Een riante villa, een peperdure sportwagen, bundels bankbiljetten op zak… Dat beeld hebben we van iemand die een prestigieuze studie afrondde. Maar ziet het werkleven én het loonbriefje van die studieknobbels er wel echt zo rooskleurig uit?
Als je meer dan vijf of zelfs tien jaar vol toewijding met je neus in de studieboeken zat om daarna pakweg dokter, notaris of CFO te worden, dan mag daar wat tegenover staan, toch? Een boeiende jobinhoud, een eervolle titel en natuurlijk een (meer dan) comfortabel loon. Alleen blijkt die verwachting niet altijd te stroken met de realiteit. Lang niet elke advocaat rijdt rond in een Porsche, niet elke tandarts heeft na drie consultaties het dagtarget al bereikt en niet iedereen die in finance werkt, wordt slapend rijk zoals de traders in YouTube-ads je willen laten geloven. Dat ontdekten ook Dorien, Lies en Michiel, die na hun pittige studies rechten, archeologie en piloot aan de slag gingen in een job met veel status, maar (nog) niet per se een bijpassend loonbriefje of onwijs avontuurlijke jobinhoud.
Dorien (25) werkt op een advocatenkantoor
Dorien: ‘Ik werk nu bijna een jaar als advocaat-stagiair bij een middelgroot kantoor, gespecialiseerd in arbeidsrecht en ondernemingsrecht. Een heel leerzaam, maar ook best zwaar begin. Veel mensen denken bij “advocaat” aan pleiten in de rechtbank of spannende ondervragingen, maar in mijn eerste jaar in de job ging het er toch wat anders aan toe. Het grootste deel van mijn tijd breng ik achter mijn bureau door. Dossiers doorspitten, memo’s schrijven, concept-adviezen voorbereiden voor cliënten, notulen uitwerken of juridische literatuur opzoeken ter ondersteuning van een standpunt. En dan is er natuurlijk het eindeloze papierwerk. Echt álles moet zwart-op-wit worden vastgelegd. Als er een gesprek plaatsvindt met een cliënt, is het vaak mijn taak om dat op papier te zetten, of om een verslag van een zitting te maken, inclusief alle juridische details en verwijzingen. Uit dat ondersteunende werk op kantoor leer ik heel veel, maar het is dus zeker nog niet de spannende job zoals je ze ziet in films of series. In zekere zin voel ik me soms meer een administratief medewerker dan een “echte” advocaat. Ik werk ook onder supervisie van een patroon (zoals alle advocaat stagiairs), die alles controleert wat ik maak. Logisch, want ik ben nog stagiair in opleiding, maar dat maakt dus dat ik vooral ondersteunend werk doe. De kernbeslissingen of de echt interessante gesprekken met cliënten? Die doet meestal de patroon of een ervaren advocaat. Zelf bereid ik veel voor, zorg ik dat alles klopt, check ik jurisprudentie en probeer ik vooral fouten te vermijden. Ik moet me nog bewijzen, elke dag opnieuw.’
Ik verdien € 2100 netto voor een zware werkweek met overuren.
‘Precies de reden waarom ook het salaris eerder tegenvalt. Ik verdien nu bruto net onder de € 2900 per maand, waar ik zo’n € 2100 netto aan overhoud. Dat is in algemene zin zeker niet megaweinig, maar als je kijkt naar het aantal uren dat ik werk – gemiddeld zo’n 45 tot 50 uur per week – is het ook niet bepaald royaal. Ik draai regelmatig avonden door, zeker als er deadlines zijn of een zaak acuut is. De kantoordynamiek is vaak: de cliënt komt eerst, en jouw tijd is flexibel. Hoewel de werkweek soms dus heel vermoeiend is, voel ik wel dat ik groei. Ik begin dingen sneller te herkennen, kan mijn stukken efficiënter schrijven en ondertussen mag ik ook al vaker mee naar zittingen om te observeren. Zo krijg ik langzaam zicht op hoe het over een paar jaar kan zijn. Dat zijn de momenten waarop ik weet waarom ik dit vak gekozen heb. Ik denk dus dat het belangrijk is dat mensen weten dat het de eerste jaren in de advocatuur hard werken is voor weinig status en een matig loonbriefje, maar wel met veel leermogelijkheden en groeipotentieel. Later komt de ruimte om echt te bouwen aan een eigen praktijk of specialisatie, én aan een vettere spaarpot.’
Prestigejob of ploeterbaan?
Wie advocaat wil worden, heeft een behoorlijk lange weg te gaan. Eerst is er de academische opleiding: een bachelor in de rechten (drie
jaar), gevolgd door een master in de rechten (twee jaar). Daarna begint het echte werk pas. Wie de toga wil dragen, moet nog drie jaar stagelopen als advocaat-stagiair, onder toezicht van een stagemeester. Die stage – ook wel het BAJ genoemd, of voluit de ‘beroepsopleiding tot advocaat’ – wordt afgesloten met een verplichte eindproef. Het loon van een advocaat varieert sterk, afhankelijk van het type kantoor, specialisatie en ervaring. Beginnende advocaat-stagiairs verdienen in België gemiddeld tussen de € 2400 en € 3200 bruto per maand. Na de stage kan dat bedrag stijgen tot ongeveer € 4500. Wie doorgroeit, zich specialiseert of zich als zelfstandigevestigt, kan op termijn bruto tussen de € 5000 en € 10.000 per maand verdienen. Toch is het ook dan niet allemaal rozengeur en mantelpakjes: de werkdruk ligt vaak heel hoog en je zal als advocaat over het algemeen behoorlijk wat (over)uren kloppen.
Lees onze bankgeheimen hier.
Lies (29) is archeoloog
Lies: ‘Als mensen horen dat ik archeoloog ben, denken ze vaak aan Indiana Jones. Ze verwachten avontuurlijke verhalen over vondsten in de woestijn en mummies in oude sarcofagen. Hoewel ik mijn job persoonlijk de max vind, is het in het echt een stuk minder spannend dan dat, en vooral ook een stuk minder zonnig, aangezien ik gewoon in ons natte Belgenlandje werk. Ik ben in dienst bij een erkend archeologisch studiebureau dat opgravingen uitvoert in het kader van bouwprojecten. Als een gemeente of aannemer bijvoorbeeld een nieuwe weg wil aanleggen of een verkaveling plant, moeten wij eerst onderzoeken of er archeologisch erfgoed in de bodem zit. Dat betekent veel veldwerk: met schop, troffel, GPS en notitieboekje in de hand, soms wekenlang op een modderige werf staan. We graven sleuven, leggen structuren bloot, documenteren alles nauwkeurig en nemen monsters. Je mag in mijn job dus niet bang zijn van fysieke arbeid noch van het Belgische weer. Maar als je, zoals ik, houdt van geschiedenis, de buitenlucht en teamwork, dan is het een geweldige job. Geen enkele site is dezelfde. Buiten het veldwerk is er echter ook veel bureauwerk. Na elke opgraving moet alles worden verwerkt: plannen intekenen, eventuele vondsten inventariseren, verslagen schrijven. Soms geef ik ook publiekslezingen of werk ik mee aan tentoonstellingen. En nee, we vinden zelden goud of skeletten. Eerder potscherven, funderingen en verkleuringen in de grond. Maar die vertellen ook boeiende verhalen over hoe mensen vroeger leefden en dat maakt het voor mij toch filmwaardig.’
Na 6,5 jaar studeren verdien ik € 2600 bruto.
‘Wat mijn loon betreft: ik verdien nu zo’n € 2600 per maand, bruto. Dat is niet veel, zeker niet in vergelijking met andere academisch geschoolde beroepen en de lengte van mijn opleiding. Ik studeerde zesenhalf jaar. Als ik zou doorgroeien naar projectleider of beleidsmedewerker bij de overheid zou worden, kan dat loon nog wat oplopen, maar rijk zal ik er nooit van worden, tenminste niet in geld. Als archeoloog doe je het dus vooral uit passie voor het vak en het verleden. Daar heb ik dan weer hopen van, en dat is echte rijkdom voor mij.’
Prestigejob of ploeterbaan?
De weg naar een carrière in de archeologie begint meestal met een bacheloropleiding in geschiedenis of archeologie (drie jaar), gevolgd door een master in de archeologie (twee jaar). Wie zich verder wil verdiepen, kan aansluitend nog een master-na-master volgen, bijvoorbeeld in cultuurwetenschappen, monumentenzorg of archivistiek. Dat betekent vaak jaren van intensieve studie, met veel veldwerk, stages en specialisatie. Toch staat daar geen gouden sarcofaag tegenover. Beginnende archeologen in België verdienen gemiddeld tussen de € 2200 en € 2600 bruto per maand. Met enkele jaren ervaring stijgt dat naar € 2800 à € 3200. Wie doorstoot tot projectleider of een job vindt bij de overheid, kan tot ongeveer € 3500 bruto verdienen. Zelfstandige archeologen verdienen meestal minder, met sterk schommelende inkomsten per opdracht. De meeste archeologen werken via erfgoedbedrijven, universiteiten of lokale besturen, vaak met tijdelijke of projectmatige contracten. Ze graven dus zelden stabiliteit of werkzekerheid op.
Michiel (28) is piloot
Michiel: ‘Ik ben nu iets meer dan een jaar aan de slag als First Officer, of copiloot zoals de meeste mensen het zouden noemen, bij een regionale vliegmaatschappij in Europa. Veel mensen denken dat piloten bakken geld verdienen en altijd op tropische bestemmingen vertoeven, maar mijn realiteit is voorlopig wat anders. Mijn werkweek is onregelmatig: ik vlieg zo’n tachtig uur per maand, en ben in tussentijd vaak dagen of nachten van huis. Het vliegtuig vliegt grotendeels op automatische piloot, dus veel is routine, maar toch moet ik constant alert blijven en alle procedures feilloos volgen. Wat ik bruto verdien? Gemiddeld ongeveer € 6000 per maand. Daar hou ik netto rond de € 4200 van over, inclusief per diems (een dagvergoeding die vliegend personeel krijgt om kosten op verplaatsing te dekken, red.). Dat klinkt best oké, maar voor wat ik aan verantwoordelijkheden, stress en onregelmatige uren heb, valt me dat soms toch tegen. Vooral omdat doorgroeien naar captain of werken bij grotere maatschappijen die veel meer betalen nog jaren kan duren. Bovendien heb ik serieus moeten investeren in mijn opleiding. Er is geen universiteit of hogeschool waar je voor een klein bedrag aan inschrijvingsgeld naartoe kan als je piloot wil worden. Mijn opleiding heeft me tienduizenden euro’s gekost, voor het behalen van mijn private pilot- en commercial pilot-vlieglicenties en extra brevetten. Ik heb dan nog geluk dat ik redelijk snel een job als First Officer te pakken had, want veel beginnende piloten starten eerst als instructeur of cargopiloot met nog lagere inkomsten om vlieguren te maken. Financieel is het dus pas rendabel na een paar jaar, als je de investering hebt terugverdiend en je een vaste plek hebt bij een grote maatschappij.’
Ik verdien € 4200 netto per maand, maar de opleiding heeft me wel tienduizenden euro’s gekost.
Prestigejob of ploeterbaan?
Piloot worden klinkt voor velen als een droomjob, maar het traject ernaartoe is intensief en vaak peperduur. In tegenstelling tot dokters of ingenieurs volg je geen universitaire opleiding, maar studeer je aan een erkende vliegschool. Dat kan via een voltijdse geïntegreerde opleiding van ongeveer 18 tot 24 maanden, of via een modulaire route, waarbij je stap voor stap je vlieglicenties behaalt. Denk aan het behalen van je PPL (Private Pilot License), CPL (Commercial Pilot License), instrumenten- en multi-engine ratings en ten slotte het theoretisch ATPL-examen. De meeste studenten kiezen voor een voltijds traject aan een Belgische flight academy, zoals CAE in Brussel of Ostend Air College. Reken daarbij op een totale opleidingskost tussen € 60.000 en € 100.000. Een stevig bedrag, dat vaak geleend moet worden. Wie afstudeert als piloot en aan de slag gaat als First Officer bij een regionale of Europese maatschappij, verdient in het begin gemiddeld een brutoloon tussen de € 5000 en € 6000 per maand, inclusief per diems (dagvergoedingen voor buitenlandse verblijven). Netto blijft er gemiddeld € 3500 tot € 4200 over, afhankelijk van je fiscale situatie en het aantal vlieguren. De werkuren zijn onregelmatig en het duurt meestal een paar jaar voor je kan doorgroeien naar kapitein bij een grotere maatschappij, waar de salarissen dan wel flink oplopen. Kortom: piloot worden vraagt een grote investering en veel discipline, maar wie volhoudt en uren maakt, krijgt daar op termijn een mooie carrièremet een al even mooi loonbriefje voor in de plaats. De aanhouder wint dus in dit geval.
Meer dan een loonbriefje
Een goed loon is natuurlijk fijn. Het geeft je ademruimte, zekerheid en het gevoel dat je werk naar waarde wordt geschat. Iedereen wil correct betaald worden voor zijn inzet, en terecht. Maar geld is zelden het enige wat telt in een job, laat staan het belangrijkste. Een job geeft pas echt voldoening als je er ook andere dingen in vindt: autonomie, waardering, uitdaging, zingeving of gewoon een fijne werkomgeving. Voor de ene is dat een maatschappelijk nuttige bijdrage leveren, voor de andere de kans om creatief te zijn of met mensen te werken. Je werkdag vult een groot stuk van je leven, dus is het minstens even belangrijk dat je je er goed bij voelt.
Je werkdag vult een groot stuk van je leven, dus is het minstens even belangrijk dat je je er goed bij voelt.
Daarnaast is het slim om niet alleen naar het startsalaris te kijken, maar ook naar je groeimogelijkheden. Niet alleen financieel – al is dat zeker een factor – maar ook in vaardigheden, persoonlijke ontwikkeling, verantwoordelijkheden en loopbaanontwikkeling. Sommige jobs beginnen bescheiden, maar bieden veel perspectief om door te groeien. Andere lonen dan weer meteen goed, maar bieden weinig variatie of doorgang.Wil je tóch vooral mikken op een hoog loon? Dan zijn sectoren zoals IT, engineering, financiën, luchtvaart, geneeskunde of consultancy interessante pistes. Ook technische knelpuntberoepen zoals elektromechanica of industriële
automatisering kunnen verrassend goed betalen, zeker na enkele jaren ervaring. Hoe dan ook: het is helemaal oké om loon belangrijk te vinden, zolang je het plaatst binnen een breder beeld van wat een fijne, duurzame job voor jou betekent.
Lees ook: