Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Niki Colemont

'Het zijn beelden met een hoek af, net zoals er bij mij ook een hoek af is.'

Niki ‘de eekhoorntjesfotograaf’ Colemont: ‘Ik wil met mijn foto’s mensen vrolijk maken’

Jolien Meremans
Jolien Meremans Webjournalist


Fotograaf Niki Colemont (34) haalde de afgelopen weken de nationale én internationale pers met zijn foto’s. De Diepenbekenaar met Rwandese roots klinkt je misschien niet bekend in de oren, zijn bijnaam hoogstwaarschijnlijk wel: de eekhoorntjesfotograaf.


Vorig jaar werd Niki Colemont gecontacteerd door de Vlaamse documentairemaker Michiel Thomas die al zes jaar in Los Angeles woont en werkt. Hij volgde Niki op dat moment al meer dan vijf jaar en had een documentaire over Niki’s passie gepitcht bij 60 Second Docs.  Daar waren ze zodanig geïnteresseerd in de Belgische ‘eekhoorntjesfotograaf’ dat Michiel helemaal naar België mocht afreizen om de documentaire te maken. Diezelfde minidocu is sinds eind vorig jaar 5 miljoen (!) keer bekeken en haalde overal ter wereld krantenkoppen. Niet slecht voor een natuurfotograaf die nooit een opleiding fotografie gevolgd heeft. ‘Ik heb veel zelf geleerd door heel veel fouten te maken, en door opnieuw en opnieuw én opnieuw te proberen’, aldus Niki.

Niki, je bent de afgelopen weken van Diepenbekenaar gepromoveerd tot wereldnieuws. Wat ging er door je heen toen de video viraal ging? 

‘Opwinding, pure emotie en vooral blijdschap. Ik kon het eerst niet zo goed plaatsen. Het ging plots allemaal zó snel. Ik had nooit verwacht dat de documentaire zoveel teweeg zou brengen. Ik wist ook niet zo goed wat ik moest verwachten van de reacties. In het verleden heb ik hier en daar al eens commentaar gekregen van mensen die het echt niet fijn vinden wat ik doe, dus ik was in het begin redelijk terughoudend en op mijn hoede.’

© Niki Colemont



Had je schrik voor negatieve reacties? 

‘Ja, toch wel! Ergens denk je daar toch wel over na. Je hebt er op voorhand natuurlijk geen idee van hoe het publiek zal reageren.’

Uiteindelijk viel dat goed mee. In de documentaire vertelde je dat je jouw passie op een wel heel toevallige manier hebt ontdekt. Kan je daar iets meer over vertellen? 

‘In 2017 was ik in de tuin van de grootmoeder van mijn vriendin aan het wandelen toen er plots uit het niets een eekhoorn op één meter van mij voeten voorbij spurtte. Ik was daar een beetje door aangedaan en wist niet goed wat er gebeurde. Dat was zo’n fantastisch moment. Ik besefte toen dat ik er iets meer mee wilde doen, maar wist op dat moment nog niet goed wat. Omdat een goede vriend van mij speciale voederhuisjes voor eekhoorns in zijn tuin had hangen, schafte ik er ook een paar aan. Ik vulde ze met gepelde okkernoten en na twee maanden zat er plots een eekhoorn in mijn tuin. Een paar weken later waren dat er twee en nog een paar weken later stond de teller al op vier. Zo is het idee ontstaan om ze te fotograferen.’

Ik kan mij voorstellen dat dat makkelijker lijkt dan het is. 

‘Je hebt inderdaad engelengeduld nodig. Het heeft wel even geduurd voordat ik wist wat ik moest doen om ze ook effectief te kunnen fotograferen. Samen met de bompa van mijn vriendin bedekte ik een lange tafel met mos. Daar zette ik een Zwan-blikje dat ik had opgevuld met eten op. Niet veel later dook een eekhoorntje met zijn kopje in dat blikje en zo is de eerste foto ontstaan.’

De eekhoorntjes bezorgen mij telkens weer een lach op mijn gezicht, dan vergeet ik alles.


Maar voor alle duidelijkheid: jij had voordien geen ervaring met fotografie, toch? 

‘Klopt. Ik heb heel veel zelf geleerd door heel veel fouten te maken, en door opnieuw en opnieuw te proberen. Op mijn dertigste verjaardag gaf ik mijzelf een schuiltentje en een grote telelens cadeau en sindsdien ben ik echt helemaal in mijn element.’

Je bent heel snel gegroeid en hebt op korte tijd wel het een en ander bereikt. Zijn andere fotografen daar niet jaloers op? 

‘Ik krijg regelmatig de reactie dat ze het jammer vinden dat ze er zelf niet zijn opgekomen om eekhoorns te fotografen. Ik heb dus de indruk dat het eerder een gezonde jaloezie is. Het is ook helemaal niet mijn bedoeling om te concurreren met andere fotografen, maar wel om met mijn foto’s een lach op de mensen hun gezicht te toveren.’

En dat doe je ook. Wat maakt eekhoorntjes zo speciaal denk je?

‘Hun aaibaarheidsfactor. Als je hen ziet, wil je ze gewoon vastnemen en strelen, al raad ik dat wel niet aan (lacht). Ze zien er zo lief uit en ze zijn tegelijkertijd enorm slim en intelligent. Je kan ze eigenlijk een beetje vergelijken met mensen en dat maakt hen interessant om naar te kijken. Niet iedereen gelooft trouwens dat ze zo behendig zijn, want ik krijg vaak het verwijt dat ik Photoshop gebruik, maar dat is absoluut niet het geval. Als je er een beetje over nadenkt, is het zelfs heel logisch wat ze doen. Ik blijf zoveel mogelijk van mijn foto’s af. De eekhoorns morsen natuurlijk wel heel veel tijdens het eten (lacht), dus dat moet ik dan wel “kuisen” in de foto.’

© Niki Colemont


Je bent in feite een natuurfotograaf. Vind je het niet vervelend dat iedereen jou de ‘eekhoorntjesfotograaf’ noemt? 

‘Dat is natuurlijk iets wat ik zelf veroorzaakt heb door er zoveel mee bezig te zijn. Ik ben iemand die van nature heel positief in het leven staat. Dat probeer ik ook wel over te brengen met mijn foto’s. Ik vind het dus helemaal niet erg. Integendeel, het is plezant dat ze mij zo noemen.’

Wat vind je er eigenlijk zelf zo tof aan? 

‘Het werkt helend voor mij. Net voordat de Rwandese genocide uitbrak, ben ik op mijn vierde samen met mijn zus naar België gevlucht. Pas op latere leeftijd heb ik ontdekt hoe ik dat een plaats kan geven, en dat is door natuurfotografie. De eekhoorntjes bezorgen mij telkens weer een lach op mijn gezicht, dan vergeet ik alles. Ik doe het ook om even te kunnen ontsnappen aan de drukte. In de natuur kan ik mijn hoofd leegmaken. Het is voor mij een echte uitlaatklep. Je kan het eigenlijk vergelijken met iemand die gaat vissen. Ik wacht niet tot de vis bijt, maar tot de eekhoorn er is.’

Herken je jezelf in de foto’s die je maakt? 

‘Voor de volle 100 %! Zoals ik al zei: ik ben van nature iemand die altijd goed gemutst is. En met mijn foto’s wil ik dat graag overbrengen en mensen appreciëren dat ook. Het zijn foto’s met een hoek af, net zoals er bij mij ook een hoek af is (lacht).’

 Ik sta heel positief in het leven en dat probeer ik ook over te brengen met mijn foto’s.


Hoe ziet een dag waarop je van plan bent om te fotograferen er dan uit? 

‘Ik doe heel veel voorbereiding. Momenteel maak ik mijn foto’s in het natuurgebied De Caetsweyers in Diepenbeek. Voordat ik naar het werk vertrek, rijd ik daar élke ochtend langs om de eekhoorns te voederen. Als ik in het weekend tijd heb, ga ik op die plaats zitten en wacht ik tot ze komen. Ze zijn intussen eigenlijk al getraind, want ze weten al wat ze moeten doen nog voordat ik ga zitten. Dat is omdat ik aan zoveel voorbereiding doe. Dan hoef ik maar te wachten, maak ik gewoon een foto en ga ik naar huis. Soms duurt dat nog geen uur, soms twee uur, soms vier uur.’

Zijn er dan voorwerpen waar ze niet op afkomen? 

‘Ze komen op alles af, maar bij sommige voorwerpen moet je meer geduld oefenen, zeker als ze bewegen. Ook de dino’s lukten niet meteen, want daar hadden ze in het begin echt schrik van. Ze roken er eens aan, maar liepen dan meteen weg. Ik heb de dino’s dan een paar dagen buiten laten staan zodat ze eraan konden wennen en uiteindelijk is dat ook gelukt.’

© Niki Colemont


Op welk werk ben je dan het fierst? 

‘De laatste tijd zijn de foto’s met de dino’s heel erg in trek, maar het werk waar ik het trotst op ben, is op een foto met een Afrikaans masker. Daar heb ik ook enorm veel plezier aan gehad. Er kroop ook heel veel tijd in. Ik heb er in totaal vier uur aan gewerkt om die opstelling te maken, zodat ik achteraf geen Photoshop moest gebruiken. En toen die foto uiteindelijk lukte, was dat een ongelooflijk gevoel van ontlading en blijdschap. Dat zal mij altijd bijblijven.’

Je hebt een minidocumentaire op je naam staan, een zalige hobby gevonden en intussen meer dan 10.000 volgers op Instagram. Staat er nog iets op je bucketlist? 

‘Óóit zou ik heel graag een papegaaiduiker willen fotograferen, maar dat is de droom van elke natuurfotograaf. Dit jaar ben ik van plan om misschien wel in samenwerking met schrijfster Hilde De Wilde een kinderboek uit te brengen. Dat zit nu in de pipeline en zie ik al volledig zitten!’

Je kan Niki volgen op Instagram (@nikicolemont) en op Facebook.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '