Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
de koffiebar

Lees hier deel 35 van ons feelgoodverhaal!

DE KOFFIEBAR – deel 35: ‘Hij haalt een juwelendoosje boven, mijn hart slaat een slag over’

Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?

‘Wat bedoel je daarmee?’ ‘Niks, schat. Dat is tussen papa en mij. Je hoeft je dat allemaal niet aan te trekken. Ik denk dat jij je niet meteen hoeft voor te stellen hoe die twee sek-’ ‘Jezus, nee’, zeg ik snel. ‘Daar had ik zelfs niet bij stilgestaan.’ ‘Wat dacht je dan? Dat ze samen zaten te breien?’ ‘Ik denk dat ze alleen maar samen eten en misschien al eens een keertje kussen, maar…’ ‘Schat, heb jij die vrouw bekeken? Dat is niet het “alleen mee kussen”-type.’ ‘Hoezo? Omdat ze mooi is, duiken ze meteen met elkaar in bed? Zij kan het toch ook niet helpen dat ze er zo uitziet? Dat betekent toch niet dat ze zomaar met mensen in bed duikt? En wat dan nog? Als ze daar allebei zin in hebben, is daar niks mis mee. Nu ja, toch niet zolang het niet over mijn vader gaat.’

Ik krijg het beeld van mijn vader en mevrouw De Rooij die kussen niet uit mijn hoofd. Ik krijg er een koude rilling van.

Nu krijg ik het beeld van mijn vader en mevrouw De Rooij die kussen niet uit mijn hoofd. Ik krijg er een koude rilling van. ‘Ik kan niet geloven dat je er echt oké mee bent’, zeg ik als we thuiskomen. ‘Zullen we samen eten? Wil je er misschien over praten?’ ‘Natuurlijk ben ik oké. En had jij niet afgesproken met Otto?’ ‘Ja, maar ik heb altijd afgesproken met Otto. Ik kan hem heus wel eens een avondje missen.’ ‘Ik kan jou ook een avondje missen. Ga jij je maar amuseren. Dan doe ik hetzelfde.’ ‘Hoe ga jij je amuseren?’ ‘Met een groot pak friet van de frituur en een paar afleveringen van een of andere serie.’ ‘Klinkt als een fantastische avond.’ ‘En stoofvleessaus’, zegt mama met een dromerige blik in de ogen. Ik ben bíjna jaloers.

Ze is toch m’n schoonmoeder?

‘Misschien wil ze er wel over praten, maar niet met jou’, zegt Otto als ik hem heb verteld over mijn avond. Door mijn avonturen van vandaag zijn we een halfuur te laat in het restaurant. Ze vertelden ons vriendelijk maar duidelijk dat het einduur van onze shift niet kan veranderen en dat we dus maar anderhalf uur hebben om te eten. Ik erger me soms dood aan dat systeem van eetshiften, maar ik vind het ook niet erg om naar Otto’s hotel te gaan en daar nog een fijne tijd door te brengen. ‘Ze heeft geen vriendinnen.’ ‘Misschien moet ik eens met haar praten?’ ‘Jullie hebben elkaar nog niet eens echt ontmoet.’ ‘Misschien moeten we daar dan dringend iets aan doen.’ ‘Wil jij mijn moeder echt ontmoeten? Na alles wat ik je over haar heb verteld?’ ‘Ja, natuurlijk. Ze is toch m’n schoonmoeder?’ Wow, zo zou ik het nu nog niet meteen noemen. Voor mij gebruik je dat woord pas als je in een langdurige relatie zit en misschien zelfs samenwoont. En uiteraard is het mijn plan om een langdurende relatie met Otto te hebben, maar op dit moment zijn we nu eenmaal nog niet lang samen.

‘Als je wil, kunnen we binnenkort eens samen gaan eten’, zeg ik. ‘Wie weet wil ze daarna wel over haar gevoelens praten met me.’ ‘Dat zou wel handig zijn. Maar ik betwijfel eerlijk gezegd of ze haar gevoelens wil delen met een man, die ook nog eens veel jonger is. Mama is nogal ouderwets op dat gebied.’ ‘We zien wel. Ik kan erg charmant zijn.’ ‘Dat weet ik maar al te goed’, zeg ik met een grijns. Dat gevoel wordt nog maar eens bevestigd als we twee uur later in zijn bed liggen. Ik had te veel gegeten en eigenlijk geen zin in seks, maar toch wist hij me in de stemming te krijgen. Otto en ik waren samen altijd goed in bed. Zelfs als we ruzie hadden, ging het er passioneel aan toe. Of misschien ging het er dan net extra passioneel aan toe. Vaak wisten we daarna zelfs niet meer waarover we ook alweer ruzie hadden. ‘Ik ga toch weer thuis slapen, want ik moet morgen opnieuw vroeg op.’

‘Alweer? Maar je moet vanaf nu altijd vroeg op. Ga je dan nooit meer bij me blijven slapen? Ik moet toch ook vroeg op om naar het werk te gaan?’ ‘Ja, maar jij bent dat gewend. Ik nog niet.’ ‘Toe, blijf bij me’, zegt hij, en hij begint me in m’n nek te kussen. ‘Het is toch maar slapen.’ ‘Ja, maar het is ook samen wakker worden.’ ‘Ik heb een ochtendhumeur.’ ‘Je bent ’s morgens mooier dan ooit.’ ‘Ik snurk.’ ‘Je spint als een poesje in je slaap.’ ‘Je bent écht een charmeur.’ ‘Ik zei het je toch? Al zal ik tegen je moeder misschien toch iets andere dingen zeggen.’ ‘Dat is je geraden’, zeg ik terwijl ik hem met een kussen sla.

I don’t!

‘Als je dan toch moet gaan... Ik heb nog een cadeautje voor je.’ ‘Echt?’ ‘Echt.’ Hij haalt een juwelendoosje boven. Mijn hart slaat een slag over. Dit is toch niet wat ik denk dat het is? Maar dan besef ik dat het doosje eerder rechthoekig is, en niet vierkant, zoals je bij een ring zou verwachten. Tenzij het een wel héél bijzonder ontwerp is. ‘Wat is het?’ ‘Doe maar open, dan ontdek je het’, zegt hij lachend. Ik open het doosje met enige ongerustheid. Want wat als het toch een ring is? Alles in mij zegt dat ik er nog niet klaar voor ben. Maar wanneer ik het open, zie ik een sleutel.

Hij haalt een juwelendoosje boven. Mijn hart slaat een slag over. Dit is toch niet wat ik denk dat het is?

Ik ben in de war. Is het van de hotelkamer? Want die gaat toch open met zo’n kaart? ‘Wat is het?’ ‘De sleutel van mijn nieuwe appartement’, zegt hij stralend. ‘Je nieuwe appartement?’ ‘Ja, hier in Antwerpen.’ ‘Wat, nu al?’ Nou ja, ik mag er pas over twee weken echt in omdat ik dan pas begin te betalen, maar ik heb de sleutel alvast gekregen.’ ‘Hoe kom jij zo snel aan een appartement?’ ‘Via een collega van me. Haar zus vertrekt voor een halfjaar op reis en wilde haar appartement onderverhuren, maar natuurlijk niet aan gelijk wie. Ze wilde alleen iemand die ze min of meer kende en kon vertrouwen. Ze kent mij niet, maar haar zus zei dat ik oké was. Het is dus voor een halfjaar, en het is bemeubeld, maar dat vind ik net ideaal. Dan hoef ik al mijn spullen nog niet te verhuizen en kan ik tenminste rustig uitkijken naar iets definitiefs.’ Ik ben zó opgelucht. Maar dat kan ik hem niet vertellen. Want ik ben niet opgelucht omdat hij een flat heeft gevonden en hier dus sowieso komt wonen. Ik ben opgelucht omdat we nu een soort van proefperiode van een halfjaar hebben voor hij een dure waarborg betaalt, al zijn spullen naar hier verhuist en zijn appartement in Nederland te koop of te huur zet. ‘Wat een geweldig nieuws’, zeg ik, en ik geef hem een dikke knuffel. Ik geef hem het doosje terug en bedenk dat ik hem een leuke sleutelhanger cadeau moet doen. Dat is sowieso een fijn gebaar, toch? ‘Nee, die sleutel is voor jou, hoor’, zegt hij. Oh-oh. Verwacht hij dat we gaan samenwonen?

Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '

Commerciële boodschap