Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
de koffiebar

Lees hier deel 37 van ons feelgoodverhaal!

DE KOFFIEBAR – deel 37: ‘Wanneer Titus de zaak terug binnenkomt, valt mijn mond open van de shock’

Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?

‘Wat is er aan de hand? Heb je honger? Ben je ziek?’ ‘Nee, eigenlijk is het goed nieuws, maar… O, dag mevrouw’, zegt hij beleefd als hij mama ziet. ‘Je hebt mijn moeder vorige keer al gezien. Mama, dit is Titus.’ ‘Ik zou u een hand geven, maar… tja, ik heb buiten geslapen, dus dat lijkt me niet zo’n goed idee.’ ‘O’, zegt mama, die duidelijk niet weet wat ze aan moet met deze situatie. ‘Maar vertel, wat is er aan de hand?’ ‘Ik heb een sollicitatiegesprek!’ zegt Titus enthousiast. ‘Echt waar? Dat is geweldig!’ ‘Maar hoe-’, begint mama, maar ze zwijgt abrupt. ‘Mama, nee’, sis ik voor ze zichzelf en mij voor schut zet. Ik wil niet dat ze Titus gênante vragen gaat stellen. ‘Nee, Maya, ik snap wat je moeder wil vragen: hoe kan ik een sollicitatie hebben als ik zelfs geen telefoon heb? Dat is geen probleem. Ik snap de vraag en beantwoord ze met plezier. Ik ga elke week naar de bibliotheek om de computer te gebruiken. Dat is gratis. Normaal gezien kost een lidmaatschap tien euro per jaar, maar een van de bedienden heeft me een gratis kaart gegeven. Ik reserveer dan op maandag een computer voor woensdag, en op die dag surf ik langs alle vacatures. Ik heb ook een e-mailadres aangemaakt, en zo solliciteer ik.’

Ik heb een wasmachine nodig. En een douche. Want zo kan ik natuurlijk niet naar die sollicitatie gaan.

‘Je bent wel een plantrekker.’ ‘Ik haalde vroeger altijd goeie punten op school, dus ik denk dat ik niet zo dom ben als ik eruitzie’, zegt hij grinnikend. ‘Zeg zulke dingen niet. Je ziet er niet dom uit en je bent erg slim’, zeg ik snel, want ik haat het dat mensen hem dat gevoel hebben gegeven. ‘Maar wat kan ik voor je doen?’ ‘Wel, ik heb een wasmachine nodig. En een douche. Want zo kan ik natuurlijk niet naar die sollicitatie toe gaan. Dat is die vicieuze cirkel, hé, waardoor mensen niet uit hun situatie geraken.’ ‘O… euh… ja, natuurlijk.’ ‘Maar als je het niet ziet zitten, begrijp ik dat volledig, hoor!’ zegt hij snel. Ik schaam me voor mijn aarzeling. ‘Neenee, dat is geen enkel probleem. Ik was gewoon even aan het nadenken omdat ik mijn flat deel met een vriendin. Ik gok dat ze zich nu aan het klaarmaken is , maar daarna mag je mijn badkamer zeker gebruiken.’ Ergens diep vanbinnen ben ik nog altijd bang dat hij spullen of geld van me zal stelen. En ik háát het dat ik dat vreselijke vooroordeel niet opzij kan zetten. ‘Wil je intussen alvast een koffie?’ ‘Graag.’

Gevulde gaten zien er niet beter uit

‘Het gaat zo meteen erg druk worden, dus ik zal je de sleutel geven wanneer Iris naar haar werk is vertrokken. Ik denk dat de wasmachine zichzelf wel uitwijst. Heb je meerdere setjes kleren? Of moet je wachten terwijl je kleren in de wasmachine en droger zitten?’ ‘Ik heb nog andere kleren om aan te trekken, dus ik kan de kleren die ik nu aanheb gewoon straks komen ophalen.’ ‘Ga je dan in deze outfit solliciteren?’ vraagt mama. ‘Ja, ik zal wel moeten.’ ‘Maar er zitten gaten in.’ ‘Ik zal ze zo goed mogelijk proberen te bedekken.’ ‘Dat kan toch niet’, zegt mama. ‘Ik zou de gaten kunnen proberen te stoppen, maar gestopte gaten zien er niet meteen veel beter uit. Kan je geen kleren vragen aan die vriend van je? Die Otto?’ vraagt ze aan mij. ‘Euh...’ Ik vind het vervelend dat ze me dat hier en nu vraagt, terwijl Titus erbij is. Ik vind het heel lastig om kleren aan Otto te vragen. Ook al draagt hij geen dure designermerken, het zijn ook geen kleren uit goedkope ketens, en ik denk dat hij er niet zo happig op is om zijn kleren uit te lenen. En al zeker niet aan iemand die hij niet kent. Maar ik wil Titus natuurlijk ook graag helpen. ‘Wil je niet dat deze jongen de kleren van je vriend draagt?’ vraagt mama. ‘Natuurlijk wel, maar…’ ‘Hey, mag ik-’ We draaien ons alle drie om. Daar staat Jarne, die duidelijk schrikt van al die ernstige blikken en onze plotse stilte. ‘Oei, ik lijk iets te onderbreken.’ ‘Nee, natuurlijk niet’, zeg ik.

‘We waren op zoek naar propere kleren voor deze jongeman’, zegt mama. ‘En Maya wil haar vriend niet om hulp vragen.’ ‘Dat heb ik toch helemaal niet gezegd?!’ ‘Je aarzelde te lang.’ ‘Sorry dat ik nadenk, hoor. Het is gewoon moeilijk te organiseren omdat Otto aan het werk is en Titus de kleren straks nodig heeft.’ ‘Ik kan je wel kleren lenen’, zegt Jarne. ‘Da’s tof, man. Maar je kent me niet eens.’ ‘Maar je kent Maya. Dat is referentie genoeg voor mij. Bovendien heb ik kleren genoeg die ik nooit draag. Je bent nogal slank, en ik heb nog wel kleren waarvan ik hoopte dat ik er ooit weer in zou raken, maar waarvan ik weet dat dat niet meer zal gebeuren. Je mag die ineens ook houden.’ ‘Dat is vriendelijk, maar ik kan ze nergens kwijt. Ik heb geen kleerkast. Dit is alles wat ik heb.’ Hij wijst naar zijn rugzak, die ook nog eens behoorlijk vol zit. ‘O?’ vraagt Jarne niet-begrijpend. ‘Titus is momenteel even dakloos’, zeg ik. Meteen voel ik me alsof ik moet verantwoorden waarom ik bevriend met hem ben, maar hem niet in huis heb genomen. ‘En ik heb al zo’n overvol huis.’ ‘Misschien kan ik wel helpen. Als je niet op zoek bent naar luxe, tenminste.’ ‘Wat denk je zelf, man?’ zegt Titus met een lachje.

‘Ik ben de zaak hiertegenover aan het verbouwen. Op de eerste verdieping is er een appartement. Het is erg versleten en je zal het wat moeten schoonmaken, maar er zit wel stromend water en elektriciteit, al worden die soms wel voor een paar uur afgesloten tijdens de werken. En overdag is er natuurlijk veel lawaai.’ Ik geef niet om al die zaken, maar ik kan je geen huur betalen.’ ‘Daar ben ik me van bewust. Ik zou ook nooit huur vragen voor de flat in de staat waarin ze nu is. Wettelijk gezien mag ik die vast ook niet verhuren. Op een bepaald moment zal ik ’m wel moeten renoveren en verhuren, maar pas wanneer de zaak eronder klaar is. En dat kan nog wel even duren.’ ‘Titus heeft de kleren nodig voor een sollicitatiegesprek, dus over een paar maanden kan hij misschien zelf iets huren.’ Ik weet ook niet waarom ik zo trots klink. Als een moeder, terwijl hij even oud als ik is, of misschien zelfs één of twee jaar ouder.

Wanneer ik opkijk omdat Titus de zaak binnenkomt, valt mijn mond open van de shock.

‘Het is mijn allereerste gesprek ooit, dus het zou straf zijn als ik de job kreeg.’ ‘Dat is niet de juiste houding’, zegt mijn moeder. ‘Je moet in jezelf geloven. Als jij niet in jezelf gelooft, doen anderen dat ook niet.’ ‘Ik weet gewoon niet hoe ik jullie moet bedanken’, zegt Titus. ‘Kom je anders even kijken naar de flat? Dan zal ik ondertussen bij me thuis kleren voor je halen.’ ‘Kom daarna gerust terug naar hier om te douchen en je kleren te wassen’, zeg ik. ‘Douchen kan hij ook in de flat. Een wasmachine staat er natuurlijk niet.’ ‘Heb je geen doucheproducten nodig?’ ‘Wacht’, zegt mama. ‘Laat me even wat zeep en zo halen.’ Ik ben aangenaam verrast. Mama leek daarstraks haar neus op te halen voor Titus, maar nu lijkt ze hem al in haar hart te hebben gesloten. Even later komt ze terug met douchgel, shampoo en een grote, fluffy handdoek. Het is mijn favoriete en duurste handdoek. Maar ik heb al zoveel en Titus heeft niets, dus ik probeer niet egoïstisch te zijn en hem dat beetje luxe te gunnen. Als Jarne en Titus samen verdwenen zijn naar de overkant, open ik de zaak. En weer loopt het goed. Wanneer ik na twee uur opkijk omdat Titus binnenkomt, valt mijn mond open van de shock.

Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '

Commerciële boodschap