Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?
‘Jarne, nee, niet doen’, zeg ik terwijl ik me met lichte tegenzin van hem losmaak. Ik heb wekenlang gedroomd van deze kus, en nu… doet die me niets. Ik hou blijkbaar meer van Otto dan ik dacht. De gedachte aan Titus gaat even door m’n hoofd, maar die druk ik snel weg. ‘Ik wéét dat die Otto niet bij je past.’ ‘En dan moet je me maar ongevraagd kussen?’ ‘Nee, dat had ik inderdaad niet mogen doen. En ik begrijp het als je niet met me samen wil zijn na alles wat er is gebeurd. Maar denk toch nog eens goed na over Otto en jou. Hij geeft me bad vibes.’ ‘Ja, dat zal wel, nadat hij je heeft geslagen.’ ‘Ik snap het. Ik zal me niet meer bemoeien met je relatie. Maar ik hoop dat we wel samen voor Titus kunnen zorgen.’ ‘Dat doe ik met veel plezier. Maar je mag me niet meer proberen te kussen.’ ‘Ik zweer je dat ik dat nooit meer doe.’ ‘Oké, ik zorg voor eten dat Titus in de oven kan maken, net als voor brood en beleg. Koffie mag hij bij mij komen halen zoveel als hij wil. Ik heb boeken bij voor hem en ga ook nog wc-papier kopen.’ ‘Dat klinkt alsof je de boeken mee hebt in afwachting van het wc-papier.’ Ik lach, al is het meer van de zenuwen dan omdat ik zijn opmerking echt grappig vind. ‘Alleen als hij ze echt slecht vindt. Ik had hem graag nog een tv gegeven of zo, maar zonder internet wordt dat moeilijk.’ ‘Nee, internet heb ik nog niet in mijn gebouw.’
Ik heb wekenlang gedroomd van deze kus, en nu….. doet die me niets. Ik hou blijkbaar meer van Otto dan ik dacht.
‘Wacht, ik check even iets…’ Ik kijk op mijn telefoon. En zoals ik hoopte, komt mijn wifi tot hier. ‘Hij kan op mijn wifi. Ik zal hem mijn wifipaswoord geven en ook mijn paswoorden voor Disney+ en Netflix. Dan heeft hij in elk geval wat te doen.’ ‘Jij bent een goed mens, Maya.’ ‘Nee, dat ben ik niet, want Titus woonde al maanden op straat, en nooit heb ik hem in huis durven te nemen. Vanwege al mijn vooroordelen.’ ‘Dat kan je jezelf toch niet kwalijk nemen? Het is heel makkelijk om iemand een slaapplek te geven in een leegstaand appartement waar je zelf niet woont. Jij zou je flat met hem moeten delen. Dat is behoorlijk intiem. Zeker voor een vrouw kan ik me voorstellen dat het eng is. Ik denk dat Titus dat ook wel begrijpt.’ ‘Ik hoop het. Ik ga nu. Nog wat dingen regelen. We… euh… we zien elkaar nog wel.’ ‘Het voelt een beetje alsof we co-ouderschap hebben over Titus, vind je niet?’ ‘Ja, haha’, zeg ik terwijl ik achteruit naar de deur wandel, want waarom maakt hij het nu weer raar?
That escalated quickly
‘Ah, daar ben je weer’, zegt mama. ‘Is het oké dat ik dan nu naar de supermarkt ga voor het avondeten?’ ‘Natuurlijk. Myrthe is er nu toch. Zie je het zitten om ook een paar dingen mee te brengen voor Titus? Ik maak even een lijstje. Als je alles kan dragen, tenminste. Zo niet, ga ik straks zelf wel even.’ ‘Kan ik dan niet beter ineens ook voor hem koken?’ vraagt mama. ‘Het is zo zielig dat hij helemaal alleen moet eten in een leeg huis.’ ‘Zou je dat echt doen?’ ‘Ja, natuurlijk, waarom niet? Het is niet zo dat hij ons gaat bestelen terwijl we erbij zitten, toch?’ ‘Ik denk ook niet dat hij ons zal bestelen als we er niet bij zitten, hoor.’ ‘Je weet wat ik bedoel.’ ‘Ik vind het erg lief van je, mama.’ ‘Ach, hij lijkt me een aardige jongen. Alleen jammer dat ik Iris dan heb uitgenodigd. Nu zijn we weer met een oneven getal. Kunnen we haar nog afzeggen?’ ‘Wat? Nee, natuurlijk niet. Ik heb haar uitgenodigd en ze heeft bevestigd.’ ‘Jammer. Misschien wordt het nog iets tussen haar en Titus.’ Ik voel een steek van jaloezie en ik haat mezelf erom. Ik wil niets liever dan dat Iris gelukkig is, en als er iemand een beetje liefde verdient, is het Titus wel. Ik moet het hen dus gunnen, zeker omdat ik zelf gelukkig ben met Otto. Ik kan niet alle mannen voor mezelf willen houden. ‘Wie weet.’
Ik maak mezelf wijs dat ik er mooi wil uitzien voor Otto, en dat is ook zo, maar ik weet diep vanbinnen wel dat ik ook wil dat Titus me knap vindt.
‘Of zal ik Jarne uitnodigen? Dan zijn we weer met zes.’ ‘Nee, mama’, zeg ik snel, want mijn geluk kennende komt hij net nu naar binnen en hoort hij mama’s vraag. ‘Dat zou te vreemd zijn, Otto en Jarne samen aan tafel. Ik weet niet of dat zo goed zou aflopen. Otto wil eigenlijk niet eens dat ik met Jarne omga, maar dat gaat natuurlijk niet. Hen dan allebei uitnodigen zou een stap te ver zijn.’ ‘Myrthe dan?’ ‘Wat is er?’ vraagt Myrthe. ‘Heb je zin om vanavond bij me te komen eten? Iedereen komt’, zegt mama. ‘Wie is iedereen?’ vraagt Myrthe verbaasd. ‘Maya, Otto, Iris en Titus.’ ‘Titus? Die dakloze jongen?’ ‘O ja, daarover moet ik je nog bijpraten’, zeg ik. ‘Het is al een lange dag geweest. Wat ik alweer heb meegemaakt… Ik zou er niet van schrikken als ik straks met mijn gezicht in mijn bord in slaap val.’ ‘Nou, bedankt’, zegt mama. ‘Niet omdat je saaie etentjes geeft, mama, maar omdat vandaag een emotionele dag was. En hij is nog maar in de helft. Wie weet wat gebeurt er nog allemaal.’ ‘Dank je voor de uitnodiging. Dat is heel vriendelijk. Helaas is het nogal last minute en heb ik al plannen.’ ‘Ja, het was een beetje een spontaan idee’, zegt mama. ‘Volgende keer dan maar.’ ‘Erg graag.’ ‘Dan zijn we maar met vijf.’ ‘Dan zet jij je maar lekker aan het hoofd van de tafel, zoals het hoort, als hoofd van ons gezin.’ ‘Zijn wij een gezin dan?’ ‘Als je Otto beschouwt als je schoonzoon en Iris als je tweede dochter, dan klopt het toch een beetje.’
Trotse man
Na het werk hang ik de was op. Titus’ kleren zijn gelukkig helemaal schoon geworden, maar de gaten erin zijn natuurlijk niet verdwenen. Ik wil wel met hem gaan shoppen, maar vraag me af hoe ver ik eigenlijk mag gaan met hem helpen. Zoveel geld heb ik nu ook niet op overschot. En belangrijker: ik wil zijn trots niet krenken. Ik weet niet of dat het geval zou zijn, maar ik kan me voorstellen dat hij een trotse man is. We zien wel wat vanavond brengt. ‘Kan ik helpen?’ vraag ik als ik bij mama heb aangeklopt. Ik heb me omgekleed en wat lippenstift opgedaan. Ik maak mezelf wijs dat ik er mooi wil uitzien voor Otto, en dat is ook zo, maar ik weet diep vanbinnen wel dat ik ook wil dat Titus me knap vindt. Alsof die jongen geen andere dingen aan zijn hoofd heeft. Hij is niet meer langsgekomen om te zeggen hoe het gesprek geweest is, dus ik vrees dat hij geen goed nieuws zal brengen. Als hij al komt, want aangezien hij geen telefoon heeft, moest ik een briefje voor hem op de deur van zijn flat achterlaten om hem uit te nodigen. Ik weet niet eens of hij dat wel heeft gezien. Als de bel gaat, kan ik dan ook niet wachten om de deur te openen.
Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.
