Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
Brandweervrouw
© Steffi Dhondt | Dallas Penner via Unsplash

'Iedereen is daar met hetzelfde doel: mensen helpen. In dat opzicht matchen we dus allemaal met elkaar.'

Steffi (29) is vrijwillige brandweervrouw: ‘De combinatie met een fulltime job kan best pittig zijn, maar ik zou het niet meer kunnen missen’

Jolien Meremans
Jolien Meremans Webjournalist

Ter ere van Week van de Vrijwilliger, lichten we elke dag een (ex-)vrijwilliger uit die zijn of haar verhaal vertelt, om zo het belang van vrijwilligerswerk en solidariteit extra in de verf te zetten. Steffi (29) schreef zich in 2019 in voor een opleiding tot (vrijwillige) brandweervrouw en studeert dit jaar officieel af.

Steffi is bij de brandweer. Als het brand dan blust zij, samen met de andere vrijwilligers van de brandweerpost van Lochristi, het vuur! Ze is er de enige én eerste vrouw die er brandjes blust, maar voelde zich toen ze er een jaar geleden startte meteen volledig thuis. ‘Of we nu voor iets groots of net iets heel kleins moeten uitrukken, we krijgen altijd ontzettend veel dankbaarheid. Die dankbaarheid motiveert ook om te blijven doorgaan. Ik zou het al niet meer kunnen missen’, vertelt ze enthousiast.

Droomde jij er als klein meisje al van om ooit brandweervrouw te worden?

‘Eigenlijk totaal niet (lacht). Ik bezocht een paar jaar geleden een brandweerkazerne, en toen begon het voor het eerst te kriebelen. Het waren uiteindelijk de fysieke uitdaging en de vriendschap die erbij komen kijken die me over de streep trokken, want in 2019 startte ik met de opleiding.’

brandweervrouw Steffi

Je mocht dus vrij snel in het werkveld staan.

‘Ja, best wel! Ik moest eerst een hele sollicitatieprocedure volgen, waarna ik in de weekends de opleiding volgde. De combinatie met een fulltime job was best wel heftig, maar zeker de moeite waard! Intussen sta ik bijna een jaar als stagiaire in het werkveld en als alles goed gaat, studeer ik in juni officieel af.’

Wat vond je omgeving ervan toen je aankondigde dat je brandweervrouw wilde worden?

‘Mijn mama vond het heel eng (lacht). Maar ze kent me als geen ander en weet ook wel dat ik uitdagingen nodig heb. Uiteindelijk is ze superfier dat ik dit nu doe. Mijn vrienden reageerden ook allemaal heel positief. Zij weten ook dat het echt iets voor mij is en hebben mij tijdens mijn opleiding dan ook heel hard gesteund.’

Ik ben daar de enige én eerste vrouw, dus het was wel wat spannend om te starten.

Viel het team waarin je terechtkwam dan een beetje mee? Want je legt je leven uiteindelijk een stukje in hun handen.

‘Dat was in het begin een beetje afwachten, want ik kende er niemand. Maar uiteindelijk voelde ik me er vrij snel thuis. Iedereen is daar ook met hetzelfde doel: mensen helpen. Dus in dat opzicht matchen we allemaal met elkaar.’

Vond je het moeilijk om een vertrouwensband met hen op te bouwen?

Goh, die groeide geleidelijk aan. Voordat ik effectief bij de brandweerpost aan de slag ging, mocht ik een aantal teambuildings bijwonen om iedereen al beter te leren kennen. Het is belangrijk om tijdens een interventie te weten wat je aan wie hebt, dus het was ook voor hen nodig om mij eerst beter te leren kennen voordat ik kon starten.’

En was het dan wennen om met uitsluitend mannen samen te werken?

‘Neen, eigenlijk totaal niet! Ik ben daar de enige én eerste vrouw, dus het was wel wat spannend om te starten en om te zien hoe iedereen daarop zou reageren, maar ik werd echt heel positief onthaald. Het zijn allemaal goede mannen met het hart op de juiste plaats.’

Ik kan mij voorstellen dat het fysiek soms heel zwaar kan zijn. Heb je hard moeten trainen om te doen wat je vandaag doet?

‘Ik heb mijn hele leven al aan sport gedaan, dus op dat vlak moest ik me eigenlijk niet zo heel veel voorbereiden. Het belangrijkste is nu om mijn fysiek goed te blijven onderhouden.’

Iedereen is daar met hetzelfde doel: mensen helpen. Dus in dat opzicht matchen we allemaal met elkaar.

En hoe zorg je ervoor dat je ook op mentaal vlak in vorm blijft?

‘Ik moet zeggen dat ik nog niet zóveel extreme dingen heb gezien of meegemaakt, maar het korps is daar natuurlijk wel heel alert voor. Zeker bij starters zoals ik gaan ze kijken wat je wel en niet kan verdragen. Ze gaan je ook nooit pushen om dingen te doen die je niet wil doen. Je werkt altijd in een team. Als bepaalde dingen te traumatisch zijn of je ziet het op dat moment, bijvoorbeeld omdat je te moe bent, niet zitten om die opdracht te doen, dan staat er altijd wel iemand paraat om over te nemen. Dus eigenlijk is dat iets wat je niet zou mogen afschrikken. Achteraf wordt er ook vaak nog met z’n allen gebabbeld om wat we gezien hebben een plaats te geven. Daarnaast kunnen we ook nog bij een speciaal team terecht als we moeite zouden ondervinden om het van ons af te zetten.’

Je hebt ook nog een fulltime job. Is dat geen zware combinatie?

‘Als ik ‘s nacht wordt opgeroepen en de volgende dag gewoon naar het werk moet, dan kan dat best pittig zijn. Dat is nu eenmaal iets wat je op voorhand niet kan voorspellen, maar dat maakt het des spannender!’

Waarom overweeg je dan niet om er je job van te maken?

Goh, dat is iets waar ik misschien ooit over zal nadenken, maar momenteel vind ik het fijn zoals het is. Brandweervrouw zijn is nu echt mijn hobby, en ik vind het ook een prettige gedacht dat ik als vrijwilliger iets kan betekenen.’

Hoe werkt dat vrijwilligerssysteem dan precies? Kan je dat kort uitleggen?

‘Ik kan op elk moment van de dag beslissen of ik beschikbaar ben of niet. Stel dat ik enorm moe ben en echt eens wil doorslapen, dan zet ik mij op onbeschikbaar. Maar ik probeer natuurlijk om zoveel mogelijk beschikbaar te zijn en te helpen, want onze post bestaat uitsluitend uit vrijwilligers.’

Heb je dan niet altijd een klein beetje stress wanneer je opgeroepen wordt?

‘Ik heb daar intussen leren mee omgaan. Hoe meer oproepen je krijgt en hoe meer ervaring je opdoet, hoe rustiger en minder stressvol het wordt. We proberen elkaar ook vaak gerust te stellen. Er heeft wel altijd iemand een goed idee of oplossing klaar, dus de druk op jezelf ligt niet altijd even hoog.’

Twee weken geleden werden we getroffen door twee zware stormen. Dat moet toch pittig geweest zijn.

‘Ja, ik was echt wel kapot! We zijn op vrijdagmiddag gestart en op maandavond pas gestopt. Tussendoor heb ik een béétje kunnen slapen, maar zeker niet voldoende (lacht). Gelukkig gebeurde het in het weekend, waardoor er veel vrijwilligers beschikbaar waren! En ondanks het leed dat je dan allemaal ziet, was dat wel een leuk en leerrijk weekend. Ik was drie dagen lang constant met mijn “familie” op stap om alles en iedereen uit de nood te helpen. Ik noemde het zelfs een klein familiefeest; tijdens zulke interventies eet je samen en praat je ook veel bij, en dat kan best fijn zijn.’

Stel dat je daar dan niet kon bijzijn omdat je bijvoorbeeld op reis was, zou je je dan schuldig voelen?

Goh, ja en neen. Het is en blijft een hobby, hé. En als je grote dingen mist, dan is dat wel jammer, maar je kan er natuurlijk ook moeilijk voor thuisblijven en op zitten wachten (lacht).’

Meer vrijwilligers:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '