Blijft hij wel bij me? Voor eeuwig en altijd? En waarom zou hij dat eigenlijk doen? Niemand kan het je garanderen, en dus laat je die gedachte beter los.
- Julie voelt zich te lelijk: “Wat ziet hij toch in een vrouw met een buikje en korte benen zoals ik?”
- Kristien is extreem onzeker: “Drie jaar later kan ik nog niet geloven dat hij iets in mij ziet.”
- Veerle beging een misstap: “Het lijkt alsof Wim me opnieuw vertrouwt, maar dat ik hém niet meer kan vertrouwen.”