Expert Jos Jazie van het Angstcentrum legt uit welke behandelingen er zijn voor een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Ze licht er vier belangrijke uit.
‘Zolang we veilig zijn en baas zijn over ons leven, verwacht niemand dat het er in één klap anders kan uitzien’, vertelt Jos. ‘Maar tijdens een traumatische gebeurtenis heb je plots niets meer over je leven te zeggen. Je voelt je dan machteloos, kwetsbaar en bang. Op dat moment voel of denk je misschien helemaal niets. Je bent alleen bezig met zo goed mogelijk te overleven. Achteraf voel je de schok, de angst, de woede, de machteloosheid en de ontreddering. Dat zijn allemaal normale reacties na een trauma. Meestal verdwijnen die gevoelens na een paar weken weer, maar niet altijd. Raken ze na weken of maanden nog niet verwerkt, dan kan iemand op den duur ernstige PTSS-klachten ontwikkelen, waardoor die niet meer gewoon kan leven. De definitie van PTSS zit dan ook in de naam zelf: ‘post’ (= na), ‘traumatisch’ (= de schokkende gebeurtenis), ‘stress’ (= onrust) en ‘stoornis’ (= een of meerdere psychische klachten die het dagelijks functioneren belemmeren).’
PTSS is zwaar, en het aanpakken ervan vraagt veel, maar er zijn gelukkig wel behandelingen die kunnen helpen en hoop bieden. Jos gaat hier dieper op in: ‘Welke behandeling voor iemand de beste is, hangt af van de klachten en van wat die persoon wil, maar onderstaande zaken zijn key.’
Psychotherapie.
‘Psychotherapie helpt goed bij PTSS. In een veilige omgeving “herkauw” je de gebeurtenis. Door er veel over te praten, slijten de bijbehorende emoties. Je ervaringen krijgen zo langzaam een gewone plaats in je leven. Erover praten is echter onvoldoende. Je zal ook moeten leren hoe je in het nu anders met je gedachten kan omgaan. De gebeurtenis zelf kan je nooit veranderen en ook niet zomaar vergeten. Maar aan je huidige denken kan je wél iets veranderen, bijvoorbeeld met cognitieve gedragstherapie. Anders leren denken zal de nare gevoelens helpen afzwakken en closure bieden. Je emoties kunnen er nog wel zijn, maar dan wel minder pijnlijk en belemmerend.’
Bewegen.
‘Mensen met PTSS ervaren vaak lichamelijke klachten. Om zo min mogelijk te hoeven voelen, zetten ze de verbinding met hun lichaam uit. Bewegen helpt om die connectie op een positieve manier weer te versterken. Ook is het een goede afleiding, ervaar je minder angst en slaap je vaak beter.’
EMDR.
‘Ook EMDR (eye movement desensitization and reprocessing, red.) is een therapievorm die vaak gebruikt wordt bij PTSS. Het zou de kracht en emotionele lading van trauma’s afvlakken. Voor een langdurig effect moet het echter worden gecombineerd met cognitieve gedragstherapie. De theorie achter EMDR heeft te maken met de manier waarop je brein herinneringen opslaat. Het idee is dat bepaalde ervaringen na verloop van tijd als herinneringen in je langetermijngeheugen terechtkomen. Wanneer je je die weer voor de geest haalt, komen ze in het werkgeheugen terecht, maar dat heeft maar een beperkte capaciteit. Als je tegelijkertijd andere prikkels krijgt, zoals het volgen van lichtjes met je ogen, blijft er maar weinig ruimte over voor de herinnering. Die wordt daardoor in een andere, vaak kleinere, vagere en minder overweldigende vorm weer in het langetermijngeheugen opgeslagen. Dat zorgt ervoor dat de herinnering langzaam haar lading verliest. Let wel: EMDR is emotioneel zwaar. Niet iedereen is er direct aan toe. Het is daarom belangrijk om een professionele en ervaren therapeut in te schakelen.’
Medicatie.
‘Op langere termijn kan bij PTSS ook een depressie ontstaan. Om die iets te milderen en therapie zo weer effectiever te maken, kan er een antidepressivum worden voorgeschreven. Specifieke medicatie voor PTSS is er niet. Vanwege het risico op verslaving en een mogelijke negatieve invloed op je concentratie en denkvermogen is het trouwens af te raden om andere kalmeer- of slaapmiddelen te gebruiken. Bespreek elke vorm van behandeling sowieso altijd met je arts of psychiater.’
Lees ook: