Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
de koffiebar

Lees hier deel 30 van ons feelgoodverhaal!

DE KOFFIEBAR – deel 30: ‘Voor ik besef wat er gebeurt, trekt hij me tegen zich aan in een knuffel’

Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?

‘Natuurlijk blijven we samen. Uit elkaar gaan was nooit aan de orde. Ik wil gewoon niet dat hij vanaf nu te pas en te onpas bij je komt aanbellen voor een goed gesprek.’ ‘Ik weet zeker dat hij dat niet van plan is, en als hij het wel doet, dan zal ik hem echt wel duidelijk maken dat ik daar niet van gediend ben.’ Otto knikt tevreden. ‘Dessert?’ ‘Ik zou eigenlijk liever naar huis gaan. Ik moet morgen vroeg op.’ ‘Dat treft, ik moet morgen ook vroeg op. Reden te meer om lekker vroeg naar bed te gaan, toch? Met de nadruk op “lekker”. Misschien moeten we dessert bestellen in een takeawaybakje. Dan kan ik het van je…’ ‘Ja, laat maar al’, zeg ik, aangezien hij soms nogal luid kan zijn en de mensen rondom ons met interesse meeluisteren. Als ze tips willen om hun seksleven wat spannender te maken, moeten ze maar een Flair kopen of zo. ‘Jammer dat we niet in mijn flat kunnen logeren. Dan kon ik al wat langer slapen.’ ‘Slapen? Slapen is wel het laatste wat ik wil’, zegt hij, terwijl hij zijn wenkbrauwen suggestief op en neer beweegt.

Ik kan niet wachten om mijn territorium af te bakenen.

‘Mogen we de rekening, alsjeblieft?’ ‘O, wat ben je plots ongeduldig.’ ‘Ik kan niet wachten om mijn territorium af te bakenen’, zegt hij met een grijns. Ik hou echt niet van zijn woordkeuze, maar ik heb geen zin om te blijven kibbelen, dus zwijg ik maar en leg ik stiekem fooi, omdat hij dat niet gedaan heeft en ik dat wel belangrijk vind sinds ik zelf een zaak heb en heel erg blij ben als mensen fooi geven. En niet eens vanwege het geld, maar wel vanwege de appreciatie die ze ermee tonen. Nou ja, het geld is ook mooi meegenomen, natuurlijk. Ik hoop dat Otto het niet ziet, dus ik moffel het stiekem weg onder de rekening, die nog op tafel ligt. Voor de zoveelste keer vraag ik me af waarom het de vorige keer dat we samen waren zoveel makkelijker was. Misschien omdat het toen vrijblijvender voelde en we niet het gevoel hadden dat het echt móést lukken? Dat kan bijna niet anders. Op een of andere manier moeten we proberen om de druk toch een beetje van de ketel te krijgen. En ik weet zeker dat nu samen in bed duiken nét is wat we nodig hebben.

Van Jarne geleend…

Daar denk ik al helemaal anders over wanneer de wekker de volgende dag véél te vroeg gaat. Waarom doe ik dit ook alweer? O ja, om rijk te worden, natuurlijk. Gek genoeg is rijk worden nooit mijn ambitie geweest. Genoeg geld verdienen met iets wat ik echt graag doe, is alles waar ik ooit van gedroomd heb. Maar als ik meer kán verdienen, zal ik het natuurlijk ook niet laten. Je weet tenslotte nooit wat de toekomst brengt. Als ik thuis aankom, zet mama al zo’n houten klapbord buiten waarop we kunnen schrijven dat je takeawaykoffie kan krijgen. Ik wil haar er meteen op aanspreken omdat we dat helemaal niet hadden afgesproken, maar ik herinner me nog net op tijd dat ik me had voorgenomen om niet meer heel de tijd kritiek op haar te geven. Bovendien ben ik blij dat ze eraan heeft gedacht, want ik vind het een erg goed idee en was er zelf helemaal niet aan toegekomen.

‘Hoi mam. Wat leuk, dat bord. Hoe kom je daaraan?’ vraag ik. ‘Van Jarne.’ ‘Jarne?’ ‘Ja, hij tilde ze net uit zijn camionette en ik vroeg of we er eentje mochten lenen tot we er zelf een hadden, aangezien hij ze toch nog niet kan gebruiken. Ik zag hem even aarzelen, maar toen heeft hij toch toegegeven.’ ‘Knap dat je dat durft. We moeten er snel zelf eentje bestellen, want misschien wil hij ze gebruiken om zijn zaak al op voorhand aan te kondigen.’ ‘Als hij het terug wil, moet hij het maar gewoon komen zeggen. Schrijf jij er iets op? Jij kan dat zo mooi.’ ‘Dank je’, zeg ik met een glimlach. Ik ben blij dat ze het heeft opgemerkt. Er is echt wel iets te zeggen voor heel dit vriendelijk-zijn-voor-elkaar. ‘Ik heb geoefend in zo’n handlettering-boek voor ik de menukaart opschreef.’ ‘Ik heb geen idee wat dat is, maar het heeft sowieso gewerkt.’ Ik teken een takeawaybeker (wat ik twee keer opnieuw moet doen omdat ik wel mooi kan schrijven, maar niet echt goed kan tekenen) en schrijf daarbij: ‘Hier meeneemkoffie te krijgen’. ‘Leuk!’ zegt een stem achter me.

Charmant? Mijn moeder?

Ik kijk verschrikt op en zie dat het Jarne is. ‘Hoi’, zeg ik. ‘Bedankt dat we je bord mochten lenen. En is de beker niet te scheef?’ ‘Nee, dat is net leuk. Het maakt hem quirky, als een soort stripfiguurtje.’ Ik kijk nog eens, maar zie het niet. Ik denk dat Jarne iets te veel zijn best doet om het goed te maken met mij. ‘Ik hoop dat mijn moeder niet te dwingend was. Je mag best nee zeggen tegen haar. Al weet ik als geen ander hoe moeilijk dat is.’ Ik doe mijn best om naar het bord te blijven kijken en niet naar zijn mooie ogen. Misschien had Otto wel meer gelijk dan ik wil toegeven als hij denkt dat ik nog gevoelens heb voor Jarne. Maar ik besef maar al te goed dat het nooit zou kunnen werken tussen ons, dus blijf ik star bij het onderwerp. ‘Nee, hoor. Ze was eigenlijk best charmant.’ ‘Charmant? Mijn moeder?’ Hij lacht. ‘Je hebt wel een goede indruk van haar.’

Voor ik besef wat er gebeurt, trekt Jarne me tegen zich aan in een knuffel.

‘Je hebt gelijk. Het is nogal logisch dat ze zich tegen mij heel anders gedraagt dan tegen andere mensen. En ze kan zeker lief zijn. Denk je dat “takeawaykoffie” duidelijker is dan “meeneemkoffie”?’ ‘Hmm, ik weet het niet. Ik denk dat je ervan zou schrikken hoeveel mensen geen Engels verstaan.’ ‘Nee, maar het woordje “takeaway”?’ ‘Het zijn sowieso allebei erg lange woorden, wat het minder leesbaar maakt voor iemand die snel passeert.’ ‘O, daar heb je wel een punt’, zeg ik peinzend. ‘Wat dacht je van “koffie to go”?’ ‘Dat is toch ook Engels?’ zeg ik lachend. ‘Je hebt gelijk. Maar het is wel duidelijk en het zijn drie korte woordjes.’ ‘Als er geen klanten komen, pas ik het morgen aan. Bedankt voor je hulp. En ik beloof je dat we het bord zo snel mogelijk weer terugbrengen.’

‘Ach, dat heeft geen haast. Zoals je ziet, ga ik nog niet meteen openen. Integendeel zelfs. De werken hebben weer vertraging opgelopen.’ ‘O jee.’ ‘Ja, nou ja, dat kan je wel verwachten, natuurlijk. Zo gaat het altijd. Maar het is intussen al de derde keer dat er tijd bijkomt. Om nog maar te zwijgen over de prijzen van het materiaal, die alsmaar stijgen. Alles wat nog niet besteld is, lijkt wel elke week duurder te worden.’ ‘Dat is echt vervelend.’ ‘Ja. O, sorry, ik wilde hier niet komen zeuren over mijn problemen, zeker niet gezien de situatie.’ Hij maakt een algemeen handgebaar naar zijn zaak. ‘Laten we afspreken dat er geen situatie meer is en dat we vanaf nu gewoon fijne buren zijn die samenwerken, oké?’ ‘Ik ben zo blij dat je dat zegt’, zegt Jarne, en voor ik besef wat er gebeurt, trekt hij me tegen zich aan in een knuffel. ‘Hey!’ hoor ik een boze stem achter me.

Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '

Commerciële boodschap