Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© A.W. Bruna / Getty Images

Wanneer Justine haar jeugdliefde Nick tegen het lijf loopt, besluit ze het lot een handje te helpen. Lees hier het eerste hoofdstuk van 'In de sterren', een nieuwe roman over vriendschap, toeval, de liefde en het leven.

‘In de sterren’ van Minnie Darke, hoofdstuk 1: ‘Het lot een handje helpen, daar is niets mis mee. Toch?’

Laura Vansweevelt
Laura Vansweevelt Web- en reportagejournalist

Wanneer journaliste in spe Justine haar jeugdliefde Nick tegen het lijf loopt, besluit ze het lot een handje te helpen door de horoscoop in Alexandria Park Star, het magazine waarvoor ze werkt, aan te passen in de hoop dat hij inziet dat ze een match made in heaven zijn. Ontdek hier het eerste hoofdstuk.


Wanneer Justine Carmichael – Boogschutter, journalist in wording, scepticus – haar jeugdliefde Nick Jordan – Waterman, worstelend acteur, bijgelovige – tegen het lijf loopt, zou dit toeval kunnen zijn. Of het zou in de sterren geschreven kunnen staan. Justine werkt voor de Alexandria Park Star – en Nick, ontdekt ze, vertrouwt volledig op de horoscoop in dit tijdschrift. In een poging om Nick voor haar te laten vallen bedenkt Justine een geniaal plan: elke maand past ze de Waterman-horoscoop een beetje aan. Een heel klein beetje. Het zijn tenslotte de sterren maar. Wat zou hier ooit mis mee kunnen gaan? ‘In de sterren’ laat op een heerlijke manier zien wat het domino-effect is van Justines astrologische bemoeienissen, en is daarnaast een ontroerende roman over vriendschap, toeval, de liefde en het leven.

Lees hieronder het eerste hoofdstuk van ‘In de sterren’, het debuut van Minnie Darke.

Waterman

Nicholas Jordan werd niet geboren onder een hemel vol sterren, maar in het ziekenhuis van Edenvale. Een weinig imposant gebouw, opgetrokken uit rode baksteen, aan de rand van een stadje zónder banken, maar mét vier pubs, een zwembad, zes serviceclubs en in de zomer een van hogerhand opgelegde waterrantsoenering die elk jaar weer tot bittere onvrede leidde. Het ziekenhuis werd omlijst door dorstige gazons en stralend roze bougainville, en op het moment van Nicks geboorte was de hemel boven het gloeiend hete zinken dak stralend blauw. Het stralende, zinderende blauw van de hemel in februari op het heetst van de dag, op het zuidelijk halfrond.

Maar de sterren wáren er wel. Hoog boven de wereld, voorbij de wolkeloze hitte van de troposfeer, de ozondeken van de stratosfeer, voorbij de mesosfeer, de ionosfeer, de thermosfeer, de exosfeer en de magnetosfeer. Daar waren ze: miljoenen sterren. Ze schitterden in het duister en schikten zich in de constellatie die voor de kleine Nicholas zijn weg door het leven zou bepalen.

Joanna Jordan – Ram; eigenaresse en bedrijfsleidster van kapsalon Uppercut; onwaarschijnlijk succesvolle aanvalster bij het plaatselijke netbalteam, de Edenvale Stars; tot tweemaal toe verkozen tot Miss Eden Valley – dacht niet aan de sterren toen ze haar pasgeboren zoon in haar armen hield. In de enige verloskamer die het ziekenhuis rijk was, kon ze – uitgeput, bezweet, maar intens gelukkig – geen genoeg krijgen van dat kleine gezichtje en speurde ze naar aardsere invloeden.

‘Hij heeft jouw neus,’ zei ze tegen haar man. En daar had ze gelijk in. Haar zoon bezat een volmaakte, minuscule replica van een neus die haar vertrouwd en innig dierbaar was: de neus van Mark Jordan – Stier; dol op cheesecake; hulpeloze bewonderaar van vrouwen met lange benen; ooit breedgeschouderde, niet te passeren verdediger in zijn Australian footballteam. Inmiddels had hij zijn clubshirt verruild voor een polo en verdiende hij de kost als financieel planner.

‘Maar hij heeft jouw oren.’ Mark vond zijn eigen handen plotseling wanstaltig groot terwijl hij een plukje donker haar uit het gezichtje van zijn pasgeboren zoon streek. En zo speurden Joanna en Mark nog even verder naar de oorsprong van de wangetjes, het voorhoofd, de vingertjes en de teentjes van de kleine Nick. De kersverse ouders zagen in zijn ver uit elkaar staande oogjes een gelijkenis met Marks broer, en ze herkenden Joanna’s moeder in de volle, expressieve lippen van hun kindje.

Wat ze niet zagen, en waar ze ook niet naar zochten, was de invloed van Beta Aquarii, een gele reuzenster op zo’n vijfhonderdzevenendertig lichtjaren van de aarde. Noch zagen ze de meer diffuse invloed van de Helixnevel; trouwens van geen van de andere hemellichamen die samen het sterrenbeeld Waterman vormden, het teken waarin de zon stond op het tijdstip van de geboorte.

Een astroloog, die aan de hand van de sterren Nicks geboortehoroscoop zou hebben berekend, had op de dag dat hij ter wereld kwam al kunnen voorspellen dat de nieuwe wereldburger zou blijken te beschikken over een oorspronkelijke geest, grenzend aan het excentrieke; dat hij zorgzaam en creatief zou zijn, maar bovendien dermate competitief dat zijn broertje en zijn zusje nog liever spruitjes aten dan dat ze monopoly met hem speelden; dat hij dol zou zijn op gekostumeerde feestjes en zich het lot zou aantrekken van elke hond, elke kat die uitgehongerd en onder de vlooien langs de straat zwierf.

Diezelfde astroloog zou met een vertederde glimlach hebben voorspeld dat Nick rond zijn vijftiende rotsvast in de sterren zou gaan geloven. En dat hij zich gelukkig zou prijzen dat hij een Waterman was; een sterrenbeeld dat hij associeerde met vernieuwend, origineel, met de zomer en muziekfestivals, met hippies die opwindend naar seks en patchoeli roken.

Maar toen Nick werd geboren, was er geen astroloog in de buurt, en de enige die een astrologische voorspelling deed was Mandy Carmichael, Joanna Jordans beste vriendin. Mandy – Tweelingen, alom geliefde weervrouw op de regionale televisiezender; pasgetrouwd; stralend gelukkig; kuiltjes in haar wangen; vurig Abba-fan – verscheen als een goede fee aan het ziekenhuisbed. Ze kwam direct uit haar werk, met de make-up nog op haar gezicht, behendig balancerend op haar stiletto’s, met een enorme blauwe teddybeer en een boeket chrysanten van de supermarkt. Het duurde niet lang of de teddybeer zat in een stoel, de chrysanten stonden in een weckpot en Mandy had haar schoenen uitgetrokken. Op blote voeten wiegde ze de eerstgeborene van haar vriendin teder in haar armen.

‘Een kleine Waterman.’ Haar ogen werden vochtig. ‘Dus verwacht niet dat hij net zo wordt als jullie, Jojo. Watermannen zijn anders. Waar of niet, kleintje?’

‘Nou, ik hoop wel dat hij van sport houdt,’ zei Jo laconiek. ‘Mark heeft al een tennisracket voor hem gekocht.’

‘Dikke kans dat hij kunstenaar wordt. Of danser.’ Ze schoof haar vinger in het minuscule handje van baby Nick. Heel even was ze sprakeloos, iets wat zelden voorkwam. ‘O Jo, hij is prachtig!’ zei ze toen. ‘Echt prachtig.’

Tegen de tijd dat ze naar huis ging, begon het al te schemeren. Met het vallen van de avond stak er een milde, koele bries op, en terwijl ze over het dorre gras naar het parkeerterrein liep, met haar schoenen in de hand, ontwaakte er in Mandy een stil verlangen. De hemel in het westen was rokerig blauw met rafelige, laaghangende wolken die zachtroze kleurden, maar in het oosten schitterden de eerste gretige sterren al aan het duistere firmament. Mandy stapte in de auto, en met de geur van pasgeboren baby nog in haar neus keek ze naar die glinsterende lichtpuntjes, terwijl de hemel steeds donkerder werd.

‘Wow!’ Het was de vrijdag na Mandy’s bezoek aan het ziekenhuis. In Curlew Court, een cul-de-sac in een nieuwbouwwijk van Edenvale – betonnen stoepranden, eengezinswoningen met schuine daken van gecoat staal, gemaaide gazons en jonge eucalyptusbomen in plastic potten – rolde Drew Carmichael op zijn rug.

Hij lag op de trampoline van de buren, met naast zich een lege Baileysfles, twee plakkerige glazen en zijn grijnzende, halfnaakte vrouw. Drew – Weegschaal; landbouwadviseur; enthousiast amateurvlieger; fan van Pink Floyd; geducht luchtgitarist voor de slaapkamerspiegel – was amper een uur thuis na een zakenreis van twee weken, en hij constateerde enigszins verdwaasd dat zijn vrouw zich aan hem had vergrepen. Anders kon hij het niet noemen. Hij voelde zich doelbewust, maar aangenaam misbruikt. Gelukkig waren de buren op vakantie aan de Gold Coast.

‘Hmmmmm.’ Mandy keek glimlachend omhoog, naar de met sterren bezaaide hemel. Drew werkte zich op een elleboog overeind. Wanneer hij goed keek kon hij het kuiltje in haar linkerwang onderscheiden, als een donkere schaduw. Haar bezwete huid rook opwindend, naar oneerbare bedoelingen.

‘Waar kwam dat ineens vandaan?’ Hij legde een hand op haar zachte, bleke buik.

‘Afblijven! Ik ben getrouwd!’ Ze sloeg met een brede grijns zijn hand weg en giechelde toen hij haar begon te kietelen. ‘Wat voer je in je schild?’

‘Hoezo? Ik voer helemaal niks in mijn schild. Ik... ik kijk naar de sterren.’

Lichtelijk aangeschoten en volmaakt gelukkig vouwde Drew zijn armen onder zijn hoofd en volgde haar blik. Die februariavond zetten de Carmichaels het proces in werking dat negen maanden later, op een vroege novemberochtend, zou leiden tot de geboorte van een meisje, een kleine Boogschutter. Een fijn poppetje, in alle opzichten volmaakt, met een babyversie van het lichtbruine haar dat later rond haar scherp getekende gezicht zou krullen. Een kindje met de lichtbruine ogen, het puntige kinnetje en de welgevormde lippen van haar moeder. En met de donkere, rechte, bijna strenge wenkbrauwen van haar vader.

Een astroloog had kunnen voorspellen dat dit kleine meisje later geen blad voor de mond zou nemen; dat ze altijd eerlijk zou zeggen waar het op stond; dat ze speels zou zijn, maar met een neiging tot perfectionisme. Dat ze dol zou zijn op taal, dat ze op haar negende op de televisie zou komen, als winnares van een spellingswedstrijd voor kinderen; dat ze de gewoonte zou ontwikkelen om altijd met een potlood achter haar oor te lopen. Dat haar nachtkastje zou zuchten onder het gewicht van stapels boeken – gelezen, half gelezen, nog te lezen – en dat de kans groot was dat er bij die boeken ook een catalogus van Howards Storage World of Ikea zou liggen, want dat het bestuderen van kasten en opberghulpjes haar leven lang een heimelijk genoegen zou vormen. Dat haar geheugen net zo ordelijk en onberispelijk zou zijn als een glimmende, roestvrijstalen archiefkast, en dat zelfs haar appjes foutloos gespeld zouden zijn en voorzien van een perfecte interpunctie. Maar een astroloog zou ook verdrietig het hoofd hebben geschud bij de voorspelling dat dit kleine meisje niet veel op zou hebben met de sterren. Sterker nog, dat ze horoscopen volstrekte onzin zou vinden.


‘Justine,’ zei Mandy zacht en dromerig.

‘Hè? Wat zei je?’

‘Jus-tine,’ zei Mandy nu iets duidelijker. ‘Wat vind je van Jus- tine?’

‘Justine? Wie is dat?’ vroeg Drew niet-begrijpend. ‘Ik ken geen Justine.’

Nog niet, dacht Mandy. Maar dat duurt vast niet lang meer.

‘In de sterren’ – Minnie Darke – A.W. Bruna – € 17, 99 via Bol.com.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '