Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Toen die vrouw me wurgde, vreesde ik dat mijn laatste uur had geslagen. Ik dacht écht dat ze me zou vermoorden.’

Lauren (22) en haar vriend werden in Disneyland aangevallen door onbekenden

De redactie

Lauren werd bij de keel gegrepen en gewurgd aan een bushalte. Een gebeurtenis die haar leven en blik op de wereld op slag veranderde, want sindsdien is ze angstiger dan ooit.

Everybody loves Disneyland. Tot enkele maanden geleden vond ik het ook een magische plek. Ik sprong dan ook een gat in de lucht toen ik voor mijn 22ste verjaardag een weekendje cadeau kreeg van mijn vriend. Als kers op de taart verbleven we in een van de Disneyhotels, zodat we met een shuttlebus naar het park konden gaan. Alles verliep vlekkeloos, alleen waren de weergoden ons niet goed gezind. Veel regen, al hadden we verder niet te klagen en genoten we ervan. Maar ons weekend kreeg een onverwachte en bittere wending toen we wilden afstappen aan de bushalte van het treinstation van Marne-la-Vallée.’

Vuile blikken

‘Bij de halte stonden tientallen mensen te wachten. Als je regelmatig het openbaar vervoer neemt, weet je hoe dat eraan toegaat: iedereen wil zo snel mogelijk die bus of trein op, zodat ze een zitplaatsje kunnen bemachtigen. Mijn lief en ik waren de enige twee passagiers op de bus, en omdat de achterste deur blokkeerde, moesten we er noodgedwongen langs de voorkant uit. Intussen waren er al verschillende mensen opgestapt, met het nodige getrek en geduw. In een mum van tijd stond het gangpad vol passagiers. Toen we met moeite de voorste deur hadden bereikt, vroeg ik aan een jonge mama of we eerst mochten afstappen. Ze had een kindje bij in een buggy, waardoor de ruimte nog kleiner zou worden om veilig de bus te verlaten. Mijn woorden waren nog niet koud of ze wierp me een vuile blik toe en mompelde iets in het Frans. Ik spreek amper een woord Frans, dus ik had geen idee wat ze zei, maar ze wurmde zichzelf en haar buggy op de bus. Ik passeerde haar voorzichtig, zonder haar aan te raken of te duwen, maar bij het uitstappen werd ik plots getackeld door haar man.’

Poema versus prooi

‘En toen ging het razendsnel. Ik struikelde en viel net niet op de grond. Nog geen vijf seconden later draaide ik me om en zag ik hoe die man mijn vriend tegen de bus ramde en zijn vuist in de lucht hield, klaar om rake klappen uit de delen. In een paniekreactie en poging om mijn vriend te beschermen, trok ik aan de arm van zijn aanvaller. What are you doing? Stop it!, schreeuwde ik. Intussen werden we omringd door een groepje kijklustigen. In plaats van ons te helpen duwden ze me van de ene naar de andere kant, alsof wij de slechteriken waren. Ook zijn vrouw – de jonge mama – was van de partij. Ze was van de bus gestapt, smeet haar buggy aan de kant en sprong als een poema op me af, alsof ik haar prooi was.’

Toen mijn vriend zag dat ik werd gewurgd, gebruikte hij al zijn kracht om te ontkomen aan haar echtgenote en duwde hij de vrouw van me af.

‘Het gebeurde allemaal zo snel, maar voor ik het goed en wel besefte, greep ze mijn keel en begon ze me te wurgen. In mijn hele leven was ik nog nooit zo bang geweest. Toen mijn vriend zag dat ik werd gewurgd, gebruikte hij al zijn kracht om te ontkomen aan haar echtgenote en duwde hij de vrouw van me af. Dat lukte, maar toen werd hij recht in zijn gezicht geslagen. Mensen die nog aan de halte stonden, begonnen mee te stampen, alsof wij iets hadden misdaan. Nadat ze ons hadden afgeranseld, namen ze plaats op de bus en verdwenen ze uit het zicht. Zelfs de chauffeur keek geen seconde naar ons om.’

Ramptoeristen

‘Na de feiten bleven mijn vriend en ik wezenloos achter, niet goed wetende wat ons net was overkomen. Toen ik zijn bebloede gezicht zag, schrok ik me een bult. Hij zag er niet uit en leek zwaar toegetakeld. Ik trok meteen mijn trui uit en duwde die tegen zijn gezicht om het bloed te stelpen. Op dat moment namen mijn emoties de bovenhand en zakte ik door mijn knieën op de grond. Het werd me allemaal te veel. Ik heb me nog nooit zo kwetsbaar gevoeld en begon te huilen, waarop we werden aangestaard door een aantal voorbijgangers. Zelfs toen was er niemand die ons kwam helpen, terwijl we duidelijk hulp nodig hadden. Ik probeerde me te vermannen, stond weer recht en sprak een conducteur aan, die onze tickets omboekte en er de spoorwegpolitie bij haalde.’

Geen klacht tegen onbekenden

‘De agenten wilden de daders via videobeelden opsporen, maar dan moesten we eerst een klacht indienen voor slagen en verwondingen tegen onbekenden op het politiekantoor. Omdat we bang waren om onze trein te missen en de kans heel klein was dat ze de daders effectief zouden vinden, besloten we dat niet te doen. Bovendien was mijn vriend nog steeds aan het bloeden. De spoorwegpolitie gaf ons een lift naar het ziekenhuis zodat hij verzorgd kon worden, maar om de een of andere reden was de verpleegster erg grof.’

In Brussel-Zuid werden we opgepikt door mijn ouders, die ik in Parijs al telefonisch had ingelicht. Daarna reden we meteen door naar het ziekenhuis in Jette, waar de lip van mijn vriend werd genaaid.

‘Na een uur wachten hadden we nog geen dokter gezien. Tijd tikte voorbij, en als we onze trein niet wilden missen, moesten we alweer richting station vertrekken. Jullie hebben gevochten en nu willen jullie niet eens geholpen worden, sneerde de verpleegstertoen we rechtstonden om de wachtkamer te verlaten. Ik stond aan de grond genageld. Wat een rotopmerking, terwijl we zonder reden werden afgeranseld. Uiteindelijk bracht een dame in de wachtkamer ons naar het station, waardoor we op een haar na onze trein haalden. In Brussel-Zuid werden we opgepikt door mijn ouders, die ik in Parijs al telefonisch had ingelicht. Daarna reden we meteen door naar het ziekenhuis in Jette, waar de lip van mijn vriend werd genaaid.’

Vertrouwen kwijt

‘Thuis kwam ik twee weken de zetel bijna niet uit. Die eerste dagen waren vreselijk. De beelden van die vrouw bleven zich maar afspelen voor mijn ogen. Ik was op slag mijn vertrouwen in de wereld kwijt en stelde me constant de vraag waarom ze zo tekeergingen. Waarom hadden ze het op ons gemunt? Wat gaf hen het recht om ons af te ranselen? Geweld valt nooit goed te praten, maar we deden toch niets verkeerd? Toen die vrouw me wurgde, dacht ik dat mijn laatste uur had geslagen. Ik dacht écht dat ze me zou vermoorden. Als ik eraan terugdenk, lijkt het wel een nare droom. Ik heb het een tijdlang moeilijk gehad. Zo kreeg ik een paniekaanval toen ik na het incident voor de eerste keer de trein nam in de spits. Ik begon te huilen omdat ik zo bang was, bang dat iemand me weer zou slaan of wurgen.’

Sociale angsten

‘Na die paniekaanval ging ik een tijdje naar de psycholoog. Dat was niet mijn eerste keer. In het verleden werd ik begeleid voor sociale angsten, ik durfde toen niet in mijn eentje naar de winkel. Ik had mijn angsten grotendeels overwonnen, en toen werden we aangevallen. Intussen zijn we enkele maanden verder. Ik voel me beter, al stap ik steeds als laatste op en af, en zijn er ook dagen dat ik mezelf niet kan dwingen om naar de winkel te gaan. Ik weet dat ik mijn leven hierdoor niet mag laten bepalen, want dan winnen ze, en dat wil ik niet. Ik wil niet voor altijd in angst leven. Gelukkig kan ik rekenen op de steun van mijn lief, vrienden en familie.’

Pepperspray op zak

‘Ik heb mezelf gedwongen om het een plekje te geven. Ik heb er fysiek niets aan overgehouden en besef dat we veel geluk hebben gehad. Als dat koppel een wapen op zak had gehad, had het heel anders kunnen eindigen. Enkele jaren geleden werd mijn broer neergestoken met een mes nadat hij op de kermis tegen iemand was aangebotst. Gelukkig heeft hij een goede beschermengel en overleefde hij die aanval, maar sindsdien neemt hij ook zijn voorzorgsmaatregelen. Zo zal hij op restaurant altijd met zijn rug naar de muur zitten, zodat hij iedereen met argusogen in de gaten kan houden. Ik begrijp hem volkomen. Zo heb ik sinds een tijdje pepperspray op zak. Ik weet dat het illegaal is, maar ik kreeg het van mijn vader zodat ik me toch een beetje veiliger voel.’

Geloven in de goedheid van mensen

‘Als ik artikels over geweld lees, word ik kwaad. Ik ben kwaad dat anderen hun medemens zoiets kunnen aandoen en dat we elkaar met zo weinig respect behandelen. Uiteraard scheer ik niet iedereen over dezelfde kam. Ik blijf geloven in de goedheid van mensen en dat vriendelijkheid de sleutel tot een betere wereld is, maar dan moet iedereen zijn steentje bijdragen, want het geloof is soms ver te zoeken.’


Tekst: Marijke Clabots

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '