Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Catherine Kosters

COLUMN: ‘Ik droeg een roze hoed, vriendin A. gouden hakken en haar hondje in handtasformaat’

Catherine Kosters
Catherine houdt van haar lief, hotelbedden en ketchup. Tot de dag dat zelfspot een olympische discipline wordt, deelt ze hier elke week haar avonturen.

In tegenstelling tot de rest van mijn klas bracht ik mijn zomers als kind níét door aan de Belgische kust. Mijn ouders werkten over de Nederlandse grens en sleepten mij en mijn zussen in juli en augustus steevast mee. Daar gingen we weleens naar zee, maar dat was niet hetzelfde. Mijn klasgenootjes spraken over schelpen zoeken in De Haan! Gocarts racen in Oostende! Wafels eten bij Siska in Koksijde! Dat ik in Noordwijk aan Zee gelogeerd had in het favoriete hotel van koningin Beatrix, kon niemand wat schelen. De Belgische kust bleef voor mij een enigma.

 

Pas jaren later heb ik het raadsel opgelost. Naar de zee gaan betekent in dit land úren in de file staan om dan te vechten voor een plaatsje op het strand en drie keer te veel te betalen voor middelmatige frieten op de dijk, terwijl je je ergert aan de lelijke architectuur. Maar dat is niet het punt. Het punt is dat je aan zee bent. En dat je op maandag kan méépraten over dat weekendje Blankenberge van je collega’s, mééklagen over de files, de dure frieten en de mottige appartementsblokken, méétellen in deze maatschappij.

 

Ik droeg een witte kanten jurk en roze hoed, vriendin A. gouden hakken en haar hondje in handtasformaat.

 

Soit. Dit alles als kanttekening om te zeggen dat ik vorig weekend naar de zee ben geweest. Ik reisde naar Knokke, meer bepaald, op uitnodiging van vriendin en Le Zoute-regular A. Als ik iets doe, doe ik het goed, dus trok ik voor de gelegenheid een witte kanten jurk en grote roze hoed uit de kast. Op die laatste stond eigenlijk ‘Phuket’ te lezen, maar een kniesoor die daarover struikelt. A. droeg zelf een bustierjurk met bloemenprint, gouden hakken en haar hondje in handtasformaat. Samen flaneerden we over de Place m’as-tu vu en langs de chique boetieks om te eindigen op het terras van een blasé beach bar. Daar bestelden we helemaal in character de ene magnumfles rosé na de andere, zwaaiend met onze creditcards alsof het niets was.

 

Een paar liters later versasten we naar de dichtstbijzijnde strandbedjes en becommentarieerden interieurs uit Town & Country alsof we zelf een English cottage op overschot hadden om te renoveren. Toen de dag ten einde liep, strompelden A. en ik naar de auto van haar lief/designated driver: ik half zat en half verbrand, zij mysterieus volgesmeerd met vanille-ijs en haar hondje getraumatiseerd door aaigrage kinderhandjes.

 

Fast forward naar maandagochtend, toen ik met roodverbrande neus braakneigingen lag te onderdrukken in een of andere meeting room, terwijl ik me probeerde te herinneren hoeveel magnums het nu écht waren. Of mijn jeugdige zelf nu trots zou zijn, weet ik niet, maar ik bén naar de zee geweest, en het was geweldig.

 

 

 

 

 

Deze column verscheen in Flair op 23 augustus.

 

 

 

Lees alle columns van Catherine op flair.be/columncatherine.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '