Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
mom brain
© Pexels

Het vrouwelijke brein is kleiner, dus vrouwen zijn minder slim: fabel.

Feiten en fabels over mom brain

Het moederbrein is geen defect of slap excuus om iets te vergeten. Het is een slimme, natuurlijke upgrade die je helpt te zorgen. En het is hoog tijd dat we het ook zo gaan bekijken. Daarom heeft Elke De Witte ons geholpen om enkele feiten van fabels te onderscheiden.

Elke De Witte, doctor in de neurolinguïstiek en moeder van twee zoontjes. Toen brainfog en identiteitsvragen haar overweldigden, dook ze in de wetenschap. Dat leidde tot het boek ‘De moederbreinmythe’, waarbij ze iedereen wijst op het feit dat moeders en hun brein veel meer zorg verdienen.

Je wordt van de ene op de andere dag moeder: fabel.

We doen vaak alsof het moederschap iets is wat automatisch in je geactiveerd wordt zodra je bevalt, alsof je baby eruit komt en jij meteen weet wat je moet doen en hoe je je moet voelen. Maar in werkelijkheid lijkt het eerder alsof er vanbinnen een aardverschuiving plaatsvindt. Je hele identiteit verandert, van hoe je denkt, voelt en reageert tot waar je prioriteiten liggen. En dat gebeurt niet in één vlotte beweging, wel met vallen, opstaan en veel twijfel. Moeder worden is dus een heel proces, geen knopje dat je indrukt. En elk proces verdient tijd, erkenning en zachtheid.

Het vrouwelijke brein is kleiner, dus vrouwen zijn minder slim: fabel.

Ja, het vrouwelijke brein is gemiddeld wat kleiner. Nee, dat maakt vrouwen niet minder slim. Het is gewoon anders georganiseerd en is efficiënter, met sterke verbindingen tussen hersengebieden. De grootte van je brein zegt dus weinig over werking ervan. Het probleem zit dan ook niet in het brein, maar in het feit dat de norm in onderzoek en zorg jarenlang op het mannelijke lichaam afgestemd werd. Pas wanneer we die verschillen erkennen en waarderen, is er sprake van echte gelijkwaardigheid.


Hoe meer tijd je met je baby doorbrengt, hoe beter je wordt in signalen herkennen, of je nu moeder of vader bent.

It takes a village to raise a child: feit.

‘It takes a village to raise a child’ klinkt wel mooi, maar toch staan veel ouders vandaag behoorlijk alleen. Waar vroeger tantes, buren of grootouders actief meehielpen, moeten ouders het nu vaak zelf zien te bolwerken. En dat weegt. Vooral moeders ervaren eenzaamheid in de eerste jaren na de geboorte. Minder praktische en emotionele steun maakt het risico op angst, stress en depressie groter. In andere culturen
is samen zorgen nog wel de norm, wat bewijst dat ouderschap geen solojob hoeft te zijn. Veel gezinnen
zouden beter worden van meer collectieve steun en minder druk.

 

Niet iedereen krijgt die roze wolk: feit.

De roze wolk na de bevalling is geen garantie. Sommige moeders voelen zich inderdaad gelukkig en verbonden, maar veel andere ervaren net verdriet, angst of overweldiging. Eén op de vijf vrouwen krijgt te maken met postnatale depressie of angstklachten, en toch blijft daar een taboe op rusten. Bovendien dragen moeders ook daarna vaak de grootste mentale last met het constante plannen, organiseren en zorgen voor het gezin. Al die ‘open tabbladen’ in je hoofd? Dat is de onzichtbare mental load. Geen wonder dat burn-out vaker bij moeders voorkomt. Tijd dus om eerlijker te praten over de échte realiteit van het moederschap



Het moederschap verandert je zelfgevoel letterlijk in je hersenen. Daarom voelen zoveel vrouwen zich anders als ze moeder worden.

Alleen een moeder kan een moederinstinct hebben: fabel.

Onderzoek toont aan dat wat we vaak ‘instinct’ noemen, meestal te maken heeft met ervaring. Hoe meer tijd je met je baby doorbrengt, hoe beter je wordt in het herkennen van signalen als huilen of onrust. En dan maakt het niet uit of je nu moeder of vader bent. Die vaardigheid groeit dus door interactie en betrokkenheid, niet doordat je als vrouw genetisch beter zou zijn in zorgen. Toch blijft het idee van een aangeboren moederinstinct hardnekkig bestaan. Dat komt onder andere door traditionele genderrollen; moeders nemen in onze maatschappij nog steeds vaker de zorg op zich en bouwen daardoor ook sneller ervaring op. Dat verschil in zorgverdeling wordt vervolgens verward met een ‘natuurlijk talent’.

Je hoeft als ouder niet perfect te zijn. Fouten horen erbij. Ook daar leren kinderen van.

Vrouwen zijn gemaakt om te zorgen: fabel.

Het idee dat vrouwen van nature zouden zijn gemaakt om te zorgen, leeft nog altijd sterk. Denk aan uitspraken als “Wanneer komt er bij jullie een baby?” of “Jij wordt vast een goeie mama”. Maar zorgen is geen exclusief vrouwelijke vaardigheid, en het moederschap is geen lotsbestemming. Het is vooral onze cultuur die moeders tot hoofdverantwoordelijke maakt. Zo krijgen vrouwen vaker moederschapsverlof en wordt er van hen verwacht dat ze  het voortouw nemen in de opvoeding. Dat voedt het idee dat alleen moeders echt goed kunnen zorgen, terwijl kinderen net zo goed veilige hechting opbouwen met vaders, plusouders of andere zorgfiguren.

‘Goed genoeg’ is goed genoeg: feit.

Het beeld van de ‘perfecte moeder’ die haar eigen behoeften wegcijfert voor haar kinderen zit diep ingebakken in onze cultuur. Zo’n moeder combineert moeiteloos zorg, werk, sociaal leven en zelfzorg, zonder ooit te klagen. Maar dat beeld is niet alleen onrealistisch, het is ook schadelijk. Veel moeders voelen druk om daaraan te voldoen met schuldgevoelens, stress en uitputting tot gevolg. Gelukkig groeit het besef dat ‘goed genoeg’ echt goed genoeg is. Je hoeft niet perfect te zijn om een warme, veilige ouder te zijn. Fouten maken hoort erbij. Ook daar leren kinderen van.

Nog enkele handige weetjes:

Babycellen blijven levenslang aanwezig in het lichaam van de moeder, zelfs in haar brein. Tijdens de zwangerschap komen cellen van de foetus via de bloedsomloop in het lichaam van de moeder terecht. Sommige van die cellen blijven levenslang aanwezig in haar lijf, zelfs als de zwangerschap vroegtijdig eindigde. Dat kan mogelijk verklaren waarom de band tussen moeder en kind zo diep zit.

Moeders herkennen hun baby op gevoel, zelfs blind. In een experiment konden moeders die na de geboorte minstens één uur bij hun baby waren geweest, hun eigen kindje herkennen uit drie verschillende baby’s, alleen door de handpalm aan te raken. Een fascinerend voorbeeld van hoe scherp het moederbrein zich afstemt op de baby

Het moederschap verandert je zelfgevoel letterlijk in je hersenen. Onderzoek toont aan dat het ‘default mode’-netwerk, een hersennetwerk dat gelinkt is aan je zelfbeeld, verandert tijdens het moederschap. Dat zou kunnen verklaren waarom zoveel vrouwen zich anders voelen of hun identitei herdenken wanneer ze moeder worden. Je brein is zich echt aan het herschikken.

Het brein van vaders en plusouders past zich ook aan. Niet alleen een zwangerschap, ook zorg dragen op zich verandert de hersenen. Wie intensief zorgt, ongeacht geslacht of biologische band, ontwikkelt daarom vergelijkbare hersenactiviteit in zorgnetwerken.

Je brein groeit opnieuw na de bevalling, want dan neemt het volume van bepaalde hersengebieden weer toe. Die groei helpt bij het leren van nieuwe zorgtaken en geeft meer zelfvertrouwen in je rol als moeder.

Je stressreactie op babygehuil verandert na een tijd. In het begin ben je hyperalert op babygehuil, maar later leert je brein om minder heftig te reageren, zodat je niet overweldigd raakt.

Je wordt letterlijk beloond als je naar je baby kijkt. Bij het zien van je eigen kind wordt het beloningscentrum in je brein actiever dan bij een vreemde baby. Je krijgt dus een biologische ‘yes!’ bij zorggedrag.

Aan de hand van hersenscans kan worden gezien of een vrouw ooit zwanger is geweest. Sommige structurele veranderingen, zoals krimp van grijze stof, blijven jaren na de bevalling zichtbaar op hersenscans. Moeder worden is dus geen korte fase, het laat diepe neurologische sporen na.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '

Commerciële boodschap