Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Hij behandelde me als zijn meid en eiste zelfs dat ik hem zijn eten en drinken bracht. Zijn wil was wet, maar wat ik ook deed, het was nooit genoeg.'

Laura (29) was 8 jaar samen met een agressieve man. Toen ze hem verliet, begon hij haar te stalken



Elk huisje heeft zijn kruisje, maar wat als je jarenlang in stilte lijdt? Het overkwam Laura (29). Zij was jaren samen met een controlerende en agressieve man.


‘Maarten was mijn eerste lief. Ik was zestien toen ik hem leerde kennen tijdens het uitgaan en viel als een blok voor hem, tot grote ergernis van mijn mama. Nog voor het écht serieus werd, zei ze al dat het een foute gast was, maar ik was verliefd en had daar geen oren naar. Ik was jong en naïef, en voor mij was Maarten de ware. Oké, hij was verbaal sterker dan ik en kon jaloers uit de hoek komen. Geen hoge hakken, jurkjes en rokjes, en hij wilde ook niet dat ik make-up gebruikte. Maarten vertrouwde mij wel, maar wantrouwde mannen, en om hem te sussen bleef ik ver weg van al die zaken. Het klinkt misschien absurd, maar ik stelde me daarbij geen vragen. Ik was me van geen kwaad bewust. Sterker nog, ik was ervan overtuigd dat het er in elke relatie zo aan toe ging.’

Slechte moeder


‘Toen Maarten en ik nog geen jaar samen waren, ontdekte ik dat ik zwanger was. We waren piepjong toen onze dochter werd geboren. Ik was 17, hij 19. Maarten was pas afgestudeerd, terwijl ik mijn diploma nog moest behalen. Dat we plots een kind hadden, had uiteraard invloed op onze relatie. Omdat we nog geen spaarpotje hadden, waren we financieel afhankelijk van zijn moeder. Dankzij haar hulp spartelden we ons erdoor, maar Maarten en ik hadden vaak ruzie omdat hij weigerde een job te zoeken. Geruime tijd deed hij niet eens de moeite om te solliciteren en bovendien bleek hij géén betrokken vader te zijn. De zorg van ons kind kwam volledig op mijn schouders terecht. Fien had als baby last van reflux, maar dat was volgens Maarten mijn schuld omdat ik haar zogezegd verkeerde voeding gaf. Hij keek amper naar haar om en gaf mij het gevoel dat ik een slechte moeder was. Zo waren er meerdere zaken die een bron van frustratie waren. Tot hij een job had, leidde hij een luilekker leventje, terwijl ik na het middelbaar meteen begon te werken in een rusthuis. Elke maand moest ik mijn loon afgeven, want Maarten zou de financiën wel regelen.’

Even liet hij zijn greep verslappen, maar zodra ik begon te schreeuwen, kneep hij mijn keel weer dicht.


‘Kritiek kon hij niet verdragen. Doorheen de jaren kreeg ik steeds meer verwijten naar het hoofd geslingerd en vielen er vaak woorden. De spanning was meer dan eens te snijden, maar al die tijd was Maarten niet fysiek agressief. Zijn gedrag veranderde drastisch zodra onze zoon werd geboren en ik opnieuw begon te werken na mijn zwangerschapsverlof. Hij was jaloers op de kinderen. Maarten vond dat ik te weinig tijd voor hem had. Ik werkte voltijds, runde het huishouden én had een zesjarige en baby om voor te zorgen. Hij had toen ook een vaste job, maar stak nog steeds geen handje toe. Mijn werkdag zit erop, zei hij als hij thuiskwam. Hij behandelde me als zijn meid en eiste zelfs dat ik hem zijn eten en drinken bracht. Zijn wil was wet, maar wat ik ook deed, het was nooit genoeg. Op den duur klaagde hij over alles: Fien en Sam maakten te veel kabaal, het huis lag er rommelig bij, ik was te veel met de kinderen bezig, noem maar op. Maarten deed alles om me te kleineren en bleef zeggen dat ik geen tijd voor hem maakte. Ik moest springen wanneer hij het zei, en als ik dat niet deed, sloegen zijn stoppen door.’

Gegijzeld in de slaapkamer


‘Die eerste mep vergeet ik nooit. De gemoederen waren voor de zoveelste keer verhit, maar ik dacht niet dat Maarten me ooit zou slaan. Toen dat toch gebeurde, stond ik als aan de grond genageld. Het bleef ook niet bij die ene keer: vanaf toen was een pak slaag bijna dagelijkse kost. Hij sloeg me zelfs in het bijzijn van de kinderen. Na die eerste keer besefte ik dat ik dit niet mocht toelaten. Ik maakte stiekem plannen om hem te verlaten, maar toen hij voelde dat ik afstandelijker werd, nam zijn razernij alleen maar toe. Voor het minste kreeg ik slaag. Vooral de nachten waren een hel. Zo werd ik soms urenlang gegijzeld in onze slaapkamer en pakte hij mijn gsm en sleutels af. Ik heb Maarten meerdere keren gevraagd of hij besefte wat hij deed, maar telkens kreeg ik als antwoord dat het mijn verdiende loon was, dat ik me maar moest gedragen. Voor Maarten was ik een stuk vuil. Ik moest zelfs bedelen bij mijn (schoon)moeder om luiers en melk te kopen, want van hem kreeg ik geen geld.’

Alleen als mijn vader op een matras voor de deur sliep, voelde ik me min of meer veilig.


‘Mama, alles oké?, vroeg een kinderverzorgster toen ik mijn zoontje op een ochtend afzette in de crèche. Ze had gezien dat ik een blauw oog had, wederom het gevolg van een helse nacht. Maarten sloeg me nooit tot bloedens toe, maar ik had vaak blauwe plekken, soms ook op zichtbare lichaamsdelen. Nooit eerder vertelde ik welke terreur ik thuis meemaakte, maar na die vraag stortte ik helemaal in en luchtte ik mijn hart. Diezelfde dag liet ik mijn verwondingen vaststellen door de huisarts en legde ik klacht neer bij de politie. Maar Maarten verlaten zou niet gemakkelijk worden. Ik had geen spaarpotje om op terug te vallen. Bovendien had ik enkele weken daarvoor een zak vol facturen en aanmaningen van gerechtsdeurwaarders gevonden. Maarten maakte schulden in mijn naam, waardoor ik op de zwarte lijst stond en geen poot had om op te staan. Ik ben mijn ouders en broer eeuwig dankbaar, want dankzij hun steun kon ik uiteindelijk bij hem weg.’

Ik maak je kapot


‘Toen Sam tien maanden was, verhuisde ik met de kinderen naar een appartement in het Gentse. Maarten probeerde eerst de brokken te lijmen en wilde gedeeld ouderschap. Ik zag hem af en toe in het belang van onze kinderen, maar na een tijdje wist Maarten ons wonen en begon hij me te stalken. Hij besmeurde mijn voordeur met boodschappen zoals “Ik maak je kapot” en zette geregeld de elektriciteit uit. Elke dag kreeg ik honderden sms’jes en telefoontjes. Als ik niet reageerde, stond hij binnen vijf minuten roepend en tierend aan de deur. Tijdens die periode deden Fien en ik amper een oog dicht. We leefden in angst, en dat was niet ongegrond, want een tijdje later beukte Maarten de voordeur in. Voor die feiten werd hij gearresteerd. Amper vijf uur zat mijn ex vast, daarna begon hij gewoon opnieuw. Mijn vader kwam geregeld overnachten omdat ik uiteindelijk niet meer sliep. Hij sliep dan op een matras voor de deur, want alleen zo voelde ik me min of meer veilig. Die situatie hield meer dan een half jaar aan. Omdat we ons bijna 24/7 bedreigd voelden, stelde mijn huisarts voor om naar een vluchthuis te gaan, maar dat weigerde ik. Waar zouden Fien en Sam dan terechtkomen? Ik besloot toen maar om opnieuw te verhuizen met de kinderen en vond een stek op enkele kilometers van mijn ouderlijk huis. Stilaan keerde de rust terug, maar toen vond Maarten een andere manier om mij te treiteren. Zo belde hij naar de politie met de boodschap dat ik de kinderen iets zou aandoen. In het holst van de nacht stonden er agenten aan mijn deur om te kijken of Sam en Fien nog ademden. Dat deed hij niet één, maar zes keer. Hij stopte pas toen hij werd veroordeeld voor stalking en onrechtmatig gebruik van de hulpdiensten.’

Rooskleurige toekomst


‘Intussen zijn we een paar jaar verder en heb ik een stabiele relatie met Koen, al vond ik het moeilijk om opnieuw een man te vertrouwen. Voor we officieel een koppel waren, gingen we samen met de kinderen een week naar Center Parcs. Ik wilde zien of het klikte, anders was ik er nooit aan begonnen. Sinds ik Koen ken, weet ik wat échte liefde is. Koen leerde me kennen tijdens het zwartste hoofdstuk van mijn leven en maakte meerdere confrontaties met Maarten mee. Maar zelfs toen gewapende agenten voor de deur stonden, ging hij niet lopen. Koen heeft me altijd gesteund. Hij houdt rekening met mijn verleden en zorgt als een echte papa voor mijn kinderen. Fien en Sam zien hun biologische vader niet meer, al werd ik jarenlang verplicht om mijn kinderen naar hun papa te brengen. Deed ik het niet, moest ik een dwangsom betalen. Ik heb nooit blauwe plekken bij Fien en Sam bespeurd, maar gaf hen altijd met een bang hartje af. Meer dan vijf jaar vocht ik voor het volledige hoederecht, en niet zo lang geleden haalde ik mijn slag thuis. Ik durf nu eindelijk te zeggen dat ik geloof in een rooskleurige toekomst!’

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '