Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

Delen maar!

7 kaartspelletjes die je met twee personen kan spelen

Spelen jij en je lief of je bestie graag eens een spelletje, en dan liefst een kaartspelletje? Hieronder vind je alvast een mix van kaartspelletjes voor twee personen. Van wippen over zenuwen tot manillen: welk spelletje probeer jij eerst?

Wippen

Wat heb je nodig? Een set kaarten van 52 kaarten, geen jokers.

Wat is het doel van het spel? Zoveel mogelijk setjes te maken. Zo scoor je de meeste punten.

Hoe speel je het? Om te beginnen, deel je de kaarten met de klok mee. Dit is meteen ook de speelrichting. De persoon die deelt, legt telkens twee kaarten. Voor hij zichzelf een paar geeft, legt hij er ook twee open (dus met de afbeelding zichtbaar) op tafel. In totaal krijgt elke speler vier kaarten en liggen er vier kaarten op tafel (de pot).

Vervolgens gaat elke speler om beurt een van hun kaarten spelen. Dit kan op verschillende manieren:

  1. Nemen: de speler neemt eenzelfde kaart uit de pot (kleur speelt geen rol). Heb je bijvoorbeeld een boer in je handen? Dan neem je een andere boer van tafel. Heb je een negen? Dan kan je een vier en een vijf nemen of een twee, een drie en een vier. Bij cijfers kan je dus optellen door twee of meer kaarten uit de pot te nemen.
  2. Afleggen: als je geen zelfde kaart kan nemen, leg je een kaart mee in de pot.
  3. Bouwen: een speler mag alleen bouwen voor iets wat hij in de hand heeft. Bijvoorbeeld met een 5 en een 7 in de hand en een 2 in de pot, kan de speler zeggen te bouwen voor 7 door de 5 op de 2 te leggen in de pot. Maar let op, want als een andere speler ook een 7 heeft, mag hij uiteraard ook de bouw nemen. Je kan ook bovenbouwen door een kaart op een andere bouw te leggen. In dit geval bijvoorbeeld nog eens een 2 bovenop die 5 en 2 als je een 9 wil. Dan is er ook nog dubbel bouwen waarbij je een kaart aflegt in de pot en deze in één keer combineert met andere kaarten uit de pot. Heb je een 4 in de hand, en een open 3, 6 en 7 in de pot? Dan kan je dubbel bouwen voor 10, door de 4 met de 6 en de 3 met de 7 te combineren.

Wanneer er een speler de laatste kaart uit de pot neemt, kan de andere speler niet anders dan een kaart af te leggen in de pot. Heeft elke speler zijn vier kaarten gespeeld? Dan moet je opnieuw kaarten (per twee) delen. Alleen ga je geen kaarten meer in de pot leggen. De speler die als laatste kaarten uit de pot haalde, krijgt de pot.

De puntentelling gaat als volgt: er worden telkens elf punten uitgedeeld. Wie de meeste kaarten heeft krijgt twee punten, wie de meeste schoppen heeft ook twee, wie de ruiten tien heeft ook twee, vervolgens krijgen schoppen twee en azen één punt.

Zenuwen

Wat heb je nodig? Een set kaarten van 52 kaarten, geen jokers.

Wat is het doel van het spel? Als eerste al je kaarten kwijt te spelen.

Hoe speel je het? Om te beginnen, verdeel je alle kaarten over het aantal spelers. Vervolgens gaat elke persoon zijn kaarten in vijf stapels leggen. De eerste stapel bestaat uit één kaart, de tweede stapel uit twee kaarten en ga zo maar door. De bovenste kaart draai je telkens om. De rest van je kaarten legt je in het midden van het speelveld aan je rechterhand.

Hebben twee kaarten dezelfde waarde? Dan mag je deze op elkaar leggen en een kaart van de ene stapel weer omdraaien. Als er zo een stapel leeg geraakt, mag je daar de zichtbare kaarten van een andere stapel leggen.

Wanneer beide spelers klaar zijn, draaien ze op hetzelfde moment de bovenste kaart van hun stapel (met de afbeelding weg van de tegenstander) om en leggen deze tussen de stapels in. Hierop kunnen ze hun eigen speelkaarten neerleggen. Opgelet: de waarde van de kaarten moet wel op elkaar volgen, net zoals bij Patience. De kleur doet er niet toe. Je hoeft ook niet meer je beurt af te wachten. Je wint het spel als je al je kaarten als eerste kwijt bent.

Meppen

Wat heb je nodig? Een set kaarten van 52 kaarten, geen jokers.

Wat is het doel van het spel? Net zoals bij zenuwen is ook bij dit spel je reactievermogen van belang. Je wil namelijk als eerste alle kaarten bemachtigen.

Hoe speel je het? Om te beginnen, verdeel je de kaarten tussen de twee personen en dit zonder dat je ze kan zien. Om de beurt ga je vervolgens de bovenste kaart van je stapel op tafel gooien. Liggen er twee kaarten met dezelfde waarde? Sla dan zo snel als je kan met je hand bovenop de stapel. De persoon die het snelste was, krijgt vervolgens de hele kaartenstapel.

Oorlogje

Wat heb je nodig? Een set kaarten van 52 kaarten, en optioneel drie jokers.

Wat is het doel van het spel? Win zoveel mogelijk slagen en zoveel mogelijk kaarten. Degene met de meeste kaarten op het einde, wint.

Hoe speel je het? De waarde van de kaarten is zoals gewoonlijk (twee is de laagste kaart, Aaes is de hoogste). De kleur is bij dit spel niet van belang.

Om te beginnen, moet je de kaarten goed schudden en ze eerlijk onder de twee spelers verdelen. De eerste persoon legt nu zijn kaart open op tafel. De tweede speler doet vervolgens hetzelfde. Wie de kaart met de hoogste waarde op tafel gelegd heeft, wint beide kaarten en steekt deze onderaan zijn eigen stapel en trekt opnieuw eentje van de bovenkant van z’n stapel. Zijn beide kaarten even hoog? Dan leg je allebei nog een kaart. Zo ga je door tot er iemand geen kaarten meer heeft. 

Manillen

Wat heb je nodig? Alle kaarten, behalve de Jokers en cijfers twee t.e.m. zes.

Wat is het doel van het spel? De meeste punten te scoren.

10 = 5 punten (en hoogste kaart)

Aas = 4 punten (en tweede hoogste kaart)

Koning = 3 punten (en derde hoogste kaart)

Koningin = 2 punten (en vierde hoogste kaart)

Zot = 1 punt (en vijfde hoogste kaart)

De andere kaarten zijn niets waard. Je speelt de kaarten wel volgens hun waarde, zo is 9 bijvoorbeeld hoger dan 8 en 8 is hoger dan 7.

Hoe speel je het? Verdeel de kaarten door 3-2-3 te geven aan elke speler en voor elk twee rijen van vier te maken met de kaarten gedekt op tafel en vervolgens daar nog eens vier kaarten open op te leggen. Beslis wie troef mag kiezen (bijvoorbeeld de jongste speler) en deze kiest vervolgens een symbool (harten, schoppen, klaveren of koeken). De persoon in kwestie mag ook kiezen om zonder troef te spelen, al is dit zeker een gewaagde keuze en heb je hiervoor hele goeie kaarten nodig.

De persoon die géén troef heeft gemaakt, mag beginnen. Je kan hoog beginnen, of net laag. Het is geen slecht idee om te beginnen met je kaarten die op tafel liggen, want zo weet je tegenspeler niet welke kaarten je in je hand hebt.

Je moet telkens hoger gaan dan je tegenspeler met hetzelfde symbool. Leg jij bijvoorbeeld een harten Zot, dan moet de tegenspeler een harten tien, Koning of Koningin leggen. Heeft die dat niet? Dan moet die je kaart kopen met troef. Heeft hij/zij/die geen troef? Dan moet er een kaart weggegooid worden en heb jij sowieso de slag. Wie de slag haalt, mag weer uitkomen. Je speelt tot de laatste kaart gelegd is en dan tel je je punten. In totaal zijn er zestig punten te verdienen. Hebben jullie elk dertig? Dan is het gelijkstand.

Piekezot jagen

Wat heb je nodig? Een set kaarten van 52 kaarten, geen jokers en geen Klaverzot.

Wat is het doel van het spel? Eindig niet met de Schoppenboer/Zot in je hand.

Hoe speel je het? De kaarten worden gelijk verdeeld, er is dus geen trekstapel. Je verzamelt kaarten door er van de andere speler te nemen.

Wanneer je twee kaarten van dezelfde waarde én kleur hebt, mag je deze afleggen op tafel, en deze blijven daar ook liggen. Daarna neem je een kaart van je tegenspeler. Komt deze overeen qua waarde en kleur met een kaart uit jouw hand? Dan leg je ook deze op tafel. Kan je niet afleggen? Dan is de volgende speler aan de beurt. Doe dit tot er op het einde van het spel nog maar één kaart overblijft, de Schoppenboer aka Piekezot, aangezien hij geen paar kan vormen. Wie deze kaart nog in z’n handen heeft, verliest!

Pesten

Wat heb je nodig? Een set kaarten van 52 kaarten, geen jokers.

Wat is het doel van het spel? Als eerste al je kaarten weg spelen.

Hoe speel je het? Pesten (of fretten) is zoals ‘Uno’ maar dan nog een tikkeltje anders! Iedere speler krijgt zeven speelkaarten, alle overige kaarten vormen de trekstapel en daarbij wordt ook één kaart opengelegd, zodat er een aflegstapel ontstaat.

Om de beurt mogen de spelers een kaart op de aflegstapel neerleggen, maar deze moet qua symbool OF cijfer wel overeenkomen met de kaart die openligt op de trekstapel. Kan je niet leggen? Dan neem je een kaart van de trekstapel en is de volgende speler aan de beurt. Heb je nog maar één kaart, klop dan op tafel om dit aan te geven!

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '