms anders. Sommige baby’s wíllen gewoon niet alleen slapen. En jij wil, heel begrijpelijk, soms gewoon even slapen zonder elk uur recht te moeten zitten. Kies je er daarom toch voor om je baby bij jou in bed te nemen? Weet dan dat je veel kan doen om samen slapen zo veilig mogelijk te maken. Spontaan in slaap vallen met je baby in de zetel of na een nachtvoeding in bed, zonder dat je daar bewust over nadacht, is gevaarlijk. Dus als je samen slaapt, doe het dan doordacht.


Wanneer is samen slapen absoluut niet verstandig?
∙ Als je baby te vroeg geboren is (vóór 37 weken) of minder dan 2,5 kilo woog bij de geboorte.
∙ Als jij of je partner rookt (ook al rook je niet in huis).
∙ Als je alcohol gedronken hebt, medicatie neemt die suf maakt, of drugs hebt gebruikt.
∙ Als je in slaap dreigt te vallen in de zetel, op een waterbed of op een zachte matras.

En als je wél bewust kiest voor samen slapen?
∙ Leg je baby dan altijd op zijn rug, met het hoofd vrij.
∙ Geen donsdekens of kussens in de buurt.
∙ Zorg voor een stevige matras op een veilige plek, het liefst in het midden van de kamer op de grond.
∙ Laat je baby aan de kant van de ouder die borstvoeding geeft slapen, in de ‘mama-houding’ (op je zij, je
benen licht opgetrokken, je arm tussen je baby en je hoofdkussen)’

Ik heb soms geen idee wat mijn baby nodig heeft, ga ik dat ooit vanzelf aanvoelen?

Vroedvrouw Elke: ‘Ja, echt wel. Alleen misschien nog niet meteen. Veel ouders verwachten dat het “aanvoelen” van nature gaat, alsof je bij de geboorte ineens een zesde zintuig ontwikkelt. Maar zo werkt het meestal niet. Ouderschap is iets wat je leert door het te doen. Door te proberen, te missen, opnieuw te proberen en stilaan patronen te herkennen. In het begin kan je je soms radeloos voelen, want huilt je baby van de honger, van een volle pamper, van vermoeidheid, van overprikkeling? Je gokt, probeert, faalt en soms werkt het. Maar hoe vaker je dat meemaakt,hoe beter je het gaat herkennen. Het is zoals een taal leren die je allebei nog niet sprak. Jij leert je baby kennen en de baby leert intussen ook jou kennen: jouw geur, je stem, je manier van troosten, noem maar op. Die wisselwerking groeit met de dag. En ook als het niet altijd meteen lukt of als het niet perfect is, mag je erop vertrouwen dat je goed bezig bent.’

Er is geen juiste timing om “weer” zin te hebben in seks. Alleen jouw timing telt. Misschien duurt het een paar weken, misschien een jaar.

Kan ik mijn baby nu al verwennen?

Psycholoog Anky: ‘Het korte, duidelijke antwoord: nee, dat kan niet. Verwennen betekent dat je je kind alles geeft wat het wil, zonder grenzen te stellen. Dat zie je soms bij oudere kinderen die overladen worden met spullen of tegen wie nooit “nee” wordt gezegd. Maar een baby verwennen? Dat bestaat niet. Ook al wordt dat vaak gezegd wanneer een baby opgepakt wordt of als je meteen reageert wanneer hij huilt. Je baby oppakken, troosten, knuffelen of reageren als hij huilt, dat is géén verwennerij. Dat is zorg. Huilen is voor een baby de enige manier om te communiceren, hij kan immers niet zeggen dat hij honger heeft, zich niet goed voelt, het te koud of te warm heeft of overprikkeld is. Een baby huilt om je te laten weten dat hij iets nodig heeft. En daarop reageren is net wat je hoort te doen als ouder. Dat wil niet zeggen dat je altijd alles meteen perfect moet oplossen. Maar jonge baby’s kunnen hun noden niet uitstellen, die zijn er hier en nu. Je baby laat je dus niks “gewoon worden” door hem nabij te zijn of te troosten. Integendeel, je leert hem vertrouwen en veiligheid. Vergelijk het eens met een partner die zegt dat hij/zij/die je mist, dat die zich eenzaam voelt. Dan luister je toch ook? Dan negeer je dat signaal toch niet? Waarom zouden we dat bij een baby wel doen? Dus nee, je verwent je baby niet door er te zijn. Je toont gewoon dat hij er mag zijn, precies zoals hij is.’

Ik heb het gevoel dat ik mezelf helemaal kwijt ben. Ga ik mezelf weer vinden?

Psycholoog Wendy: ‘Dat gevoel is heel normaal. Moeder worden brengt een identiteitsverschuiving met zich
mee. Je oude ritme, vrijheid en keuzes maken plaats voor constante zorg. Je lichaam, emoties en relaties veranderen. Dat kan voelen alsof je je “oude ik” kwijt bent. In de psychologie heet dat matrescence, een ontwikkelingsproces naar het moederschap dat te vergelijken is met puberteit qua intensiteit. Het is een geleidelijk proces dat tijd, rouw en aanpassing vraagt, en dat voor elke moeder anders is. Je vindt jezelf uiteindelijk terug, vaak niet precies zoals vroeger, maar als een nieuwe versie: met andere prioriteiten, meer zachtheid en sterkere grenzen. Wie je was, zit nog steeds in jou. Maar je bent nu aan het groeien naar een identiteit waarin ook moederschap een plaats krijgt.’

DE EXPERTS:


Elke Notebaert (@dewolk_groepspraktijk): vroedvrouw bij groepspraktijk De Wolk, auteur van ‘Dagboek van een vroedvrouw’ en co-host
van de podcast voor jonge ouders ‘Wat ik mij nu afvraag’.

Wendy de Pree (@leerpositiefdenken): psycholoog, gedragstherapeut, auteur van onder meer ‘Dagboek van een kinderpsycholoog’ en ‘100+ lifehacks voor een eenvoudiger leven in de rush van elke dag’ en co-host van de podcast voor jonge ouders ‘Wat ik mij nu afvraag’.


Anky De Frangh (@verbindend_opvoeden): klinisch psycholoog, gedragstherapeut en auteur van onder meer ‘Waarom doe jij nu zo?!’.


Anouk Van Nuffel (@the_nurturingkind): holistisch baby-led slaapcoach en coauteur van ‘Zachte nachten’.

Lees ook:


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '

Commerciële boodschap