Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?
‘Jarne, wat deed jij in mijn appartement?’ vraag ik nog een keer. ‘Iris heeft me binnengelaten. Al weet ik niet zeker of ze wel weet wie ik ben. Ik denk dat ze misschien wel denkt dat ik die andere kerel ben. Blijkbaar…’ ‘… heb ik een type, ja’, onderbreek ik hem. Gek dat het me nooit was opgevallen, maar nu iedereen me er heel de tijd op wijst, zie ik wel dat Otto en Jarne inderdaad op elkaar lijken. Ik veronderstel dat mijn initiële aantrekkingskracht naar Jarne toe daar zeker mee te maken heeft gehad. Het bewijst alleen maar dat Jarne zeker niet de ware voor me was en dat ik gewoon nog niet over Otto heen was. Maar nu staat Jarne hier, voor mijn appartement, en móét ik wel met hem praten. Ik ga naar boven, volg hem naar binnen en doe de deur achter ons dicht. ‘En waar is Iris?’ ‘Naar haar werk. Ze heeft me een kop koffie gegeven en gezegd dat ik wel even op je mocht wachten, want dat jij nooit te laat zou zijn om de zaak te openen.’ ‘Je had ook gewoon in je eigen koffiebar kunnen wachten aan de overkant van de straat.’ ‘Maar dat is een bouwwerf.’ ‘En wiens schuld is dat?’ ‘Oké, ja, die heb ik wel verdiend.’
Gek dat het me nooit was opgevallen, maar nu iedereen me er heel de tijd op wijst, zie ik wel dat Otto en Jarne inderdaad op elkaar lijken.
Hij draait zijn gezicht opzij en ik zie zijn wang, die helemaal blauw en gezwollen is. Verschrikt sla ik mijn hand voor mijn mond. ‘O Jarne’, zeg ik. Instinctief raak ik zijn wang even voorzichtig en zachtjes aan. Zijn huid tegen mijn hand voelen jaagt een onverwacht elektrisch schokje door mijn lijf. ‘Doet het nog pijn?’ ‘Alleen als je eraan komt’, zegt hij. ‘O’, zeg ik en ik trek snel mijn hand terug. ‘Omdat je aanraking zo fijn voelt en ik daardoor weet wat ik mis.’ ‘Ik dacht dat je niet geloofde dat ik het met je meende?’ ‘En toen heb ik met Iris gepraat. Ze bevestigde alles wat je me vertelde.’ ‘En waarom geloof je haar wel en mij niet?’ ‘Ik weet het niet. Ik heb gewoon slechte ervaringen gehad, vooral met mensen die ik leerde kennen via datingapps en me dan bijvoorbeeld begonnen te ghosten. Álle excuses heb ik gehoord, gewoon omdat mensen niet eerlijk durfden of wilden zeggen dat ze geen interesse hadden. Op de duur werd ik er echt wanhopig van. Dus ja, toen ik je hoorde zeggen dat je mijn nummer kwijt was, vond ik dat erg triggerend. Ik dacht dat je de zoveelste was die gewoon geen interesse had. Na een tijdje doet dat wat met een mens zijn zelfvertrouwen, hoor.’
Zelf heb ik nooit datingapps geprobeerd, dus ik weet niet hoe het voelt, maar ik heb van vrienden al vaak genoeg soortgelijke verhalen gehoord om te weten dat het zeker waar kan zijn wat hij vertelt. ‘Oké, maar elke mens is anders en niemand zou gestraft mogen worden voor wat anderen deden.’ ‘Dat weet ik rationeel gezien heus wel, maar het is veel moeilijker om dat ook daadwerkelijk zo te voelen. Die achterdocht is erin geslopen, misschien zonder dat ik het zelf besefte. Ach, het doet er ook niet toe. Ik kwam het even uitleggen. Me verontschuldigen. Ik wilde je uitvragen, maar toen hoorde ik dat je nu samen bent met die Hollander.’ ‘Nederlander.’ ‘Whatever. Maar ik hoop dat we dan toch vrienden kunnen blijven.’ Ik weet niet wat ik hoor.
Weet je hoe gestoord dat is?
‘Jarne, hoe kan je nou geloven dat we ooit vrienden zouden kunnen zijn? Je opent een koffiebar aan de overkant van de straat die directe concurrentie is voor de mijne, en waarom? Omdat je dácht dat ik geen interesse had? Weet je wel hoe gestoord dat is?’ ‘Maar zo zit het toch niet in elkaar.’ Hij zucht. ‘Kom anders even naast me zitten, laat me even vertellen hoe het is gegaan.’ ‘Secondje.’ Ik neem een kop uit de kast en vul ze met koffie. Na alle drama met Otto en nu dit, kan ik wel even een boost gebruiken. Daarna zet ik me naast hem in de zetel, zij het wel aan de andere kant, met een metertje ertussen. ‘Kijk, ik had dat pand natuurlijk al gekocht. Een tijdje geleden zelfs.’ ‘Nogal logisch, hoe zou je het anders nu al aan het verbouwen kunnen zijn.’ ‘Ja, inderdaad. Dat was dus absoluut niet een of andere tactische zet, want ik kende je toen zelfs niet. Dat gebeurde pas toen ik het pand ging bezoeken, en daarna nog een keer, en daarna met de aannemer samen ging zitten enzovoort. Ik kwam telkens koffie bij je halen en ik vond het heerlijk. En ik vond jou ook heerlijk. Eerst besefte ik dat nog niet. Ik dacht dat ik graag in de zaak kwam omdat het er zo gezellig en uitnodigend was. Daarom wilde ik ook ideetjes bij je sprokkelen. Het was pas toen ik tegenover je zat en vlinders in mijn buik voelde, dat ik snapte dat ik niet in je zaak, maar bij jou wilde zijn.’ ‘Oké, maar intussen loog je wel over het feit dat je een koffiebar wilde openen.’ ‘Luister… ik ging nooit een koffiebar openen. Het zou nooit een koffiebar worden.’ ‘Hoe bedoel je?’
Het was pas toen ik tegenover je zat en vlinders in mijn buik voelde, dat ik snapte dat ik niet in je zaak, maar bij jou wilde zijn.
Opgelucht of nog bozer
‘Het ging altijd een lunchbar worden, met broodjes en soep. En koffie, natuurlijk, maar die serveren ze overal.’ ‘Ja, dat weet ik toch? Dat was het plan tot ik je zogezegd kwetste. Toen besloot je er een koffiebar van te maken. ‘Nee, dat was ik nooit van plan. Het wordt nog steeds een lunchzaak.’ ‘Maar waarom hangt er dan uit… o’, zeg ik als ik het plots begrijp. Ja, die aankondiging, dat was je straf. Ik wilde je gewoon laten zweten. Als je nu gaat kijken, zie je dat ze aangepast is. Ik zou nooit mijn volledige zaak omgooien om jou te straffen. Dat zou inderdaad gestoord zijn.’ ‘Ik weet niet of ik opgelucht ben of nog bozer.’ ‘Je bent vast allebei, en dat begrijp ik volledig. Het was echt heel kinderachtig van me. Ik wilde gewoon je gezicht zien als je… Nou ja, toen dat dan gebeurde, besefte ik dat het me helemaal niet blij maakte. Integendeel. Ik voelde me rotslecht toen ik zag hoe overstuur je was. Ik denk dat ik diep vanbinnen wel wist dat jij geen slecht persoon was. Maar ik had het gevoel dat ik mijn hart niet meer kon volgen en naar mijn verstand moest luisteren om niet meer gekwetst te worden.’ ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik ben blij dat je geen koffiebar begint. Uiteraard. Ik heb de afgelopen 24 uur rondgelopen met hartkloppingen en hoofdpijn. Ik dacht écht dat ik mijn zaak zou kwijtraken. Het was een wrede daad. Maar het was ook alleen maar een flauwe grap en zo zal ik het proberen te bekijken.’ ‘Wil dat zeggen dat we vrienden kunnen zijn? Misschien wel meer?’ Hij kijkt me aan met die mooie ogen. Mijn hart gaat wat sneller slaan.
Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.