Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Getty

Uit een ondervraging blijkt dat 55% van de jongeren tussen 17 en 28 jaar gelooft dat er geen pensioen meer zal zijn voor hen. Is die vrees terecht?

Moeten we ons zorgen maken over ons pensioen? ‘De overheid moet nú iets doen’

We maken ons massaal zorgen over ons pensioen, maar is die paniek terecht? ‘Jongeren moeten niet bang zijn dat er geen pensioen meer zal overblijven voor hen, maar de vraag is of het genoeg zal zijn’, zegt pensioenexpert Marjan Maes van de KU Leuven.


De Vlaming is ongerust over zijn pensioen. Zoveel is deze week nog maar eens gebleken. Uit een bevraging bij 800 jongeren tussen 17 en 28 jaar blijkt dat meer dan de helft gelooft dat er geen pensioen voor hen zal zijn. Een andere enquête toont aan dat slechts 6% van de Belgen denkt dat z’n pensioen genoeg zal zijn om de gewenste levensstandaard te behouden. Er is weinig vertrouwen en dat is niet geheel onterecht, aldus Marjan Maes, docent-onderzoeker aan de Faculteit Economie van de KU Leuven.

‘De paniek dat er helemaal geen geld meer zal zijn voor de twintigers van nu, is niet relevant. Maar de vraag of de toekomstige generaties gepensioneerden genoeg pensioen zullen krijgen om een goede levensstandaard te behouden, is wel terecht’, zegt ze.

Broodnodige hervormingen


‘Het probleem is dat de broodnodige pensioenhervormingen verder en verder uitgesteld worden’, gaat Maes verder. ‘Er hadden allang maatregelen moeten getroffen worden om de huidige, oudere generatie – zeg maar de vijftigers van nu – langer te laten werken. De gemiddelde uittredeleeftijd in België, de leeftijd waarop mensen effectief stoppen met werken, ligt nog altijd véél lager dan het Europese gemiddelde en het gemiddelde in de OESO-landen. Bij ons is de gemiddelde uittredeleeftijd voor mannen 61,7, terwijl het gemiddelde in de OESO-landen 65,3 is. Laat ons al beginnen met die leeftijd omhoog te trekken.’

De effectieve uittredeleeftijd in België ligt véél lager dan het Europese gemiddelde.


‘Als we nu niks doen – en zoals ik het nu observeer doen we niks – dan schuiven we de kosten door naar de volgende generaties. Dan zullen zij ervoor opdraaien: ze zullen langer moeten werken en zullen minder koopkracht krijgen’, voorspelt Maes. ‘Zoals het er nu naar uitziet, kunnen er in de toekomst niet meer bijkomende budgettaire middelen vrijgemaakt worden voor een verhoging van het pensioenbedrag. Terwijl de prijzen wel altijd maar blijven stijgen. Er zijn nu al mensen die moeten rondkomen met een pensioen van 1.000 à 1.100 euro na een loopbaan van 40 jaar, wat te weinig is om hun levensstandaard te behouden. Zij zijn uiteraard boos en vinden dat niet rechtvaardig.’

‘Er is daarnaast ook de vergrijzingskost (doordat we altijd maar ouder worden, red.), die op ons afkomt en die toch gefinancierd zal moeten worden. Door langer te werken, door meer belastingen of sociale zekerheid te betalen, door bepaalde pensioenen te gaan verlagen: er zijn verschillende opties, maar we weten dat langer werken de meest billijke en gewoon de beste oplossing is.’

Pensioensparen is niet dé oplossing


Moet een jongere die op zijn oude dag nog van een zekere levensstandaard wil genieten dan maar best beginnen pensioensparen? ‘Ik vind niet dat we moeten doen alsof pensioensparen voor jongeren dé oplossing is’, zegt Maes daarover. ‘Dat is niet de juiste boodschap. Zo schuiven we de verantwoordelijkheid af op hen, terwijl zij degenen zijn die moeten opdraaien voor een falend pensioenbeleid.’

We moeten niet doen alsof pensioensparen dé oplossing is voor jongeren.


‘We kunnen hen bovendien niet de valse hoop geven dat het probleem daarmee zomaar opgelost is. De enige, echte oplossing is dat de overheid nú serieuze hervormingen doorvoert. Jongeren zouden bovendien meer betrokken moeten worden in het debat. Hun stem moet gehoord worden.’

Opgetrokken tot 67 jaar


In 2015 werd de wettelijke pensioenleeftijd in België opgetrokken van 65 jaar tot 67 jaar. Is dat dan geen oplossing? ‘Die 67 jaar is de wettelijke leeftijd, maar die heeft weinig te maken met de effectieve uittredeleeftijd’, legt Maes uit. ‘De wet zegt eigenlijk: als je nooit in je leven gewerkt hebt, dan heb je vanaf je 67ste recht op een pensioen. Maar iedereen die een loopbaan heeft van 42 jaar, kan stoppen op z’n 63ste. De overgrote meerderheid zal dan ook op 63 jaar stoppen. Buiten het wettelijk pensioen heb je bovendien ook nog brugpensioen, loopbaanonderbreking, heel wat uittredestelsels, verlof voor pensionering voor ambtenaren,… Dat maakt dat de effectieve leeftijd waarop mensen stoppen met werken veel lager ligt dan die 67 jaar.’

Lees ook: 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '