Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Catherine Kosters

COLUMN: ‘Speelgoedmuizen, manden, krabpaalconstructies... Na drie dagen is ons appartement net een dierenwinkel’

Catherine Kosters
Catherine houdt van haar lief, hotelbedden en ketchup. Tot de dag dat zelfspot een olympische discipline wordt, deelt ze hier elke week haar avonturen.

Mijn lief en ik hebben een kat. Zijn kat, die bij zijn moeder woonde, en nu bij ons. En dat zullen we geweten hebben. De eerlijkheid gebiedt mij meteen te zeggen dat ik nooit echt een kattenmens geweest ben. Noch een hondenmens, eigenlijk. Als vegetariër uit mijn diervriendelijkheid zich puur principieel: ‘Ik eet niemand op, maar wil dan ook geen gezaag horen over aaien en gaan wandelen. Deal?’ Mijn enige huisdieren waren vroeger een kudde cavia’s, een dwerghamster en een parkiet. De parkiet vond ik tijdens de winter in het park en nam ik mee naar huis. Hij was blauw en heette Lucky – een beetje zoals het mannelijke       Instagrammodel. Zijn favoriete tijd van het jaar was de week na Sinterklaas. Hij zette zich dan op de vensterbank in de keuken tussen de uitgestalde buit en deed alsof hij een chocoladen ventje was. De dwerghamster – een Russische – wilden we eerst Poetin noemen, maar uiteindelijk werd het Scotty. De naam bracht hulde aan de populaire kaki bomberjassen van het merk Schott, ook wel Scott-frakken genoemd in de volksmond. Voor alle duidelijkheid: het waren de nineties. De cavia’s, ten slotte, adopteerden we van de plaatselijke kinderboerderij. Drie vrouwtjes, zodat ze zich zeker niet zouden voortplanten. Tot bleek dat ze al zwanger waren, zich exponentieel begonnen te vermenigvuldigen en een poel van incest creëerden waarin alle kroost uiteindelijk stierf. Ah, childhood memories!

En dan die kattenbak! Wat kan dat ding stinken! Zelfs mét belachelijk dure korrels.

Soit, terug naar de kat. Wat een gedoe, zo’n beest. Telkens als iemand een schattige #catstagram post, zou er een waarschuwing bij moeten staan: ‘Staat midden in de nacht miauwend aan je slaapkamerdeur en bedekt kleding/meubels onder een tapijt haar ter dikte van een yetivacht.’ En dan die kattenbak! Wat kan dat ding stinken! Zelfs mét belachelijk dure korrels. De invasie van je interieur stopt trouwens niet bij één kattenbak. Speelgoedmuizen, balletjes, manden, kartonnen dozen, enorme krabpaalconstructies... Na drie dagen ziet je appartement eruit als de Tom & Co. Oh ja, spontane citytrip of lastminutevakantie? Vergeet het maar. Tenzij je belooft je eerstgeborene naar de bovenbuurman te vernoemen in ruil voor een week voederdienst. Om dan straal genegeerd te worden als je eindelijk thuiskomt. Stank voor dank – letterlijk. En héél misschien krijg je, als je geluk hebt, op termijn terug een kopje. En word je getrakteerd op gespin. De kat rolt tevreden op zijn rug, terwijl je achter zijn oortje krabt en blijft zelfs liggen voor een foto, die je naar je lief stuurt om het moment te delen. Fuck, denk je bij jezelf, ik ben een kattenmens geworden.

 

 

 

 

Deze column verscheen in Flair op 22 november.

 

 

 

Lees alle columns van Catherine op flair.be/columncatherine.

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '