Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Leen Van den Meutter voor Flair

'Als ik mensen vertel wat ik in het dagelijkse leven doe, krijg ik vaak verwonderde blikken. Ik denk niet dat ik eruitzie als de standaard nerd of ingenieur.'

Chabely (26) studeerde ruimtevaart en bouwt mee aan satellieten: ‘Maar voor een enkel ticket naar Mars bedank ik’

Frank De Winne en Dirk Frimout, veel verder reikt onze kennis van astronauten niet. Maar voor Chabely (26) zijn planeten, ruimtevaart en satellieten dagelijkse kost.


‘Mijn grote droom was F16-pilote worden. Mijn papa was reserve-officier bij het leger, dus gingen we vaak naar opendeurdagen van legerbasissen in België. Daar raakte ik enorm gefascineerd door F16-vliegtuigen. Zo kwam ik op mijn 15de terecht bij de luchtkadetten, een soort zijorganisatie van Defensie, speciaal voor jongeren. Om daarbij te mogen, moest ik proeven afleggen: fysieke testen, maar ook een wiskundeproef en een Nederlandse test. Daarna volgde een medische keuring. Nadat ik voor alle onderdelen geslaagd was, offerde ik met plezier mijn paasvakantie op om theoretische vlieglessen te volgen over bijvoorbeeld meteorologie en navigatie, en zelfs gedrild te worden. Het was een echte minilegeropleiding.’

Ik kon nog niet met de auto rijden, maar mocht wel al een vliegtuig bedienen. Zo spannend!


‘Wie aan het einde van de cursus slaagde voor zijn theoretisch examen, kreeg drie weken lang vlieglessen in de zomer die volgde. Op mijn 16de mocht ik voor het eerst een zweefvliegtuig besturen. Ik kon nog niet met de auto rijden, maar mocht wel al een vliegtuig bedienen! Dat was allemaal zo spannend en leuk. Het was ook wel stresserend, moet ik zeggen, zeker toen ik voor het eerst alleen mocht vliegen. Maar die kick? Wow! Het was nog beter dan ik had verwacht. Een zweefvliegtuig heeft geen motor, dus het maakt geen lawaai. Bovendien ga je niet zo snel en vlieg je niet zo hoog. Daardoor ervaar je een heel vredig gevoel.’

Lijm in de ruimtevaart


‘Op mijn 18de stond mijn studiekeuze dan ook vast: ik moest en zou F16-pilote worden. Ik legde alle proeven succesvol af, maar tijdens de medische testen bleek dat ik hooikoorts heb. Dat mag niet, dus ik werd afgekeurd. Mijn droom lag aan diggelen. Ik werd gevraagd om een opleiding voor C-130 (een vrachtvliegtuig, red.), Embraer (een gewoner, kleiner vliegtuig, red.) of helikopter te volgen bij Defensie, maar dat wilde ik niet. Zo’n strenge militaire opleiding volgen was prima om mijn grote droom te realiseren, maar nu dat niet meer kon, had ik daar geen zin meer in.

Toen ik werd afgekeurd voor de opleiding tot F16-pilote lag mijn levensdroom aan diggelen.


‘Ik trok uiteindelijk naar de Technische Universiteit in Delft, waar ook enkele van de andere luchtkadetten studeerden. Daar kon ik vanaf het eerste jaar voor luchtvaart- en ruimtevaartingenieur studeren, een studie die je in België pas in je masterjaren kan volgen. Mijn initiële instelling was: als ik geen F16’s mag bedienen, dan kan ik ze misschien wel ontwerpen. Maar tijdens mijn studies ontdekte ik dat mijn interesses eigenlijk nog meer bij ruimtevaart liggen. Mijn punten voor die vakken waren beter en ik was er gemotiveerder voor, dus koos ik voor de master space system engineering. In plaats van me te specialiseren in één specifiek domein van de ruimtevaart, koos ik ervoor om te leren hoe alle verschillende domeinen één geheel vormen; ik leerde hoe ik de lijm tussen alle afdelingen kan zijn. Uiteraard kreeg ik ook gedetailleerde vakken zoals elektronica, baanmechanica en ruimtevaartwetenschappen, maar dat was vooral om de nodige inzichten te krijgen om de specialisten te kunnen laten samenwerken. Als systeemingenieur hoor je eigenlijk een beetje specialist in alles te zijn.’

Vacature speciaal voor mij


‘Na mijn studies ging ik aan de slag bij ESA als Young Graduate Trainee. Bij de vacatures sprong er één positie echt uit voor mij; eentje op het departement dat zich bezighoudt met toekomstige projecten in de astrofysica. Er werd een systeemingenieur gezocht. Toen ik die vacature las, leek het alsof die speciaal voor mij was geschreven: als systeemingenieur maak en ontwikkel je satellieten, en dat was he-le-maal mijn ding. Een maand nadat ik was afgestudeerd, werd ik aangenomen. Het klinkt misschien melig, maar toen ik dat telefoontje kreeg, zijn er tranen gevloeid – ook bij mijn ouders, die me altijd heel hard gesteund hebben. Ik verhuisde naar het Nederlandse Leiden, niet zo ver van de gebouwen van ESA. Daar begon ik aan mijn droomjob. Maar na 16 maanden liep mijn contract af en moest ik op zoek naar een andere job.’

Voor een enkel ticket naar Mars bedank ik liever. Dat lijkt me iets te drastisch.


‘Intussen ben ik bij satellietbedrijf QinetiQ Space aan de slag en werk ik aan twee erg coole missies. Eentje ervan heeft als doel aan de hand van een satelliet ozon in kaart te brengen, de andere heeft te maken met veiligheid. In mijn job zorg ik ervoor dat het hele team, inclusief het bedrijf dat de camera levert, samenwerkt. Zo stuurt de satelliet de beelden terug die de wetenschappers nodig hebben. Binnenkort vertrek ik op testcampagne naar Toulouse met de satelliet, en hopelijk trek ik binnen een paar jaar naar Frans-Guyana voor de lancering. Daar kijk ik heel erg naar uit! Of ik ooit zelf in de ruimte ga, is nog maar de vraag. Ik heb er al veel over nagedacht. Het blijft een droom, maar ik besef dat ik er niet actief genoeg mee bezig ben om dat te doen lukken. Ik besef goed wat voor opoffering zoiets vraagt: je hebt jarenlang een beperkt sociaal leven, moet naar Rusland om Russisch te leren, moet fysieke trainingen doen, noem maar op. En zelfs dan nog is de kans dat het lukt, behoorlijk klein. Voor een enkel ticket naar Mars bedank ik liever. Dat lijkt me iets te drastisch. Misschien weet ik te goed hoe intensief en zwaar zoiets is, zeker mentaal. Al lijkt het me wel fantastisch om in de geschiedenisboeken te komen.’

Roze astronautenbarbie


‘Als ik zeg dat ik aan satellieten werk en ruimtevaart heb gestudeerd, krijg ik vooral verwonderde blikken. Vaak merk ik de twijfel op in hun ogen: maakt ze een grap of meent ze het? Ik denk niet dat ik eruitzie als de standaard nerd of ingenieur. Soms zijn er ook mensen die plots niets meer durven te vragen, omdat ze bang zijn dat ze domme vragen zouden stellen. Maar no worries, want ik ben de laatste om zoiets te denken. Nu, de meeste reacties zijn wel positief.’

Misschien moeten we onze dochters wat minder vaak poppen cadeau doen en wat vaker iets technisch?


‘Of ik zelf idolen heb in de ruimtevaart? Niet echt, maar toen Lego onlangs een set op de markt bracht met vier vrouwen die veel betekend hebben binnen de ruimtevaart, heb ik die wel meteen gekocht. Die staat nu te pronken op mijn bureau. Er zijn gewoonweg niet zo veel vrouwen in de ruimtevaart. Net daarom kijk ik enorm op naar de vrouwen met wie ik heb samengewerkt bij ESA. Zij hebben zich een weg naar boven gevochten in de tijd dat vrouwen in techniek not done waren. Zij werken nu aan LISA, een van de grootste ESA-missies ooit. Ook bij QinetiQ Space ben ik binnen het satellietenteam de enige vrouw. Voor mijn collega’s was dat in het begin wennen, maar ze vinden het intussen heel leuk. Ik ben niet anders gewend: ik was in de minderheid bij de kadetten, net als later tijdens mijn studies en bij ESA. Al vind ik dat wel zonde en hoop ik dat dat zal veranderen. Misschien moeten we onze dochters wat minder vaak poppen cadeau doen en wat vaker iets technisch? Of een roze astronautenbarbie: dat zou leuk zijn!’

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '