Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Catherine Kosters

'Zou ik het verder schoppen mocht ik mezelf wat serieu­zer nemen en foto's van achter mijn laptop posten in plaats van achter een glas rosé?'

COLUMN: ‘Wie het wil maken, moet zichzelf verkopen. Ben ik té bescheiden en mis ik zo kansen?’

Catherine Kosters

Catherine houdt van haar lief, hotelbedden en ketchup. Tot de dag dat zelfspot een olympische discipline wordt, deelt ze hier elke week haar avonturen.


Mijn lief en ik zitten aan de bar van een speakeasy in Tel Aviv – denk: geheime code en lokale hipsters – drankjes te sippen met duivelse namen en hemelse smaken. Of het eerste rondje ons bevalt, wil de bar­vrouw weten, en wat we hierna nog willen drinken? ‘Kies jij maar’, antwoord ik. ‘Jij bent tenslotte de mixologist.’ Ze barst in lachen uit. ‘Mixologist? Ik ben maar een gewone bar­vrouw.’ Wat als compliment bedoeld was, valt schijnbaar niet in goede aar­de dus zwijg ik verder en kap ik het tequilashot binnen dat ze bij wijze van tussengerecht op de toog heeft gezet. Het is eens iets anders dan sorbet.

De rest van de avond vraag ik me af wat ik fout heb gezegd, tot de drank het van de rede overneemt. Een paar dagen later bespreek ik het voor­val met J., die professioneel cocktails shaket. Ook zij moet lachen. ‘Jezelf een mixologist noemen is zoals zeg­gen dat je officemanager bent wan­neer je als secretaresse werkt. We don’t do that shit.’

Sinds de komst van social media lijkt het leven één grote reclamecampagne en zijn we allemaal onze eigen copywriter.


Het verschil in mentaliteit bestaat in elke sector en zéker in de mode. Daar werkt de een in een kledingwinkel, maar is de ander store manager. Visual merchandiser zelfs, als er af en toe een paspop aangekleed wordt. Terwijl ik mijn functie op set nederig onder de praktische term ‘productie’ samenvat, spreken anderen hoogdravend over creative direction. Ze zijn niet gewoon stylist, maar head of styling. Althans volgens hun Instagram­bio.

Sinds de komst van social media lijkt het leven één grote reclamecampagne en zijn we allemaal onze eigen copywriter. Succes wordt geveinsd en arrogantie wordt voor prestatie aanzien. Pas op, ik heb niks tegen schaamteloze zelfpromotie. Wie het wil maken, moet zichzelf weten te verkopen. Da’s altijd zo geweest. Zelf ben ik de eerste om een artikel te sharen, al gaat dat dan steevast verge­zeld van een relativerende caption. Misschien ben ik soms té bescheiden.

Wellicht mis ik daardoor carrière­mogelijkheden. Zou ik het verder schoppen mocht ik mezelf wat serieu­zer nemen en foto’s van achter mijn laptop posten in plaats van achter een glas rosé? Hebben de mixologisten van deze wereld gelijk? De gulden mid­denweg ligt volgens mij ergens tussen hun overwaardering en mijn zelfrela­tivering in. ‘Laat gewoon het woordje “maar” weg’, adviseert J. ‘Zeg niet: ik ben maar een barvrouw, maar: ik ben barvrouw!’ Deze taalkundige subtili­teit omzetten in een e­-mailhandteke­ning wordt nog moeilijk, dus teken ik voorlopig als meer dan zomaar een lifestylejournalist. Woordmanager misschien.

Deze column verscheen in Flair op 26 juni 2018.


Meer columns van Catherine:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '