Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

Feit of fabel?

6 stellingen over de pil verklaard: verlaagt de pil je libido?

‘Van de pil word je depressief.’ Het is maar een van de vele berichten over de pil die wel vaker de krant halen. Maar hoe zit het nu écht? Flair en de gynaecoloog geven je een antwoord op al je prangende pilvragen.

STELLING 1: de pil maakt je depressief

Dit zegt de wetenschap


Onderzoekers aan de Universiteit van Kopenhagen brachten eind 2016 een nieuwe baanbrekende studie uit. Gedurende 13 jaar bestudeerden ze een miljoen vrouwen tussen 15 en 34 jaar en ontdekten in die periode dat het percentage depressies opmerkelijk hoger lag bij vrouwen die de combinatie- of minipil slikken. De kans op het nemen van antidepressiva steeg met maar liefst 23 %, en dat vooral bij de jongste vrouwen. Het risico zou daarentegen weer afnemen na langdurig gebruik of als je op latere leeftijd start met de pil. Na een periode van vier tot zeven jaar zou het risico zelfs kleiner worden dan bij vrouwen die nooit de pil namen.

Dit zegt de gynaecoloog


Gynaecoloog dr. Michèle Leunen: ‘De anticonceptiepil bevat naast het hormoon oestrogeen ook het hormoon progestageen. Vrouwen die gevoelig zijn voor depressie, hebben over het algemeen een lagere serotoninespiegel, oftewel een lagere dosis van het “gelukshormoon”. Progestageen zorgt bij hen voor een verdere daling en schommelingen van dat gelukshormoon. In dat geval kan je overwegen om over te schakelen op een pil die meer oestrogeen bevat of op een niet-hormonale vorm van contraceptie, zoals het koperspiraaltje of een condoom.

STELLING 2: de pil verlaagt je libido

Dit zegt de wetenschap


Dat je libido de dupe kan zijn van de pil, wordt al langer gezegd. In de zomer van 2016 bewezen onderzoekers van het Zweedse Karolinksa Instituut ook daadwerkelijk dat hormonale anticonceptie je seksleven kan beïnvloeden. Voor het onderzoek bestudeerden de wetenschappers drie maanden lang twee groepen van telkens 166 vrouwen. De ene groep nam een populaire anticonceptiepil, de andere groep een placebo. Hoewel beide groepen aangaven dat ze geen verandering ervoeren in de frequentie van hun orgasmes, hun zelfbeeld en hun seksuele respons, meldden de proefpersonen die wél de echte pil namen dat hun lustgevoelens verminderden, ze minder snel opgewonden raakten en ze minder plezier beleefden aan seksuele handelingen.

Dit zegt de gynaecoloog


Gynaecoloog dr. Michèle Leunen: ‘Studies over het effect van de pil en andere hormonale anticonceptie op het libido spreken elkaar enorm tegen. Bij sommige vrouwen lijken ze een negatief effect te hebben, andere ervaren geen of zelfs een positief effect. Er zijn vrouwen die meer zin in seks krijgen en er meer van genieten. Misschien komt dat omdat de angst om zwanger te worden wegvalt of omdat de menstruatie regelmatiger is. Rond de eisprong ervaren veel vrouwen een toename in libido. Wanneer de ovulatie door pilgebruik wordt geremd, kan op die manier het libido verminderen. De interessantste hormoonverandering, als het gaat om libidoverlies, is verandering van de vrije testosteronconcentratie (VT) in het bloed. De pil onderdrukt ook de productie van testosteron. Daardoor kunnen bij sommige vrouwen de seksuele lustgevoelens verminderen. Vooral jonge vrouwen die een lagedosispil nemen, lijken er last van te hebben. Tweedegeneratiepillen zouden dan weer minder aanleiding geven tot libidoverlies.’

Na vijf jaar pilgebruik zou de kans op baarmoederkanker met een kwart dalen, na tien jaar zelfs met de helft.

STELLING 3: van de pil krijg je kanker

Dit zegt de wetenschap


Nadat er in 1999 een grootschalige Britse studie was verschenen die gedurende 25 jaar 46.000 vrouwen opvolgde, is de discussie over het verband tussen de pil en kanker niet meer opgehouden noch eenduidig verklaard. Volgens die oorspronkelijke Britse studie zouden pilgebruiksters op korte termijn minder risico lopen op eierstokkanker, maar vaker in aanraking komen met baarmoederhalskanker. Uit de studie bleek echter dat de schade alleen optreedt tijdens het pilgebruik en in de eerste jaren na het stoppen met de pil. Later werd de pil ook in verband gebracht met een verhoogd risico op borstkanker, maar ook dat werd in andere studies dan weer in vraag gesteld. Ook over de discussie of het risico op kanker verhoogt of verlaagt bij pilgebruik in combinatie met roken of na het stoppen met de pil, blijft onduidelijkheid.

Dit zegt de gynaecoloog


Gynaecoloog dr. Michèle Leunen: ‘Globaal genomen vermindert hormonale anticonceptie het risico op kanker. De combinatiepil vermindert de kans op eierstokkanker en baarmoederkanker. Hoe langer vrouwen de pil gebruiken, hoe lager het risico wordt. Na vijf jaar pilgebruik zou de kans op baarmoederkanker met een kwart dalen, na tien jaar zelfs met de helft. Na het stoppen met de pil neemt het effect heel langzaam af, maar 15 jaar na het stoppen is het risico nog verlaagd.’

‘Er bestaat een heel licht verhoogde kans op baarmoederhalskanker bij langdurig pilgebruik. We hebben het dan over een periode van meer dan vijf jaar. Na het stoppen daalt het risico geleidelijk en vanaf tien jaar na het stoppen is het risico weer gelijk aan dat van vrouwen die de pil nooit gebruikten. Of er ook een verhoogd risico op baarmoederhalskanker is bij meisjes en vrouwen die gevaccineerd zijn tegen het humaan papillomavirus (HPV), is momenteel nog niet geweten.’

‘Of de combinatiepil de kans op borstkanker verhoogt, is nog onduidelijk. Mogelijk is er een heel licht verhoogde kans, vooral bij langdurig gebruik en bij vrouwen die ouder zijn dan 35. Dat licht verhoogde risico vermindert als je weer stopt met de pil en is tien jaar later weg. Bij gebruik van de minipil, de prikpil en het hormoonspiraal is er waarschijnlijk geen verhoogd risico op borstkanker.’

STELLING 4: de pil verhoogt het risico op hart- en vaatziekten en trombose

Dit zegt de wetenschap


Datzelfde Britse onderzoek kaartte voor het eerst een duidelijk verband aan tussen de pil en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en trombose – oftewel: bloedklonters. In 2013 laaide die discussie weer hoog op toen de bekende pil Diane 35 in Frankrijk uit de rekken werd genomen nadat ze in verband werd gebracht met vier sterfgevallen door trombose. Het Franse geneesmiddelenagentschap ANSM gaf het Europese geneesmiddelenagentschap EMA de opdracht een studie uit te voeren. Uit dat onderzoek bleek dat het risico op bloedklonters afhankelijk is van het type progestageen, een van de hormonen in de combinatiepil.

Dit zegt de gynaecoloog


Gynaecoloog dr. Michèle Leunen: ‘Bij gebruik van de combinatiepil is de kans op hart- en vaatziekten heel licht verhoogd. Dat is sterk afhankelijk van het type anticonceptie, je leeftijd, rookgedrag, gewicht en andere gezondheidsproblemen. Bij de progestageen-alleenmiddelen (minipil, prikpil, implantaat en hormoonspiraal) is het risico niet verhoogd. Het risico op een trombose of bloedklonter is het hoogst tijdens het eerste jaar van het gebruik, en specifieker: de vier eerste maanden. Daarna daalt het weer, maar het blijft hoger dan bij niet-gebruiksters. Zodra er gestopt wordt, normaliseert het risico. Het progestatieve bestanddeel van de pil heeft een invloed op dat risico. Van de 100.000 vrouwen die geen pil gebruiken, krijgen er per jaar vijf à tien een trombose. Van de 100.000 vrouwen die een pil van de tweede generatie nemen, krijgen er twintig per jaar een trombose. Deze pil geeft dus een twee- tot viermaal zo hoog risico. Bij vrouwen die pillen van de derde generatie gebruiken, is het risico op veneuze trombose zes tot acht keer zo hoog als bij vrouwen die geen pil gebruiken. Daarom verdienen pillen van de tweede generatie de voorkeur. Vrouwen die een pil met het progestageen cyproteron nemen, hebben eveneens een hoger risico op trombose dan vrouwen die een pil nemen van de eerste en tweede generatie. Hoewel de pil het risico op trombose verhoogt, gaat het gelukkig om kleine aantallen per jaar. Je hoeft niet te panikeren.’

We moeten ons niet ongerust maken over de pil. De voordelen blijven groter dan de nadelen.

STELLING 5: De pil vermindert de ontwikkeling van spiermassa

Dit zegt de wetenschap


Als we de onderzoekers van de A&M University in Texas mogen geloven, kan de anticonceptiepil de ontwikkeling van spiermassa tot wel 60 % verminderen. Dat besloten ze nadat ze 73 vrouwen tussen 18 en 31 jaar in twee groepen hadden verdeeld. 34 van hen gebruikte de pil, 39 niet. Beide groepen doorliepen vervolgens een tien weken durend trainingsprogramma gericht op het hele lichaam.

Dit zegt de gynaecoloog


Gynaecoloog dr. Michèle Leunen: ‘Progestagenen van de tweede generatie hebben eerder een androgene (lees: spierstimulerende) werking, terwijl progestagenen van de derde en vierde generatie eerder een antiandrogene werking hebben. Vrouwen die veel aan sport doen, kunnen dus beter een tweedegeneratiepil gebruiken. Een ander voordeel aan de pil is dat maandstonden uitgesteld kunnen worden en minder hevig kunnen zijn. Stel je maar even voor dat je ongesteld bent tijdens een fitnesswedstrijd...’

STELLING 6: De pil verbetert je hersenfunctie

Dit zegt de wetenschap


Wetenschappelijk nieuws over de pil hoeft niet altijd onheilspellend te zijn. Zo publiceerde The Journal of American Geriatrics Society een artikel waarin wetenschappers aantonen dat het nemen van de pil een positief effect heeft op de hersenen, en dat vanwege de hormonen die erin zitten. Bij vrouwen die langer dan tien jaar de pil slikken, zou onder meer het vermogen om problemen op te lossen, verbeteren.

Dit zegt de wetenschap


Gynaecoloog dr. Michèle Leunen: ‘Oestrogenen kunnen een positief effect hebben op de hersenen. Op dit ogenblik zijn er echter te weinig studies over de neurologische effecten van de pil om een eenduidige conclusie te trekken.’

 

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '