Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Tim De Backer

Wendy groeide op in armoede, een vicieuze cirkel die ze (nog) niet kon doorbreken.

Wendy (35): ‘Als je in armoede bent geboren, is het extreem moeilijk om het tij te keren’



Over armoede bestaan nog heel wat vooroordelen, terwijl iedereen het van de ene op de andere dag financieel moeilijk kan krijgen. Wendy (35), mama van Alicia (14) en Remco (10), groeide op in armoede, een vicieuze cirkel die ze (nog) niet kon doorbreken. Ze zit in collectieve schuldbemiddeling en is werkloos. Ze ontvangt een werkloosheidsuitkering van € 1300 per maand.



‘Ik kan niet zeggen dat ik een normale jeugd achter de rug heb. Ik groeide niet op in een klassiek gezinnetje, want mijn ouders gingen uit elkaar toen ik een peuter was. Toen mama er alleen voor kwam te staan en twee piepjonge kinderen onder haar hoede kreeg, brak er voor haar een moeilijke periode aan. Scheiden doet lijden, zeker wanneer je kinderen hebt, maar bovendien was mama invalide. Door haar ziekte was ze niet in staat om te werken en leefde ze van een invaliditeitsuitkering. Bijgevolg hadden we het niet breed, al wist ik destijds niet wat armoede was of wat dat concreet betekende. Als ik speelgoed of kleding wilde en mama vervolgens nee zei, stelde ik me daar geen vragen bij.

Ik weet wel nog dat ik me als kind heel vaak schaamde voor mijn mama. Op straat liep ik steevast enkele meters voor haar uit. Die schaamte had niet te maken met het gebrek aan financiële middelen, wel omdat mama slecht ter been was en niet kon wat andere ouders met hun kinderen deden. Een stom voorbeeld, maar een wandeling van enkele kilometers zat er niet in. Een uitstap naar de Efteling, Disneyland Parijs of een ander pretpark, daar kon ik alleen maar van dromen. Hoewel ze binnen haar eigen mogelijkheden alles deed om een liefdevolle moeder te zijn, kwam ze niet alleen handen, maar ook ogen tekort (stil). Zo werd ik misbruikt door niet één, maar twee mensen uit mijn nabije omgeving: mijn grootvader en de toenmalige vriend van mama... Over het misbruik repte ik met geen woord. Het was een heel donker geheim dat ik geruime tijd met me meedroeg, al was het misbruik de hoofdreden waarom ik op mijn twaalfde bij mijn papa, met wie ik nog sporadisch contact had, wilde wonen.’

Gesloten instelling


‘Mijn vader – die samen met zijn nieuwe vriendin in een sociale woning ging wonen nadat hij arbeidsongeschikt werd verklaard – had nog meer financiële problemen. Maar voor mij was het de normaalste zaak van de wereld dat onze koelkast niet overvol zat en dat er regelmatig spaghetti met bruine suiker op tafel kwam. Bij hen woonde ik tot mijn veertiende, tot ik mezelf en de weg kwijt was door de zware rugzak die ik al op jonge leeftijd met me meedroeg en vervolgens in verschillende voorzieningen van bijzondere jeugdzorg terecht- kwam. Telkens als ik wegliep, wat meer dan eens gebeurde, kwam ik in een andere instelling terecht.

Tussen mijn veertiende en mijn zeventiende verbleef ik twee keer in De Zande in Beernem, een gesloten jeugdinstelling voor meisjes. Nog voor ik volwassen werd, kreeg ik de mogelijkheid om begeleid te gaan samenwonen in een studio in Leuven. Een project dat als doel had om kansarme jongeren voor te bereiden om op eigen benen te staan, waar er wekelijks een begeleider over de vloer kwam die ons bijstond bij allerlei praktische zaken. Ik begon daar vol goede moed aan, maar toen ik een vriendje had, keerde ik terug naar Antwerpen, zonder voldoende kennis op zak. Heel lang duurde die relatie niet. Op mijn achttiende stond ik er alweer alleen voor en besloot ik – nog voor ik mijn diploma op zak had – om te stoppen met school.

Als je in armoede bent geboren, is het extreem moeilijk om het tij te keren.


Bovendien bracht die verjaardag nieuwe problemen met zich mee... Door de jaren heen kwam de waarheid over het misbruik aan het licht, waarop mijn grootvader werd veroordeeld tot een gevangenisstraf en een schadevergoeding van 200.000 Belgische frank, net geen vijfduizend euro. Dat bedrag werd op een spaarrekening gestort die ik tijdens die periode in handen kreeg. Een mooie start zou je misschien denken, maar ik wilde dat geld in geen geval voor mezelf gebruiken. Als ik dat deed, leek het alsof die som het misbruik zou goedmaken en zou ik me opnieuw vies voelen (stil). Om die reden besloot ik om nieuw meubilair te kopen voor een gezin dat me meermaals had opgevangen toen ik uit instellingen was weggelopen. Van die beslissing heb ik zeker geen spijt, maar die had wel als gevolg dat ik mijn leven vanaf nul heb moeten opbouwen.’

Verkeerde beslissingen


‘Omdat ik destijds geen huisvesting had, woonde ik in bij vrienden. Af en toe had ik een interimjob, wat zonder diploma niet vanzelfsprekend is, maar ik had een minimumloon en geen flauw idee hoe ik met geld moest omgaan. Mijn leven toen bestond vooral uit geregeld op stap gaan. Ik was jong en keek niet verder dan mijn neus lang was, tot ik op mijn twintigste ontdekte dat ik zwanger was. Mijn zwangerschap was ongepland, maar daardoor zag ik in dat ik een draai aan mijn leven moest geven. Ik wilde mijn verantwoordelijkheid opnemen, opdat mijn ongeboren kind een betere toekomst zou hebben, maar ik had en vond geen vast werk, waardoor ik niet anders kon dan aan te kloppen bij het OCMW.

Uiteindelijk kreeg ik tijdelijk een uitkering van achthonderd euro per maand, waardoor ik nog voor de geboorte van mijn dochter een studio kon huren. Nadat ik mama was geworden, ging ik geregeld naar Moeders voor Moeders, waar ik vijftig cent betaalde voor een voedselpakket, idem voor winter- en zomerkleding. Niet veel later herstelde ik het contact met mijn moeder, die me sindsdien in de mate van het mogelijke ondersteunt. Ik bleef zoeken naar werk en fladderde van de ene naar de andere interimjob, maar wanneer je zelf in armoede bent geboren, is het extreem moeilijk om het tij te keren, zeker als je vervolgens nog enkele verkeerde beslissingen neemt.

Ik weet dat er een beter leven op ons wacht als ik weer een job heb en we schuldenvrij zijn.


In 2007 had ik een nieuwe vriend, met wie ik twee jaar later een zoontje kreeg. Hein had net als ik geen vast inkomen, maar had daarnaast ook tal van penale boetes achter zijn naam staan, met als gevolg dat we samen besloten om in collectieve schuldbemiddeling te gaan. Alicia en Remco waren toen nog piepjong, waardoor dit ons de beste beslissing leek. Na vier zware jaren waren onze schulden afgelost en – omdat ik intussen vast werk had – konden we een jaar later een lening voor een auto aangaan. Onze toekomst zag er rooskleurig uit, maar toen Hein kort daarna zijn vader verloor aan kanker, verloor hij zichzelf in drugs en in mei 2015 gingen we uit elkaar. Om een lang verhaal kort te maken: Hein bleek al een hele tijd achter mijn rug te dealen. Na een politie-inval belandde hij in de gevangenis, waar hij vandaag nog steeds verblijft. Omdat hij al jarenlang geen inkomen heeft, kwam die lening volledig op mijn schouders terecht, met alle gevolgen van dien.’

Dapper doorvechten


‘Vandaag zit ik opnieuw in collectieve schuldbemiddeling. Er hangt nog een schuld van € 11.000 boven mijn hoofd. Tot overmaat van ramp werk ik momenteel niet. Ik had een mooie job als postbode en een inkomen van zo’n € 1.600, maar twee jaar geleden werd ik slachtoffer van partnergeweld. Daarbij liep ik niet alleen een barst in mijn schedel en een hersenschudding op, maar ik ben ook mijn twee voorste tanden kwijt. Vooral dat laatste speelt me veel parten, zelfs in die mate dat ik zelf ontslag nam. Een beslissing waar ik veel spijt van heb, want daardoor heb ik me alleen nog meer in de nesten gewerkt. Ik heb nog steeds geen nieuwe job. Het is moeilijk om werk te vinden. Als je tegenwoordig wil werken als poetsvrouw, moet je zelfs referenties kunnen voorleggen, en die heb ik niet.

Bovendien speelt mijn gebit en dat ik geen middelbaar diploma heb in mijn nadeel. Intussen leef ik op een werkloosheidsuitkering van € 1.300, die op de rekening van mijn schuldbemiddelaar wordt gestort. Die stort op zijn beurt een bedrag naar mij, zodat ik onder meer voedsel en mijn appartement kan betalen, maar die huur bedraagt al € 736. Mijn kinderen, die intussen veertien en tien zijn, hebben elk een kamer, maar ik slaap al vijf jaar op een luchtmatras in de leefruimte. Facturen blijven geregeld liggen, gewoonweg omdat ik ze niet kan betalen. Als ik inkopen doe, tel ik steevast met een rekenmachine, zodat ik aan de kassa niet voor onaangename verrassingen kom te staan. En wanneer ik eten op tafel zet, eet ik pas zodra mijn kinderen klaar zijn, zodat zij zeker voldoende hebben. Als het echt niet anders gaat, overleef ik wel een dag zonder eten.

Gelukkig krijg ik veel hulp van mijn moeder. Zonder haar zou ik het niet redden, maar mijn kinderen zijn mijn grote geluk. Zonder hen was ik wellicht op straat beland. Alicia en Remco weten dat we elke euro moeten omdraaien voor we hem uitgeven, dat we het geld niet uit ramen en deuren kunnen smijten en dat ik geregeld nee zeg als ze iets willen, maar daar hebben ze vrede mee. Ik kan de tijd niet terugdraaien. Ik kan alleen hopen dat mijn kinderen van mijn fouten leren, zodat ze het later beter doen dan ik. Armoede is een vicieuze cirkel die ik (nog) niet kon doorbreken, maar ik geef de hoop niet op en verlies de moed niet. Ik weet dat er een beter leven op ons wacht als ik weer een job heb en we schuldenvrij zijn.’

Lees ook:


 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '