Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

In een open brief laat Carla aan haar pester weten dat ze beter uit de situatie gekomen is.

Carla (28) werd weggepest door een collega: ‘Maar je grote ““we-maken-Carla-kapot-plan”” heeft niet gewerkt’

Vandaag start de Week tegen Pesten. Een week die er niet alleen voor kinderen op school, maar ook voor volwassenen op het werk is. Want hoewel wij veel beter zouden moeten weten dan onze jonge medemens, zijn pesterijen op de werkvloer helaas geen uitzondering. IDEWE, een dienst voor preventie en bescherming op het werk, kreeg in 2018 maar liefst 434 meldingen binnen over pesten op het werk. En dat is vermoedelijk dan nog maar een druppel op de gloeiende plaat.


 

De 28-jarige Carla maakte het zelf mee. De pesterijen van haar collega werden haar na meer dan twee jaar te veel en ze besloot op te stappen, letterlijk moe gepest. Maar in een open brief laat ze haar pester weten dat ze haar niet klein heeft gekregen, en dat ze nu veel beter af is dan voordien.

 

Dag Sonja,

Ik wilde je even laten weten dat je grote ‘we-maken-Carla-kapot-plan’ niet heeft gewerkt. Vanaf de eerste dag dat ik bij jullie begon, wist ik dat het niet zou klikken tussen ons. Maar dat je zo ver zou gaan om me buiten te krijgen, had ik nooit zien aankomen. Roddelen over mij, stoken tussen de collega’s met wie ik wél overeenkwam – zodat zij me ook lieten vallen – tot zelfs gaan klagen bij de baas… Je hebt het allemaal gedaan.

Twee jaar lang heb ik élke zondagavond gehuild bij mijn vriend. Elke maandagmorgen had ik last van duizelingen – een teken van overmatige stress volgens de dokter. Ik ben intussen vrij zeker dat je me begon te pesten omdat je jaloers op me was. Zonder arrogant te willen zijn: ik ben mooier, slimmer en grappiger dan jij. Jij zag het bij onze eerste ontmoeting en ik zag de haat in je ogen sluipen. Ik heb mijn best gedaan om goed met je om te gaan – ik vond je ook niet zo tof, maar ik ben professioneel – maar jij bleef het op de spits drijven.

Dankjewel voor de promotie die ik door jou maakte.


Toen je na ons personeelsfeest bent gaan rondvertellen dat ik die nacht een slippertje had gehad met een van de collega’s, was de maat vol. Ik heb klacht ingediend – al verwacht ik niet dat daar veel mee zal gebeuren – en heb mijn ontslag gegeven. Niet omdat ik me ‘gewonnen geef’ – jaja, ik heb intussen gehoord dat je het zo triomfantelijk rondvertelt aan iedereen die het wil horen – maar omdat je het niet waard bent. Ik wilde je graag meegeven dat de directie – verveeld met de situatie – me een royale ontslagpremie heeft gegeven.

Een week nadat ik ben gestopt met werken heb ik een nieuwe job gevonden, eentje met meer verantwoordelijkheden, een beter loon én dichter bij huis. Ik denk dat er maar één winnaar is, Sonja, en dat ben ik. Ik hoorde dat je bij de directie moest komen en dat je ‘nogal bleek’ was toen je terugkwam. De directeur heeft in ons gesprek ook toegegeven dat je een ‘probleemgeval’ bent, dus ik dénk dat je spelletjes niet zo heel lang meer gaan duren.

En wat ga je dan doen, Sonja? Met slechte referenties solliciteren? Ik vrees dat het moeilijk gaat worden voor jou, karma is wakker geworden volgens mij. Ik zou je graag edelmoedig willen vergeven, maar dat kan ik voorlopig nog niet. Ik moet je laten nu, want ik vertrek voor een lang weekend naar Parijs. Ik ga genieten. Ik kan het me permitteren nu. Dankjewel voor de promotie die ik door jou maakte!

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '