Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
crisisopvang
© Morgane Gielen

‘Crisisopvang is normaal voor een tijdspanne van twee weken, maar die twee weken werden jaren.’

Amber (23) was amper vijftien toen ze in crisisopvang terechtkwam

De redactie

Iedereen wordt gevormd door bepaalde levenservaringen. Die maken nu eenmaal deel uit van je persoonlijke bagage. Maar hoe is het om op jonge leeftijd al een behoorlijke lading met je mee te dragen? Amber deelt de inhoud van haar rugzak met Flair.

Amber (23) was amper vijftien toen ze in crisisopvang terechtkwam. Intussen werkt ze als leefgroep- en contextbegeleider in de voorziening waar ze zelf jarenlang verbleef.

‘Ik ben geen standaard 23-jarige. Tijdens mijn kindertijd en tienerjaren heb ik dingen gehoord, gezien en meegemaakt waarvan kinderen eigenlijk gespaard zouden moeten blijven. Ik groeide op in een gezin met ouders die niet in staat waren om voor mij te zorgen, al dacht ik jarenlang dat mijn thuissituatie normaal was omdat ik geen referentiekader had. Ik wist niet beter, want van mijn ouders mocht ik niet bij vrienden over de vloer komen en bij ons thuis waren zij ook niet welkom.’

De alarmbel

‘Ik wil liever niet te diep in detail treden, maar er was sprake van misbruik. De bal ging aan het rollen toen ik met blauwe plekken op school verscheen. Mijn leerkracht lichamelijke opvoeding sprak me erover aan en trok achter mijn rug aan de alarmbel. Er werd melding gedaan bij het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling, maar mijn ouders weigerden om met die dienst samen te werken, met als gevolg dat de jeugdrechtbank besliste om me door de onveilige thuissituatie uit huis te plaatsen. 26 september 2015 was de dag dat ik als vijftienjarige in crisisopvang belandde.’

© Morgane Gielen

‘Crisisopvang is normaal voor een tijdspanne van twee weken, maar die twee weken werden jaren. Dat ik niet meer naar huis zou terugkeren, werd realiteit. Dat was ’n opluchting, maar tegelijkertijd werd ik geconfronteerd met alle trauma’s die ik in mijn jeugd had opgelopen. Ik wist niet hoe ik daarmee om moest gaan. Mijn ouders kenden in feite geen emoties, dus ik heb mijn gevoelens moeten leren herkennen. Verdriet was mij bijvoorbeeld totaal onbekend. Toen ik die ­emotie ineens ontdekte, kwam die heel hard binnen.’

Geen nummertje

‘Lange tijd zat ik onbewust in overlevingsmodus. Zodra ik uit huis werd geplaatst, ging de beerput langzaamaan open. Op den duur zat ik zo slecht in mijn vel dat het in mijn hoofd alsmaar donkerder werd, ik meerdere zelfmoordpogingen ondernam en er diverse opnames binnen de kinderpsychiatrie volgden. Ik kon mezelf niet zien als een volwaardig persoon die hulp verdiende en had het gevoel dat ik geen bestaansrecht had. Ik was heel destructief naar mezelf toe, met als gevolg dat ik vandaag best wat littekens heb en de vele hulp die ik aangeboden kreeg niet wilde aannemen.’

Zodra ik uit huis werd geplaatst, ging de beerput open. Ik zat zo slecht in mijn vel dat het in mijn hoofd alsmaar donkerder werd.

‘Al mijn energie ging naar het herbeleven van mijn nachtmerries. Dat vroeg zoveel van mij dat ik maandenlang niet meer uit bed kwam en op school uitviel. Uiteindelijk begon het tij te keren. Mijn overwinning zit niet in een bepaalde therapievorm, wel in mensen die onvoorwaardelijk in mij bleven geloven terwijl ik mezelf allang had opgegeven. Mijn leefgroepbegeleiders en leerlingenbegeleider op school zeiden elke dag dat ik er wél toe deed. Zij zijn voor mij het kantelpunt geweest. Voor hen was ik niet het zoveelste dossiernummer, maar een uniek mens van vlees en bloed. Doordat zij nooit aan mij twijfelden, begon ik geleidelijk aan het licht te zien. Wat die personen voor mij hebben betekend, wil ik graag ook voor anderen zijn.’

‘Aan de inhoud van de rugzak die ik meedraag, kan ik niets veranderen. Maar mijn toekomst heb ik wél in handen, en ik ben vastberaden om daar het allerbeste van te maken. Ik was ervan overtuigd dat ik niets van mijn leven zou ­bakken, maar vandaag werk ik als leefgroep- en context­begeleider in de voorziening waar ik zelf verbleef en help ik andere jongeren die op een of andere manier worstelen. De cirkel is rond.’

Denk je aan zelfdoding en heb je nood aan een gesprek? Bel de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of surf naar zelfmoord1813.be.

Tekst: Marijke Clabots

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '