'Amper een half uur had ik die man gezien, toen ik moest beslissen of ik met hem wilde trouwen.'
Tsiporah (30) besloot acht jaar geleden te breken met haar ultra-orthodoxe geloof
Wie gelovig is, is daar meestal mee opgegroeid. Je gaat naar de kerk, doet mee aan de ramadan of leest de Thora. Maar wat als je besluit om te breken met die godsdienst? Tsiporah (30) deed het acht jaar geleden.
‘Toetreden is verleidelijk, ontsnappen is onmogelijk. Dat las ik onlangs op de cover van het boek “De Sekte” van Mariette Lindstein. En zo was het ook voor mij. Ik groeide op in een ultra-orthodox gezin, in een joodse buurt. Een heel geïsoleerde omgeving, waar ik alleen in contact kwam met andere joden en me bovendien werd verteld dat iedereen in de zogezegde buitenwereld antisemiet is. Ook op school leerde ik weinig tot niets over de rest van de wereld, en het niveau van de leerstof en de lessen was bedroevend laag. We leerden er amper Nederlands en spraken bijna uitsluitend Jiddisch, een soort mengelmoes van Duits en Pools. Bovendien waren de schoolregels enorm streng, en daar had ik het als kind bijzonder moeilijk mee. Ik was hyperactief, wilde dingen doen.’
Joods seminarie in het buitenland
‘En hoe ouder ik werd, hoe rebelser ik daardoor werd. Ik voelde me niet thuis op school, en eigenlijk ook niet in mijn gemeenschap. Ik begon me vragen te stellen over mijn geloof, maar niemand kon of wilde die beantwoorden. En alsof dat nog niet genoeg was, besefte ik al op vrij jonge leeftijd dat ik lesbisch ben – iets wat in zo’n ultra-orthodoxe omgeving gelijkstaat aan een terdoodveroordeling. Ik kon er dus met niemand over praten. Het enige wat telde voor iedereen die ik kende, was het geloof. Jarenlang kampte ik met zelfmoordneigingen en ik voelde aan elke vezel in mijn lijf dat ik de hel waarin ik leefde niet kon volhouden. Maar er was geen uitweg. Ziek werd ik ervan – letterlijk. In de hoop opnieuw gelukkig te worden smeekte ik mijn ouders om me weg te halen van mijn joodse school. In de plaats stuurden ze me naar een joods seminarie in het buitenland. Natuurlijk was ik daar ook niet gelukkig. Na een paar maanden was ik alweer terug thuis, met een nieuwe droom – psychologie studeren. Uiteindelijk lukte het me om mijn moeder en vader te overtuigen om examencommissie af te leggen, om zo eerst mijn middelbaar diploma te behalen. Enige voorwaarde: dat ik tegelijkertijd ging werken. Het werden loodzware jaren, vooral omdat ik in de tussentijd ook verloofd was met een joodse man...’
Pas toen ik zwanger raakte, besliste ik: dit wil ik mijn kind nooit aandoen.
‘Ik heb me zo goed en zo kwaad ik kon verzet tegen dat huwelijk, maar alles en iedereen zette me onder druk. Amper een half uur had ik die man gezien, toen ik moest beslissen of ik met hem wilde trouwen. Hij durfde me niet eens aan te kijken! Het is me gelukt om hem – tegen de ultra-orthodoxe joodse traditie in – nog twee keer te zien, maar uiteindelijk kon ik niet anders dan toegeven. Het peperdure verlovingsfeest ging aan me voorbij, ik was van de wereld. Zes maanden, waarin ik hem niet één keer mocht zien, na dat feest trouwden we. De avond ervoor legde de vrouw van de rabbijn me uit hoe ik seks moest hebben, want daar had ik geen flauw benul van – ook al was ik intussen achttien. Traumatisch is dus het minste wat ik kan zeggen van die eerste huwelijksnacht. Van liefde of affectie was geen sprake, ook daarna niet. Mijn man was een extremist die elke regel uit de Thora bijna letterlijk wilde volgen. Zo was hij ervan overtuigd dat als hij één druppel sperma verloor, hij dat met zijn leven moest bekopen. Voorspel bestond niet. Maar hij ging nog verder dan dat: uit angst een erectie te krijgen, durfde hij zelfs niet in mijn buurt komen, laat staan aanraken. Ik was te sexy, zogezegd, omdat ik mijn haar niet wilde scheren.’
Eindelijk echt vrij
Tsiporah, je verwacht te veel, kreeg ik te horen, waarom wil je warmte en liefde? Dat hoort niet, je man is een geleerde. Talloze pogingen heb ik ondernomen om van hem te scheiden, maar de druk om te blijven was immens. Pas toen ik zwanger raakte, besliste ik: dit wil ik mijn kind nooit aandoen. Het duurde nog een jaar, maar ik heb de stap gezet. Al ging dat zeker niet zonder slag of stoot. Zo dreigde de rabbijn dat mijn vader zijn job zou verliezen, terwijl ikzelf er alles aan deed om mijn ex tevreden te houden. Dat ik daar behoorlijk wat schulden aan overhield, nam ik erbij. Ik werkte kei- en keihard. Maar ook toen werd ik tegengewerkt. De opticien die me in dienst had genomen, moest kiezen van de gemeenschap: ofwel bleef ik, ofwel verloor hij al zijn joodse klanten. Gelukkig vond ik al snel ander werk, twee jobs zelfs, die ik ook nog eens combineerde met hogere studies. Dat was zwaar, maar ik had gelukkig de steun van mijn oma, die me overtuigde vol te houden. Het was pas in die periode dat ik niet-joden leerde kennen, en ik ook een heel andere wereld ontdekte. Ik kende niets van de waarden en normen die heersten buiten de joodse gemeenschap, laat staan van de gewoontes of de cultuur. Om nog maar te zwijgen over het niveau van mijn Nederlands… Het was alsof ik weer een klein kind was. De échte breuk met de gemeenschap volgde pas drie jaar geleden, toen ik besliste om mijn zoon niet langer naar een joodse, maar naar een Vlaamse school te sturen. Op dat moment liet iedereen die ik kende van vroeger me vallen. Het werd het begin van een heel nieuw leven.’
Hoe zwaar het ook geweest is, ik zou de beslissing om ermee te kappen zó opnieuw nemen.
‘Ik heb misschien al lang afscheid genomen van mijn geloof, echt vrij voel ik me pas sinds twee jaar. Het heeft me ongelooflijk veel kracht gekost om mijn leven beetje bij beetje weer op te bouwen en steeds meer afstand te nemen van mijn vroegere gemeenschap. Het is zwaar geweest, nog steeds eigenlijk, en de weg hiernaartoe heeft me mijn gezondheid gekost. Vorig jaar ben ik compleet gecrasht, met zware angstaanvallen en zelfs een ziekenhuisopname tot gevolg. Toen pas stond ik voor het eerst stil bij alles wat me overkomen was. Jarenlang was ik doorgegaan, doorgegaan, doorgegaan, zonder om te kijken. Ik heb diep gezeten, en ben nog steeds bezig met uit het dal te klimmen. Het contact met mijn ouders heb ik verbroken. Ze zijn zo verzuurd door alles wat is gebeurd, en ze lijken het zelf ook allemaal niet meer te weten. Ook in de ogen van de gemeenschap heb ik iets vreselijks gedaan en soms ben ik bang dat ik mijn keuze met mijn leven zal moeten bekopen… Toch zou ik de beslissing om ermee te kappen opnieuw nemen – daar twijfel ik geen seconde aan. Ik droom ervan jonge mensen te inspireren – met mijn kennis én mijn ervaring, ik heb fantastische vriendinnen en een zoon om trots op te zijn. Alles wat ik vandaag doe en alles wie ik ben, dat heb ik aan mezelf te danken. En daar kan ik alleen maar blij om zijn.’
Heb je vragen over zelfdoding of wil je met iemand praten? Dat kan, gratis en anoniem. Op www.zelfmoord1813.be of www.tele-onthaal.be kan je chatten, bellen kan op de nummers 1813 (Zelfmoordlijn) of 106 (Tele-Onthaal).
Lees ook:
- Febe (25): ‘Vaak ging ik tussen mama en papa in staan, zodat hij haar niet zou slaan’
- Wendy (35): ‘Als je in armoede bent geboren, is het extreem moeilijk om het tij te keren’
- Inge (33) en Mo (34) vochten 10 jaar lang om samen te kunnen zijn
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier