Socialmediamanager Demi is Italiaanse en heeft daarom uiteraard al veel van het land gezien. Hoewel ze houdt van de bekende plekken zoals Milaan, Rome, Firenze en Sicilië, vindt ze dat de charme net vaak in de minder populaire steden en streken zit. Ze trok voor drie dagen op citytrip naar Turijn en vertelt je welke dingen je moet gezien, geproefd en beleefd hebben. Andiamo!
Je kan me zes keer per jaar vragen om naar Italië te gaan, en ik zal zes keer per jaar volmondig ‘ja’ antwoorden. Ik zeg dit niet (alleen) omdat ik Italiaanse ben, maar geef toe: Italië is toch veruit één van de mooiste landen ter wereld? De populairste hotspots heb ik ondertussen bijna allemaal bezocht, en net daarom was ik zo enthousiast toen ik hoorde dat ik op citytrip naar Turijn mocht.
Hoewel Turijn slechts anderhalf uur vliegen van ons land vandaan ligt, kende ik buiten enkele Juventus-voetbalfans niemand die er al geweest was. Dus nam ik het dan maar op mij om er wat pareltjes te gaan ontdekken. Zware taak, hè?
Dag 1: ‘Bridgerton’-vibes en cornetto’s
Er zijn directe vluchten naar Turijn, maar minder dan bijvoorbeeld naar Milaan of Pisa. Dus hierbij alvast mijn eerste tip: als je een goedkope vlucht vindt naar Milaan, boek ‘m en neem vervolgens de bus naar Turijn. Dat kost je maar anderhalf uur en zo’n twintig euro.
Wij verbleven in hotel Genova, bijna recht tegenover het station en het perfecte startpunt om de stad te voet te ontdekken. Zo gezegd, zo gedaan: ’s morgens trokken we meteen naar Piazza San Carlo, een plek waar je omringd wordt door historische paleizen en elegante cafés. Wij kozen een tafeltje uit in het prachtige Caffé San Carlo en schoven er onze voeten onder tafel voor een écht Italiaans ontbijt. Bestel er een heerlijke cornetto (lees: croissant, but better) en een cappuccino en maak je klaar voor de dag.
Met een gevulde maag liepen we verder door de galerij om bij de gouden stier tegenover Caffè Torino mee te doen aan een lokale traditie: met je hak duwen op het kruis van de stier. Sounds harsh, maar het zou geluk moeten brengen, dus wie weet wel de moeite waard. 😉
We zetten onze stadswandeling door en liepen doorheen wat winkelgalerijen naar de Dom van Turijn. Lunchen deden we lekker traditioneel met vitello tonato als voorgerecht, agnolotti (een soort mini-ravioli gevuld met vleesragout) als hoofdgerecht en een bolletje Gianduiotto-ijs (een typische chocoladesoort) als dessert.
Ons laatste culturele bezoekje van de dag was er eentje aan de Musei Reali, oftewel het koninklijk paleis. Ik ben verzot op kastelen, dus dit was voor mij écht een hoogtepunt. Ik zag al helemaal voor me hoe ze hier een scène voor ‘Bridgerton’ zouden kunnen opnemen en wil nu mijn eigen huis ook versieren met bloemetjesbehang en gouden spiegels.
We sloten de dag af met een diner bij PoDiCiotto. Een jeugdige plek waar je naast lekker én goedkoop kan eten, ook kan voet- of volleyballen met uitzicht op de rivier Po.
Dag 2: grootste markt van Europa, ‘Titanic’ en de beste ragù van mijn leven
Bij een vakantie in Italië hoort voor mij altijd een bezoekje aan een lokale markt. Alleen bleek die lokale markt in Turijn één van de grootste openluchtmarkten van Europa te zijn en kwam ik ogen tekort. Veel tijd om rond te struinen hadden we niet. Maar ik weet nu al dat ik hier een volgende keer een voormiddag voor uittrek om er op mijn gemak rond te lopen en te proeven van de lokale lekkernijen.
Lunchen deden we bij Tre Galli, en geloof me: hier moet je geweest zijn. De tajarin al ragù (lees: ultradunne verse pasta met ragù) was zó goed, dat ik er soms nog aan denk.
Na de lunch trokken we naar Museo Nazionale del Cinema, dat gevestigd is in dé eyecatcher van de stad: de Mole Antonelliana. Ik denk niet dat ik ooit zo’n impressionant museum heb gezien, en daar had de ‘Titanic’-collectie zéker iets mee te maken. Alsof het museum nog niet indrukwekkend genoeg is, brengt een glazen lift je tot 85 meter hoogte met panoramisch zicht over de hele stad.
Na al dat wandelen verdienden we een ijsje en stopten we bij Gelato Niva. Mijn tip: ga voor hun nieuwe smaak zabaione en thank me later. We sloten de dag af op het dak van de voormalige Fiatfabriek bij Pinacoteca Agnelli, waar hedendaagse kunstinstallaties en een prachtig uitzicht je even doen vergeten dat je eigenlijk op een autogebouw staat. Avondeten deden we met een heerlijke zuurdesempizza bij Pizzeria Berberè.
Dag 3: héél veel glaasjes vermout!
Onze laatste dag begonnen we in Museo Egizio, dat samen met het museum in Caïro het grootste Egyptische museum ter wereld is en je dus zeker eens moet bezoeken. Vervolgens gingen we lunchen in een buitenwijk van de stad in een supergezellige stadstuin en ook hier genoten we van iets typisch Turijns: risotto met saffraan… HEERLIJK!
Onze laatste culturele stop was Villa della Regina, een prachtig paleis met een nog mooier uitzicht over de hele stad. En om onze citytrip écht Turijns af te sluiten, volgde er nog een vermout tasting bij Pepino. En let me tell you, na zo’n glaasje rode, witte en extra droge vermout gaat die terugvlucht een stukje sneller!
Drie dagen, een heleboel indrukken en een goedgevulde maag later keerden we terug naar huis, maar ik weet nu al zeker dat ik deze parel snel nog eens bezoek. Al is het maar om nog zo’n pakje Gianduiotto-chocolaatjes te gaan halen, want die hebben het niet lang overleefd!
