Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?
‘Oké’, zeg ik aarzelend, ‘wat wil je vragen?’ ‘Zou jij… met mij… eens willen samenzitten over een eigen zaak starten? Ik heb zoveel vragen en ik weet niet goed bij wie ik anders terechtkan. Ik heb een boekhouder, natuurlijk, maar ik heb ook eerder praktische vragen, en die wil ik graag stellen aan een vrouw met ervaring.’ Deze vrouw wil graag een héél andere ervaring opdoen met jou, denk ik bij mezelf. Maar het is beter dan niets. Als hij tijd met me doorbrengt, leert hij me beter kennen, en wie weet valt hij dan wel voor me. ‘Euh… Oké. Al kan ik je niet beloven dat ik iets interessants te vertellen heb. Wat voor zaak wil je starten?’ ‘Daar zullen we het later wel over hebben. Mag ik je trakteren op een etentje?’ ‘O. Ja, natuurlijk. Alles is beter dan dat ik zelf moet koken’, zeg ik met een zenuwachtige giechel. ‘Heb je vandaag tijd na het werk? Ik zag dat je sluit om vijf uur. Heb je plannen vandaag?’ ‘Nee’, antwoord ik veel te snel. ‘Ik denk het niet, maar ik kan maar beter even mijn agenda checken, want het is tegenwoordig nogal druk’, lieg ik.
‘Het maakt niet uit hoe ik eruitzie’, zeg ik. ‘Het is toch geen date.’ ‘O nee? Wat als hij het als excuus gebruikt om je uit eten te vragen?’
Voor de vorm scrol ik wat door m’n telefoon. ‘Euh… Ja, ik ben toevallig net vrij vandaag en ben rond halfzes klaar met werken.’ ‘Oké, ik pik je om zes uur op. Is dat goed voor je?’ ‘Prima’, zeg ik. Ik heb altijd vroeg honger en heb nooit mensen gesnapt die pas om acht uur op restaurant gaan. Of, nog vreemder, mensen die voor de tweede shift gaan, om negen uur of zelfs later. Hoe overleven ze dat? En hebben ze dan ’s nachts geen buikpijn? Hij neemt zijn bessenlimonade en gaat aan een tafeltje bij het raam zitten om daar op zijn telefoon te scrollen. Zoals de meeste mensen hier, trouwens. Zelfs degenen die hier niet alleen zijn. Af en toe moet ik zelfs aan mensen vragen of ze het geluid van hun telefoon kunnen uitzetten, omdat ze met hun volumeknop op de hoogste stand door TikTok scrollen. Hoe kan je nou niet begrijpen dat dat vreselijk storend is voor anderen? Gelukkig is hij niet een van die mensen. En dan besef ik dat ik nog steeds niet weet hoe hij heet.
Latrelatie met m’n bestie
‘En je hebt het hem niet gevraagd?’ vraagt mijn beste vriendin Iris terwijl ik voor de spiegel sta. Het gebouw waarin de koffiezaak zit, is van mij, dus woon ik in het appartement erboven en zij woont in het appartement dáárboven, voor een vriendinnenprijsje. Sommige mensen zouden het dom vinden, maar ik ben liever een goed mens dan een rijk mens. Iris heeft nu eenmaal niet zoveel geluk gehad in het leven als ik. Als tiener ging ze van pleeggezin naar pleeggezin, tot ze op haar achttiende op straat stond en voor zichzelf moest zorgen. Ze woonde toen op haar studentenkamer en logeerde af en toe een weekend bij ons thuis, op vraag van mama. Wij vonden dat allemaal supergezellig, maar Iris wilde ons niet tot last zijn. Hoezeer wij ook benadrukten dat ze dat zeker niet was en hoezeer ik haar ook op het hart drukte dat ze als een zus voor me was, vaker dan een keertje per maand wilde ze niet op weekend komen. Ook over de lage prijs die ik vraag voor het appartement deed ze eerst moeilijk, tot ik sterk benadrukte dat ik het huis zelf niet hoef te betalen, dat ik het gekregen heb, dat ik nauwelijks kosten heb en vooral: dat zij míj een plezier doet, want ik wil dat ze dicht bij me woont. Bovendien voel me veiliger met iemand die ik ken in huis.
Iris plaagt me onverstoorbaar verder als ineens de bel gaat. Hij is er! Ik ben plots zo zenuwachtig dat ik er misselijk van word.
Ze heeft mijn aanbod aangenomen op voorwaarde dat ze mijn appartement mag poetsen. Dat vond ik dan weer ongemakkelijk, maar ze doet het altijd op zaterdag, wanneer ik aan het werk ben en zij vrij heeft. En eigenlijk ben ik intussen wel blij dat ik dat na een lange werkweek niet zelf hoef te doen. Ik poets tenslotte al genoeg in de koffiebar, en Iris is er echt goed in. ‘Nee, ik vond het zo vreemd om het hem toen nog te vragen.’ ‘En je vindt het niet vreemd dat je het dan straks wél moet vragen?’ ‘Ik hoop dat er iets gebeurt waardoor ik zijn naam per ongeluk te weten kom.’ ‘Zoals? Hij die een pak visitekaartjes laat vallen die jij bij elkaar moet rapen?’ ‘Ja, dat kán toch?’ ‘U-hu.’ ‘Of misschien zie ik de naam op zijn bankkaart als hij betaalt voor het etentje.’ ‘Dus jij vindt dat de man moet betalen?’ ‘Ik vind dat de persoon die de ander mee uit eten neemt om informatie te krijgen, moet betalen.’ ‘Daar heb je wel een punt.’ Ik kijk in de spiegel. Mijn kapsel was nonchalant en speels bedoeld, maar ziet er pluizig en rommelig uit. Ik ben altijd zo jaloers geweest op mensen met glanzend sluik haar of een mooie bos krullen. Ik heb geen van beide. ‘Je ziet er goed uit’, zegt Iris. ‘Ik zeg toch niks?’ ‘We kennen elkaar nu al zo lang. Ik weet heus wel wat die blik betekent.’ ‘Ach, wat maakt het ook uit? Het is toch geen date.’ ‘Maar weet je dat wel zo zeker? Wat als hij dit als excuus gebruikt om je uit eten te vragen?’ ‘Waarom zou hij dat doen? Hij heeft toch helemaal geen excuus nodig?’
‘Misschien is hij net zo onzeker als jij. In dat geval zijn jullie nu al a match made in heaven. Je vertelde zelf dat hij regelmatig komt en telkens iets anders bestelt. Klinkt als iemand die je aandacht probeert te trekken.’ ‘Als ik iets bestel in een koffiebar, ga ik er wel van uit dat de mensen die daar werken echt niet onthouden wat ik vorige keer heb besteld. Misschien is hij gewoon heel erg vreemd. Dat zou in elk geval zijn interesse in mij verklaren.’ ‘Echt waar, Maya, wees toch niet zo negatief over jezelf. Je bent mooi en slim, je hebt met veel succes een eigen zaak uitgebouwd, je hebt een superleuke beste vriendin...’ Ze grijnst. ‘Die laatste twee dingen zijn in elk geval waar. En als er iets is waar mannen naar op zoek zijn, is het wel een vrouw met een eigen zaak en een leuke beste vriendin.’
Jij bent perfect. Of nee, toch niet.
‘Waar gaan jullie eten?’ ‘Weet ik niet. Hij pikt me beneden op.’ ‘Met de auto, of…’ ‘Geen idee. Ik hoop te voet, want er zijn zoveel gezellige restaurantjes in de buurt en…’ ‘En je wil hem dronken voeren?’ ‘Hoe wéét jij dat?’ ‘Zoals ik net zei: ik ken je goed genoeg.’ ‘Het kan alleen maar helpen.’ ‘Of het nu deze man is of een andere, ik hoop dat degene met wie je eindigt je elke dag zegt hoe geweldig je bent. Dan hoef ik dat tenminste niet meer te doen. Er zijn echt niet genoeg uren in een dag.’ ‘Ik kan maar beter naar beneden gaan.’ ‘Je bent nog een kwartier te vroeg.’ ‘Maar hoe kan ik anders doen alsof ik aan het poetsen was en totáál was vergeten dat we hadden afgesproken?’ ‘Meen je dat nu? Ga je spelletjes spelen?’ ‘Hoort dat er niet bij?’
‘Ik hoop het niet. Niet op onze leeftijd en bij onze generatie. Waarom zou je samen willen zijn met een man bij wie je je anders moet voordoen? En ga je dat dan de rest van je leven volhouden?’ ‘Oké, je hebt gelijk. Geen spelletjes.’ ‘Je bent perfect zoals je bent.’ Ik kijk haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Oké, niet perfect, natuurlijk. Als je iets leent, geef je het niet terug en raak je het soms zelfs kwijt. En je plooit de hoeken van je boeken om in plaats van een bladwijzer te gebruiken, wat echt heiligschennis is, zeker als je het doet met mijn boeken.’ ‘Wat maakt het uit? Ik geef ze toch nooit terug’, zeg ik met een sardonische glimlach. ‘En je kan zelfs geen pasta pesto maken zonder die te laten aanbranden’, gaat Iris onverstoorbaar verder. Gelukkig word ik gered door de bel. Letterlijk. Hij is er. Ik ben plots zo zenuwachtig dat ik er misselijk van word.
Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.