Tijdens ongeveer elk sollicitatiegesprek mag je de vraag verwachten: ben jij een teamplayer? Deze tips van lezeressen zorgen ervoor dat jij in no time de groep aanvult.
Hou je aan de regels
Elien (25): ‘Als je in een team wil functioneren, moet je je wel aan de regels van dat team houden. Dat klinkt misschien belerend, maar het is echt de enige manier om het te doen slagen. Bij ons op het werk moet iedereen zich bijvoorbeeld aan zijn deadline houden, want als de ene zijn taak niet gedaan heeft, kan de andere er niet mee verder.’
There’s no I in team
Linn (29): ‘Ik sta niet graag in de belangstelling. Nooit, dus ook niet op mijn werk. Daarom vind ik het zo prettig om in een team te functioneren. Daar draait het namelijk niet alleen om mij, maar om het team. Zonder mijn collega’s zou ik dan ook verloren zijn. Ik heb hen nodig om mijn jobgoed te kunnen doen. En zij mij. Dat is op zich ook wel een fijne gedachte. En als we slagen, krijg niet alleen ik een applaus, maar dan krijgt het hele team een applaus.’
Je team bestaat uit mensen
Carolijn (31): ‘Vroeger huiverde ik al bij het idee aan een teambuilding. Ik wilde mijn collega’s niet in een driekwartbroek aan een kabelbaan zien hangen. Ik werk in een advocatenkantoor, dus je kan je al voorstellen hoe vreemd het is om mijn collega’s buiten de normale context te zien. Maar het heeft zijn doel niet gemist. Door helemaal uit onze context te komen, leerde ik mijn collega’s op een andere manier kennen. Ze werden meer mens in plaats van alleen dossiervreters. En dat maakte hen sympathieker. Ik begreep plots waarom de ene collega op tijd thuis moest zijn voor de kinderen, of waarom die andere collega liefst zo laat mogelijk doorwerkte om niet alleen thuis te moeten zijn. Het klinkt misschien flauw, maar dat heeft ons echt dichter bij elkaar gebracht.’
Hou het gemeenschappelijk doel voor ogen
Annelies (35): ‘Samen met twee anderen run ik een klein pr-bureau. In het begin was dat moeilijk, want iedereen deed maar wat zonder te communiceren. Zo hebben we soms opdrachten niet kunnen binnenhalen, simpelweg omdat we naast elkaar door werkten. Uiteindelijk hebben we twee momenten in de week vastgelegd waarop we samenzitten en alle agenda’s en to do’s overlopen. Daar komen we meestal ook terug tot de essentie: we werken niet voor onszelf. Alle individuele doelen moeten dienen voor dat ene gemeenschappelijke doel.’
Ik heb mijn collega’s nodig om mijn job goed te doen en omgekeerd.
Sluit compromissen
Kato (26): ‘Het werd voor mij al heel snel duidelijk dat in een team niemand ooit helemaal zijn zin krijgt. Soms komen we op een punt dat iedereen iets anders wil, wat betekent dat iedereen zal moeten inbinden. Pas wanneer iedereen ergens had toegegeven, zijn we tot een goed compromis gekomen. En dat is niet evident, geloof me! Thuis is het nog altijd my way or the highway.’
Doe wat je best kan
Jolien (22): ‘Onlangs moest er een vrijgezellenfeestje worden georganiseerd met de vriendinnen. Horror, want ik vind het niet leuk om iets te regelen met zo’n grote groep. Iedereen roept meestal maar wat door elkaar en na drie vergaderingen is er nog niets beslist. Omdat ik er niet onderuit kon, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en voorgesteld om een soort van secretaris te zijn. Dat kon ik goed! Op die manier kon ik zelf het overzicht houden en hoefde ik me niet meteen te mengen in discussies of originele activiteiten bedenken. Iémand moest uiteindelijk die taak vervullen en de rest was opgelucht dat ik dat deed. Iedereen blij!’
Vermijd geroddel
Karine (30): ‘Het is nodig om af en toe stoom af te laten en je frustraties te uiten. Maar. Volgens mij mag je dat in een team nooit achter iemands rug doen. Heb je problemen met iemand? Zeg dat dan tegen die persoon zelf, niet tegen iemand anders. Ik heb zelf the hard way geleerd dat een kleine opmerking kan leiden tot een grote roddel en nog grotere problemen. Als ik iemand dus iets hoor zeggen wat nog maar líjkt op een roddel, grijp ik in. Achterklap hoort niet thuis in een team.’
Heb je problemen met iemand? Zeg dat dan tegen die persoon zelf, niet tegen iemand anders.
Wees flexibel
Leyla (26): ‘Ik hou niet zo van veranderingen, dus toen ik op het werk in een team terechtkwam, werd ik zot. Taken werden verdeeld en herverdeeld, voor elk project moest ik met iemand anders samenwerken, mensen kwamen en gaan… Niets bleef lang zoals het was, terwijl ik routine heel aangenaam vind. Op een bepaald moment heb ik dat moeten loslaten, omdat ik anders heel ongelukkig zou worden. Ik zou zelfs niet meer kunnen functioneren in dat team. Ik moest flexibel zijn, dus ik veranderde mijn mindset: de enige zekerheid was dat geen enkele dag en geen enkel project hetzelfde is. En dat werkte. Ik kon veel sneller knoppen omdraaien en nu zou ik die routine zelfs saai vinden.’
Communiceer
Stephanie: ‘De teamvergadering… Dat woord alleen al bezorgde me vroeger kriebels. Op zo’n teamvergadering wordt namelijk veel en hard gediscussieerd, en dat was voor mij heel moeilijk in het begin. Ik vermijd liever confrontaties. Maar om goed samen te werken als een team, moet je elkaar soms tegenspreken en zeggen wat er op je lever ligt. Alleen zo schep je duidelijkheid. Op mijn werk heb ik intussen helemaal geen moeite meer om te zeggen wat ik denk. Maar in andere situaties… (lacht)’
Help elkaar
Sanne (32): ‘Een team kan meer bereiken dan één persoon. Ik gebruik altijd het voorbeeld van de roeiboot die een watervlakte moet oversteken: met twee of meer ben je sneller aan de overkant dan alleen. In een team is het belangrijk dat je elkaar helpt, dat is toch de sterkte van een team? Wat de ene niet kan, kan de andere wel. En zo kan je eigenlijk alles. Of om bij die metafoor te blijven: als de ene vermoeide armen heeft, kan de andere het overnemen.’
Ik heb echt moeten leren om mijn teamgenoten te vertrouwen.
Vertrouw op de anderen
Dina (31): ‘Ik heb een tijdje alleen gewerkt, dus toen ik op een kantoor in een team terechtkwam, was dat een hele aanpassing. Ik was het gewend om alles alleen te doen, om zelf over de verantwoordelijkheid te nemen. En nu moest ik plots taken delen, verantwoordelijkheden uit handen geven. In het begin was dat moeilijk, ik was er namelijk van overtuigd dat ik zelf alles beter kon (lacht). Ik heb echt moeten leren om mijn teamgenoten te vertrouwen, ik heb moeten beseffen dat zij ook goed zijn in wat ze doen. In sommige dingen zijn ze zelfs beter dan ik. Net daarom vormen we intussen zo’n goed team.’
Bekijk het als een sport
Ellen (29): ‘Ik haat het om alleen te zijn, om in mijn eentje ergens aan te moeten werken. Ik ben iemand die echt voor de groep gaat. Als kind koos ik al voor teamsporten en ook nu werk ik in een team. En de dynamiek in dat team op de werkvloer verschilt niet veel van de dynamiek in de sport!’
[td_smart_list_end]
Lees ook:
