Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Volgens haar had ik niet vrolijk genoeg afscheid genomen, dus ze sleurde me bij mijn haren naar binnen. Keihard knalde ze mijn hoofd tegen de ketel.'

Valerie (32) werd jarenlang mishandeld door haar moeder

Valerie (32) werd jarenlang fysiek én emotioneel mishandeld door haar moeder. En daar draagt ze nu nog steeds de psychische littekens van mee.


‘Het klinkt misschien gek, maar ik heb jarenlang niet beseft dat ik een mishandeld kind ben. Pas toen mijn psycholoog me afgelopen zomer vertelde dat het wel zo is, drong het tot me door. Tuurlijk wist ik ergens wel dat de relatie met mijn moeder niet normaal was en dat ze me jarenlang onheus heeft behandeld, maar die stempel, daar had ik nooit bij stilgestaan. Als kind en puber dacht ik altijd dat de situatie thuis normaal was, dat ik inderdaad een lastig, dom kind was en dat elke moeder zo reageerde op domme, lastige kinderen. Wist ik veel...’

Waaraan had zij zo’n dom kind verdiend?


‘Mijn mama was amper 16 jaar toen ze zwanger raakte van mij. Ze studeerde goed, maar zag zich plots gedwongen haar opleiding stop te zetten. Ze trouwde met mijn papa en niet lang na haar 17de verjaardag beviel ze. In de beginjaren had ze het erg moeilijk en sprong mijn meter, de jongere zus van mijn mama, bij om voor me te zorgen. Ik was een lastige baby, vertelde mama altijd. Een die slecht sliep, vaak te weinig at, of dan weer net te veel. Kortom: ze kon de zorg voor mij niet aan. En toen ze vier jaar later van mijn jongere zus beviel, ging het van kwaad naar erger.’

Pas toen de schoolbel – die we tot bij ons thuis hoorden – gegaan was, mocht ik vertrekken. ‘Ga nu maar uitleggen waarom je te laat bent!’ schreeuwde ze.


‘Ik herinner me nog hoe ik als 7-jarige thuiskwam met een slechte toets. Eén slechte toets, maar voor mijn moeder was zoiets onoverkomelijk. Ze brulde dat ik een dom kind was, héél dom, waarna ze zich hardop afvroeg waaraan zij zo’n dom kind had verdiend. Maar dat was nog niet alles: ze troefde me zo hard af dat ik sterretjes zag. Ik heb toen mijn boekentas gepakt en ben de deur uit gewandeld, klaar om naar mijn grootouders te gaan. Maar mijn vader kon me nog net op tijd tegenhouden. Hij had helemaal niet gezien dat ik zo veel slaag had gekregen en niet gehoord welke lelijke verwijten mijn moeder me naar het hoofd had gegooid. Mama had een heel andere versie van de feiten opgehangen.’

‘Dat deed ze altijd: ík was een verschrikkelijk kind en ík was onhandelbaar. Zij had geen probleem, ik was er één. Of toen ik een jaar of tien was en ik met mijn roze fiets ’s morgens in de garage klaarstond om naar school te gaan. Tot straks! riep ik, maar dat was niet naar de zin van mijn moeder. Volgens haar had ik niet vrolijk genoeg afscheid genomen, dus ze sleurde me bij mijn haren naar binnen. Keihard knalde ze mijn hoofd tegen de ketel. Ik was nog niet bekomen van de klappen toen ze me alweer bij mijn haren greep en me naar mijn slaapkamer sleurde, om me daar op te sluiten. Pas toen de schoolbel – die we tot bij ons thuis hoorden – gegaan was, mocht ik vertrekken. ‘Ga nu maar uitleggen waarom je te laat bent!’ schreeuwde ze. Huilend ben ik vertrokken.’

Op een gegeven moment spraken mijn zus en ik een teken af om zonder woorden duidelijk te maken hoe mama eraan toe was die dag.


‘Wat kon ik zeggen? Mijn moeder had een slechte dag, en ik was degene die dat moest bekopen. Dat was toch normaal? Me gedeisd houden, uit haar buurt blijven en vooral zorgen dat ze niet kwaad werd, dat was het enige wat ik dan kon doen. Avonden heb ik in mijn kamer doorgebracht, alleen maar om mama niet boos te maken. Was ze slechtgezind of had ze hoofdpijn, dan was ik een slecht en gemeen kind en deugde ik niet. Maar was zij vrolijk, dan móést ik vrolijk zijn – of ik daar zin in had of niet.’

‘Op een gegeven moment spraken mijn zus en ik een teken af om zonder woorden duidelijk te maken hoe mama eraan toe was die dag. Zo kon mijn zus me behoeden voor nieuwe verwijten en klappen. Zij kreeg géén gemene opmerkingen. Ze was slim, dus op haar kon mama trots zijn. Misschien moest ik compenseren wat zij door die ongeplande zwangerschap had gemist? Maar ik was niet zo slim als zij. Ik was geen hoogvlieger die steevast met tienen thuiskwam. Ik moest keihard werken voor een zeven op tien. En kinderen met een zeven op tien, die zijn dom, hè. Zo dacht ik.’

Alles draaide om háár


‘Mijn mama heeft zelf geen gelukkige jeugd gekend. Haar moeder behandelde haar al die jaren net zoals zij dat bij mij deed. En net als mijn grootvader destijds deed ook mijn vader niets om in te grijpen. Ik denk dat hij jaren niet heeft geweten wat zich thuis afspeelde, want mijn moeder was alleen gemeen als mijn vader niet thuis was. Voor hem en voor de buitenwereld leek ze een fantastische mama. Toch kan ik me niet inbeelden dat hij nooit heeft geweten wat er zoal gebeurde wanneer hij uit werken was.’

Toen ik op mijn elfde werd gepest op school, was zíj het slachtoffer, niet ik.


‘Mijn moeder wist als geen ander elk verhaal en elke gebeurtenis naar haar hand te zetten. Ze kon alles rond zichzelf doen draaien. Toen ik op mijn elfde werd gepest op school, was zíj het slachtoffer, niet ik. Arme zij had een dochter die gepest werd. Arme zij moest nu met die dochter naar een psycholoog. Maar bij die therapeut mijn verhaal doen? Dat deed ik niet, want ik wist niet dat zulke toestanden niet normaal zijn. Zo ging het er toch bij iedereen aan toe?’

‘Tuurlijk zag ik dat moeders van vriendinnetjes heel lief en warm met hun kinderen omgingen, maar dat deed mama ook wanneer iemand bij ons thuis was. Toen ik eindelijk begon te beseffen dat mijn situatie níét normaal was, vertelde ik mijn verhaal aan mijn grootouders langs papa’s kant. Maar toen mama vond dat mijn grootmoeder veel vragen begon te stellen, hield ze me bij hen weg. En wat deden zij daarna? Niets. Toen ik vele jaren later nog een keer de moed vond om mijn verhaal te doen bij de papa van mama, brak ze ook

met hem. Tuurlijk durfde ik jarenlang tegen niemand nog te vertellen wat er zich thuis allemaal afspeelde.’

Ik moest gaan werken voor de kleren die mama wilde dat ik droeg.

Eigen kleren betalen


‘Op mijn 17de liep mijn zus weg van huis. Een week lang was ze vermist, en weet je wie de schuld kreeg? Ik.  Ík had haar beter in de gaten moeten houden, ik had maar niet moeten geloven dat die sportzak voor een schoolopdracht diende. Razend was mijn moeder. En toen mijn zus na een week weer thuiskwam, werd ze overladen met cadeaus. Nieuwe kleren, een nieuwe gsm, een nieuwe laptop... En ik? Ik moest vanaf dan gaan werken voor alles wat ik wilde. Straffer, zelfs: ik moest gaan werken voor de kleren die mama wilde dat ik droeg. Ik betaalde alles, terwijl zij mijn truien, broeken, rokjes en schoenen koos. Niet dat we dan naar H&M, Zara of C&A gingen. Nee, alleen de duurste merken waren goed genoeg: Tommy Hilfiger of Scapa. Truien van 200 à 300 euro. Ik werkte me kapot. Avonden, weekends, vakanties... Vaak klopte ik evenveel uren als mijn collega’s die vast in dienst waren. En weet je wat er gebeurde met die eerste belachelijk dure trui? Het werd een minuscuul kinderlijk truitje nadat mama hem fout had gewassen. Wég trui, wég geld.’

‘Ook toen ik verder ging studeren, betaalde ik elke cent van mijn studies. We kregen een studiebeurs, maar dat geld werd gestort op de rekening van mijn ouders, die het dan weer gebruikten voor andere dingen. Maar toen we jaren later bericht kregen dat we ten onrechte al dat geld hadden ontvangen, was ik degene die het cent voor cent moest terugbetalen, want – zo beweerde mama – ik had dat toch ontvangen? Mijn jaren als adolescent waren een nog grotere hel dan die als kind. Ik had letterlijk niets of niemand, en ik had geen vijf minuten tijd voor mezelf, want ik was ofwel aan het werken, ofwel aan het studeren. En thuis bleef de hel voortduren...’

Was ik net als zij geworden?


‘Op mijn 23ste kreeg ik voor het eerst zelfmoordgedachten. Mijn grootvader, die voor mij al die jaren een held was geweest, stierf. Maar toen ik op de begrafenis snikkend naast mijn moeder zat, kreeg ik een keiharde elleboogstoot in mijn ribben. Stop ermee. Daar help je niemand mee, siste ze. Ik slikte mijn tranen dus weer in. Pas toen ik een maand later mijn intussen ex-vriend leerde kennen, vond ik de moed om thuis weg te gaan. Ik studeerde af, vond een job en werd niet veel later mama van een dochtertje. Maar opnieuw liep ik in mijn ongeluk. Jarenlang bedroog mijn partner me, en toen ik eindelijk de moed vond bij hem weg te gaan, was ík de schuldige volgens mijn moeder. Ik had er zogezegd voor gezorgd dat onze relatie was mislukt.’

Ik deugde niet langer als moeder, ik was altijd boos, en ja: ik had ook al eens uitgehaald naar mijn dochter. Ik was mijn moeder geworden, dacht ik.


‘Het heeft me veel moeite gekost, maar ik heb alles opnieuw opgebouwd. En ja, ik vond opnieuw de liefde. Échte liefde, met een partner die van mij houdt, voor mij zorgt en mij beter maakt. Iemand die me begrijpt en naar me luistert. Koen heeft een nieuwe wereld voor mij doen opengaan. En ook: ik heb nu een schat van een schoonmoeder, die ik eigenlijk als mijn moeder beschouw. Zij doet alles voor mij. En hoewel het leven me vier jaar geleden eindelijk begon toe te lachen, ben ik afgelopen zomer gecrasht. Mijn veeleisende job had toen te veel van me gevergd. Tegen alle verwachtingen in had ik de hoge cijfers gehaald die de grote bazen voorop hadden gesteld, maar het enige wat ik te horen kreeg, was: ‘Dat kan nog beter.’ Op dat moment ben ik geknapt. Het was alsof ik bij die woorden mijn moeder hoorde spreken. Ik ben in huilen uitgebarsten en bij de huisarts durfde ik voor het eerst te zeggen wat ik al maandenlang dacht: ik wil niet meer leven.’

‘Die gedachte had de jaren voordien al zo vaak door mijn hoofd gespookt, en nu durfde ik die eindelijk uit te spreken. Ik deugde niet langer als moeder, ik was altijd boos, en ja: ik had ook al eens uitgehaald naar mijn dochter. Ik was mijn moeder geworden, dacht ik, en

dat was al die jaren net mijn grootste angst geweest. Met de hulp van een psycholoog klom ik uit een heel diep dal, en sinds een paar maanden durf ik zeggen dat ik er sta. Mijn moeder bepaalt niet langer mijn geluk, en al helemaal niet langer mijn zelfbeeld. Ik ben

níét dom, ik ben geen vervelend kind, en al die straffen heb ik niet verdiend. Mijn moeder is ziek, maar niemand durft dat tegen haar te zeggen. Breken met haar? Nee, dat doe ik niet. Ze is en blijft mijn moeder. Ik zie haar graag.’

 

Heb je vragen over zelfdoding of wil je met iemand praten? Dat kan, gratis en anoniem. Op www.zelfmoord1813.be of www.tele-onthaal.be kan je chatten, bellen kan op de nummers 1813 (Zelfmoordlijn) of 106 (Tele-Onthaal).

 

Lees ook: 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '