Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Ik had amper 5 % overlevingskans. Dat de dokters me in een kunstmatige coma brachten, betekende mijn redding.'

Lauren (20) verloor bijna het leven door een hersenvliesontsteking

Alles gaat prima en het leven lacht je toe. Maar dan slaat het noodlot keihard toe en kijk je plots de dood in de ogen. Lauren (20) kroop door het oog van de naald en bekijkt de dingen vandaag op een heel andere manier.


‘Het einde van mijn humaniora was in zicht. Samen met mijn klasgenoten verheugde ik me op onze laatste­jaarsreis naar Rome. Maar wat een trip zou worden om nooit te vergeten, draaide uit op een drama waarvan ik de rest van mijn leven de gevolgen draag. Zodra ik op de bus stapte, voelde ik me al niet lekker en had ik een vreemd gevoel in mijn buik. Heel even dacht ik dat mijn maandstonden zouden doorbreken, maar die bleven uit. ‘s Avonds belde ik even met papa, die huisarts is. Hij zei me dat hij me wel eens grondig zou onderzoeken wanneer ik terug thuis was. Ik probeerde er verder niet te veel bij stil te staan en zo goed mogelijk van de reis te genieten.’

Tot die laatste dag. Ik stond op met een gigantische kater, ook al had ik de avond voordien geen druppel alcohol aangeraakt. Ik voelde me supermoe en barstte van de hoofdpijn. Tijdens de busreis naar huis werd ik misselijk, kreeg ik koorts en begonnen mijn spieren pijnlijk aan te voelen. Er zit een griep aan te komen, dacht ik. Mijn spieren moesten stilaan de tol betalen van een week lang met mijn koffer elke dag naar een ander hotel te moeten zeulen.’

Ijlen van de pijn


‘Eenmaal aangekomen op school ging het van kwaad naar erger. Tijdens de autorit naar huis moest ik over­geven en kreeg ik last van diarree. Thuis moest mama me in bad helpen en mijn haren wassen omdat ik mijn armen nauwelijks nog kon optillen van de spierpijn. De hele nacht lang bleef ik overgeven en moest ik naar het toilet lopen. Toen ik ‘s morgens wakker werd, stonden mijn benen vol paarse vlekken. Ik riep mijn vader, en die liet er geen twijfel over bestaan. Hij vreesde voor een levensbedreigende hersenvliesontste­king. Ik moest zo snel mogelijk naar de dienst spoedgevallen.’

Toen ik ‘s morgens wakker werd, stonden mijn benen vol paarse vlekken. Mijn vader vreesde voor een levensbedreigende hersenvliesontste­king.


‘Daar werd ik meteen naar een onder­zoekskamer afgevoerd en kwamen ze met een giganti­sche naald om een ruggenmergpunctie uit te voeren. Ik raakte volledige in paniek, kwam op de afdeling inten­sieve zorgen terecht en beleefde een erg onrustige nacht. De dag erna, 4 april 2016, staat voorgoed in mijn geheugen gegrift. Toen ik die ochtend wakker werd, begon ik te ijlen van de pijn. Om de situatie onder controle te krijgen zagen de dokters in het ziekenhuis van Overpelt geen andere oplossing dan mij in een kunstmatige coma te brengen en me over te brengen naar het universitair ziekenhuis in Leuven. Een beslissing die uiteindelijk mijn redding werd.’

Falende organen


‘Als er eenmaal paarse vlekken opduiken, dringt de tijd en heeft een patiënt met een bacteriële hersenvliesont­steking doorgaans maar een viertal uur meer te leven. Dat wist papa als huisarts maar al te goed. Ik had nau­welijks 5 % kans dat ik het nog te boven zou komen. In het UZ Leuven constateerden de dokters dat mijn organen een voor een begonnen te falen. Door de infec­tie braken ook mijn spieren af. Mijn toestand werd met de minuut zorgwekkender.’

‘Toen mijn hart nog maar voor 15 % werkte en ook de druk in mijn hersenen dreigde weg te vallen, raakten de dokters stilaan in paniek. Ik moest onmiddellijk een schedel­boring ondergaan en werd volgepompt met zware antibiotica. Omdat mijn nieren het ondertussen hadden begeven, werd ik aan de dialyse gelegd. Tien dagen lang werd ik in een kunstmatige coma gehouden en constant gemonitord.’

Van het percentage dat er toch door­ komt, blijft het grootste deel ach­ter met een mentale achterstand of blijvende beperking.


‘Daarna hebben de dokters de medicatie weer afgebouwd, zodat ik uit mijn coma kon ontwaken. De dokters vreesden dat ik blijvende hersenschade had opgelopen. 95 % van de mensen met een bacteriële hersenvlies­ontsteking haalt het niet. En van het percentage dat er toch door­ komt, blijft het grootste deel ach­ter met een mentale achterstand of blijvende beperking door ern­stige hersenbeschadiging.’

Doodsangsten voor mijn ouders


‘Mijn ouders zijn tien dagen lang doodsbang geweest dat ze mij zouden verliezen. Hun opluchting was dan ook gigantisch toen ik na het ontwaken uit mijn coma bevestigend met mijn ogen knipperde toen me een aantal vragen werden gesteld. Maar ook al was de grootste angst voor mijn leven ondertussen voorbij, de dagen erna werd al snel duidelijk dat ik er niet on­geschonden uit was gekomen. Mijn handen en voeten waren in klauw komen te staan en mijn knieën en elle­bogen vertoonden open wonden. Mijn achillespezen waren volledig zwart geworden. Ook in de dikke teen aan mijn linkervoet zat geen leven meer.

‘Vanaf die dag kon ik langzaamaan beginnen werken aan mijn herstel. Tijdens de vier volgende maanden onderging ik de ene operatieve ingreep na de andere. Mijn dikke teen moest geamputeerd worden en mijn achillespezen werden gereconstrueerd door middel van een spier en huid van mijn bovenbeen. De pezen van mijn voet werden door­gesneden om uit klauw te raken. Opdat ik niet de rest van mijn leven afhankelijk zou moeten blijven van dialyse, stond mijn mama een nier aan mij af. Via intensieve ergo-­ en kinesitherapie werden mijn handen uit klauw gehaald.’

Tweede leven


‘Vandaag zijn we twee jaar verder en heb ik een gigan­tisch lange weg afgelegd. Zowel op fysiek als mentaal vlak ben ik door diepe dalen gegaan. Ik heb meermaals gevloekt en gedacht: waarom moet mij dit toch overko­men? Een paar keer heb ik tegen mijn ouders zelfs de uitspraak gedaan dat ik er beter in was gebleven. In het begin had ik het heel moeilijk met de blijvende schade die de hersenvliesontsteking heeft aangericht, maar door het besef dat ik zéér blij mag zijn dat ik er nog ben en dankzij alle steun van mijn vrienden, familie, lief en de lotgenoten die ik in het revalidatiecentrum heb leren kennen, weet ik die nu wel te relativeren.’

‘Dat ik nooit meer zo intensief zal kunnen dansen als ik mijn hele jeugd heb gedaan, doet me nog altijd pijn. Maar ik ben blij dat ik weer volledig zelfstandig kan wandelen en verstop mijn littekens niet langer. Ik ken nog altijd moeilijke momenten, maar toch sta ik vandaag veel bewuster in het leven en ben ik dankbaar voor de tweede kans die ik van hierboven blijkbaar heb gekregen. Daarom vier ik nu twee keer per jaar stevig feest. Op 16 oktober vier ik mijn verjaardag met al wie mij lief is. En daarnaast klink ik elk jaar nu ook op 4 april, de dag dat ik op het nippertje aan de dood ben ontsnapt, op de start van mijn nieuwe leven.’

 

Meer straffe verhalen:


 

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '