Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Getty

Inessa, hun eerste kindje, werd geboren na 28 weken zwangerschap en overleed na 35 dagen.

ZIJN VERDRIET: Cathy, de vrouw van Sven, had al meerdere miskramen. Hun eerste kindje stierf vlak na de geboorte

Als je partner iets overkomt, dan ben je er voor elkaar. Dan steun en troost  je elkaar. Wij interviewden vier sterke mannen die aan de zijde van hun vrouw stonden na misbruik, een postnatale depressie, kanker en de dood van een kind. Vandaag: Sven, die zijn vrouw Cathy steunt na verschillende miskramen en de dood van hun eerste kindje.


Sven: ‘Ik wil meteen één misverstand uit de weg ruimen: ik ben niet de sterke man die Cathy steunt in haar verdriet. Wij hebben sámen verdriet, wij steunen elkaar. Ik geloof dat het daardoor zo goed blijft gaan tussen ons, wat we ­samen ook meemaken. Onze dochter is overleden. Het ergste wat ons kon overkomen, is ons al overkomen. Alles wat volgt, kunnen we aan.’

Inessa, ons kleine mirakel


‘Ik was 19 toen ik Cathy leerde kennen, zij was mijn eerste serieuze relatie, meteen de juiste. Ik heb altijd geweten dat we ooit samen kinderen zouden krijgen. Op een gegeven moment ontdekte de dokter dat ik een afwijking heb waardoor ik antistoffen maak tegen mijn eigen zaad. Hij raadde ons aan om via inseminatie zwanger te worden. Omdat Cathy net een nieuwe job had, stelden we dat nog even uit. Toen bleek ze spontaan zwanger te zijn: een klein mirakel! Na 28 weken is onze dochter Inessa geboren. Ze woog 940 gram, was 35 centimeter. 35 dagen heeft ze geleefd.’

‘Hoe zwaar die 35 dagen waren, voel je pas achteraf. Die eerste tien dagen, toen Cathy nog in het ziekenhuis lag, waren het moeilijkst. Na tien dagen was ze ook thuis en konden we samen van en naar het ziekenhuis rijden: elke ochtend een uurtje heen, ’s avonds laat een uurtje terug.’

Ik ben niet de sterke man die Cathy steunt in haar verdriet, wij hebben sámen verdriet.


‘En dan krijg je dat telefoontje: het gaat fout, kom onmiddellijk naar hier. Ze hebben Inessa van de machines gehaald en we mochten haar vasthouden tot ze stierf. Het was ’n sereen en – hoe vreemd dat ook mag klinken – mooi moment. Dat laatste moment samen zal altijd in onze herinnering blijven.’

‘En dan kom je thuis. Geen hoop meer, alleen verdriet. Dat waren heel ­intense weken. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik sterk moest zijn voor ­Cathy. We hebben vaak samen zitten huilen. Ik ga me niet stoerder ­voordoen dan ik ben. Cathy heeft meer troost aan een man die met haar mee huilt, dan aan een sterke schouder die zijn eigen gevoelens verdringt. Als het verdriet komt, laten we dat zien. Dan praten we erover en blèten we eens alle twee goed, dat lucht op.’

Miskraam na miskraam


‘Zes maanden later was Cathy weer zwanger. Ons gevoel was dubbel: enerzijds trokken we ons eraan op, anderzijds was er heel veel angst. De zwangerschap duurde amper acht weken. Een paar dagen nadat we het hartje hadden horen kloppen, liep het fout. Opnieuw een klap. Daarna zijn we met ivf begonnen. Cathy is toen even zwanger geweest van een tweeling, maar dat was een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Dan krijg je zoiets van: ach ja, dit kan er ook wel nog bij. Je probeert optimistisch te blijven. Officieel hebben we vijf of zes miskramen gehad, elke keer na een paar weken zwangerschap. Dan zakt de moed je even in de schoenen, maar je draait de knop om en probeert het nog eens. Een paar maanden geleden flakkerde de hoop weer hevig op: Cathy was zwanger van een tweeling. Na 17 weken ging het fout en beviel ze van twee jongens. Dat was een zware dobber, maar we laten de moed niet zakken. Er is nog hoop. De teleurstelling is er elke keer, maar ze is niet meer zo pijnlijk. We proberen ons op te trekken aan de positieve dingen: wij hebben nog een kans, Cathy kan nog spontaan zwanger worden, we hebben nog een ivf-poging over.’

Een leven met ons tweetjes?


‘Ondertussen proberen we gewoon ons leven te leiden: we dwingen onszelf om buiten te komen, vrienden te bezoeken, dingen te doen. Dat hebben we nodig als afleiding. Het leven gaat door. Na de dood van je kind stopt het voor jou even, maar die molen blijft draaien en je moet er zo snel mogelijk weer op. In het begin is dat moeilijk, maar je moet proberen nog van het leven te genieten en op andere manieren weer vreugde te vinden.’

‘Onze kracht als koppel is dat we veel praten. Voor ik Cathy leerde kennen, was ik niet zo’n prater, maar zij dwong me. Als je meemaakt wat wij ­hebben meegemaakt, moet je praten. Als je zo’n verdriet alleen ­verwerkt, groei je uit elkaar. Door het samen te verwerken, kom je dichter.’

‘Hoe we de toekomst zien? We blijven proberen, maar we nemen het hoe het komt. Lukt het niet, dan is dat geen ramp. Een leven met alleen Cathy beangstigt me niet. Ik hou er rekening mee dat het dat wordt: een leven met ons tweetjes. Ik zie dat als een even goed leven. Er zal altijd een gemis zijn, zeker omdat het verdriet om Inessa altijd zal blijven. Maar we hebben altijd nog elkaar.’

 

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '