Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Elk beetje brood of eten dat we in huis hadden, werd eerlijk verdeeld onder ons allemaal.'

Imane leefde als kind in kansarmoede: ‘De familie mocht het niet weten want de schaamte was te groot’

Bij kansarmoede denken we meteen aan te weinig geld, armtierige huurwoningen en ongezonde leefgewoontes. Maar het is zo veel meer dan een geldprobleem, en net dat maakt het extra moeilijk om eruit te geraken. Imane draagt nog steeds de wonden van haar kansarme jeugd. 

Imane (38) leefde lange tijd in kansarmoede. Ze is getrouwd en heeft een zoon (8) en een dochter (6).


‘Geen of amper geld hebben is maar een heel klein stukje van mijn kansarm verleden. Veel meer dan de honger die ik heb gehad, de zorgen om de rekeningen en het feit dat ik nooit een extraatje kreeg, was het gevoel van afwijzing. Talloze keren ben ik afgewezen in mijn leven: omdat ik geen drankje kon kopen tijdens de middag in de refter, omdat ik geen computer had thuis, omdat ik niet dezelfde kleren droeg als mijn klasgenoten. Ik was anders, en dat had een ongelooflijke invloed op mijn zelfbeeld.’

Ik was anders, en dat had een ongelooflijke invloed op mijn zelfbeeld.


‘Nog tot de dag van vandaag draag ik de gevolgen van mijn jeugd. Toen ik vorige week in panne stond met mijn auto, bijvoorbeeld, moest ik me noodgedwongen op de busstrook parkeren. Omdat ik geen boete wilde, belde ik aan bij een huis verderop, in de hoop mijn auto even voor hun deur te mogen parkeren. Maar terwijl ik stond te wachten tot de deur openging, bekroop mij dat verschrikkelijke gevoel dat ik al zo vaak had gehad als kind: de angst voor afwijzing. Gelukkig opende een warm, hartelijk echtpaar de deur en hielpen ze me meteen.’

Wonden voor de rest van mijn leven


‘Tot mijn elfde woonde ik met mijn moeder, broers en zussen in Marokko. Papa was als gastarbeider naar België vertrokken en stuurde elke maand een beetje geld naar ons op. Het was alles wat hij kon missen, maar het was helemaal niet genoeg om rond te komen. Talloze keren had ik een knorrende maag. Ik had honger. Elk beetje brood of eten dat we in huis hadden, werd eerlijk verdeeld onder ons allemaal, daar keek mama streng op toe. De familie mocht niet weten wat er zich bij ons afspeelde, want de schaamte was te groot. Uiteindelijk verhuisden we met zijn allen naar België, naar papa. Maar uiteraard hadden we nog steeds veel te weinig om rond te komen.’

Elk beetje brood of eten dat we in huis hadden, werd eerlijk verdeeld onder ons allemaal.


‘Ik herinner me nog hoe de leerkracht in de klas me zei dat ik mijn gloednieuwe atlas moest teruggeven. Ik begreep meteen wat er aan de hand was: de rekening was niet betaald. De hele klas wist wat er aan de hand was, mijn klasgenoten waren niet dom, hè. Nog steeds begrijp ik niet dat die leerkracht me niet even apart nam. Zulke voorvallen, dat laat littekens na. Maar het waren ook kleine dingen die mijn zelfbeeld naar beneden haalden. Het feit dat ik in de refter nooit aanschoof voor een drankje of yoghurtje zoals alle anderen, maar meteen op mijn plek ging zitten. Hoe gelukkig ik was toen ik tóch een keer een cola mocht kopen. Nog steeds vind ik het verschrikkelijk als ik in een ruimte als eerste aan een tafel ga zitten. Of toen de vrouw in de dagbladhandel me toeriep “Awel, ga je ze allemaal afgaan, of ga je nog één kopen?” terwijl ik in modebladen stond te bladeren. Zoiets, dat laat je niet onberoerd. Dat kruipt keihard onder je huid. En dat laat wonden na die je de rest van je leven moet proberen te helen. Want zelfs al lijkt iets aan de buitenkant helemaal genezen, soms blijft een wonde voor altijd een gevoelige plek.’

Anderen blij maken


‘Financieel heb ik nu niets te kort. Ik werk keihard, net als mijn man. Ik geef kookworkshops, werk als hulpverlener en wil er ook zijn voor mijn twee kinderen. Ons huis is verzorgd en netjes, er is altijd lekker eten in huis en ik draag kleren die ik mooi vind. En ja, af en toe laat ik me eens helemaal gaan. Zoals onlangs, toen ik echt niet kon weerstaan aan een ongelooflijk mooie stof. Een ongelooflijk mooie stof van 420 euro. Decadent, ik weet het, maar dat is mijn manier om mezelf te belonen. Let op, niemand weet dat die zoveel heeft gekost, ik zal nooit pronken met wat ik heb. Maar het is mijn klein geluk.”

In Brussel kan ik geen dakloze voorbij wandelen zonder hem of haar iets te geven.


“Maar nog veel gelukkiger word ik van anderen blij maken. In Brussel kan ik geen dakloze voorbij wandelen zonder hem of haar iets te geven. Onlangs liep ik door Brussel-Centraal met twee koffiekoeken en een flesje fruitsap in de hand. Mijn oog viel op een dakloze die in zijn rolstoel lag te slapen en ik voelde me op slag schuldig. In wat een luxe leef ik toch, dacht ik. Ik heb me omgedraaid, ben naar de supermarkt gewandeld en heb ook voor hém twee koffiekoeken gekocht. Ik wéét wat het is om het gevoel te hebben er niet bij te horen, om te moeten toekijken hoe anderen alles lijken te hebben wat jij niet hebt. Ik heb de koffiekoeken stilletjes bij hem neergelegd en ben verder gewandeld.’

Blijven lachen ondanks alle ellende


Lange tijd ben ik boos geweest op mijn ouders. Omdat ze me niet de liefde en genegenheid hebben gegeven die ik nodig had. Mijn mama zorgde voor mij, maar knuffels en warmte heb ik nooit gekregen. Papa wist niet beter dan ons met harde hand op te voeden. Ze overbeschermden me, gaven me amper vrijheid. Zelfs familiebezoeken waren heel uitzonderlijk bij ons. Maar nu ik ouder ben, begrijp ik hen beter. Ik wéét dat ze hun uiterste best hebben gedaan met alles wat ze wisten en alles wat ze konden.’

Zelfs nu de financiële zorgen eigenlijk van de baan zijn, blijft papa wanhopig elke cent omdraaien die hij binnen krijgt.


‘Want ik heb ook goeie dingen geleerd thuis: blijven lachen ondanks alle ellende. Open zijn. De ander proberen te begrijpen. Geduld hebben met anderen. Zoals met de buren die me vaker nors aankeken dan ook maar de kleinste glimlach te tonen: van mama móést ik hen gedag blijven zeggen. Nu mijn ouders zien dat mijn broers, zussen en ik allemaal op het goeie pad zijn, merk ik dat ze fier zijn op ons. Maar zelfs nu de financiële zorgen eigenlijk van de baan zijn, blijft papa wanhopig elke cent omdraaien die hij binnen krijgt. Dat wil ik niet doen, al zal ik altijd zorgen dat we genoeg hebben om rond te komen.’

Armoede in cijfers

  • Wanneer leeft iemand in armoede? In België wil dat zeggen dat je als alleenstaande moet rondkomen met minder dan € 1083 per maand. Als koppel met twee kinderen is die grens vastgelegd op  2274.
  • Maar liefst 10,3 % van de Vlamingen leeft onder de armoededrempel.
  • Kijken we naar alleenstaanden, dan stijgt dat percentage tot zo’n 16 %. Bij eenoudergezinnen gaat het om maar liefst 27 %.
  • Vooral mannen en vrouwen die buiten de EU werden geboren, leven onder de armoedegrens. Maar liefst 4 op de 10 van hen moeten rondkomen met het absolute minimum.
  • Wie denkt dat kansarmen uitsluitend in een huurpand wonen, heeft het fout. Zo’n 7 % van de huiseigenaars leeft onder de armoedegrens.
  • In Vlaanderen groeit maar liefst 1 op de 7 kinderen op in een kansarm gezin. Het zijn vooral grootsteden die slecht scoren: 1 op de 4 kinderen in een grootstad leeft in armoede, al loopt dat aantal in sommige gemeenten zelfs op tot 1 op de 3.
Bronnen: kindengezin.be en uantwerpen.be


Lees ook: 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '