Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?
‘Wat is hier aan de hand?’ vraagt mama als ze de keuken uit komt. Er hangt een beetje schuim in haar haar van de afwas en ik vind het te aandoenlijk om haar erop te wijzen. Myrthe doet haar mond open, maar ik schud bijna onmerkbaar met m’n hoofd en ze zegt: ‘O niks, ik was overstuur door de koffiebar die hiernaast opent.’ ‘Ja, dat begrijp ik’, zegt mama. ‘Wie doet nu zoiets.’ Ze neemt een dienblad en begint de laatste tafel af te ruimen. ‘Ik ging dat nog doen, hoor’, zegt Myrthe. ‘O, rust jij maar lekker verder’, zegt mama. Het klinkt dan wel erg lief, maar eigenlijk is het een opmerking vol venijn. Luier jij maar verder, dan doe ik al het werk wel. ‘Mama, Myrthe was me aan het helpen’, zeg ik. ‘Niet aan het rusten.’ ‘Ja hoor, ik beweer toch ook niks anders?’ En ze verdwijnt met de afwas naar de keuken. Myrthe en ik kijken elkaar aan. ‘Ík weet beter, dat is het enige wat telt.’ ‘Ik was daarnet ook écht aan het rusten.’ ‘En dan? Je bent een werknemer, je hebt recht op pauzes. Eigenlijk is het net schandalig dat je die normaal gezien niet kan nemen. Mama moet beseffen dat jij alleen maar kan rusten omdat zij absoluut een deel van het werk wil doen. Ik zal nog eens met haar praten. Bovendien was je me ook écht aan het helpen.’ ‘Hoezo dan?’ ‘Niet alleen ben je mijn persoonlijke therapeut, je gaat me nu ook helpen te beslissen wat ik vanavond moet aandoen.’ ‘Oké, maar dat doe ik dan wel met een poetsdoek in de hand.’ Ze neemt een doek en stopt die in de emmer met water en poetsproduct die ik al had klaargezet voordat Otto binnenkwam. ‘Wat wil je uitstralen?’ ‘Dat is nu net mijn vraag aan jou: wat wil ik uitstralen?’ ‘Hoop je dat het weer iets wordt?’ Ik denk even na. Zie Otto voor me en hoe gelukkig we waren. Natuurlijk wil ik dat, maar… ‘Nee, want dan zou m’n hart opnieuw breken. Er is niets veranderd. Nu ja, er is wel iets veranderd: ik heb nu deze zaak, zodat ik helemaal niet meer weg kan. Terwijl de optie verhuizen op z’n minst nog bestond toen we samen waren.’ ‘Dan zou ik gaan voor een jeans en T-shirt. En geen te strak T-shirt.’ ‘Maar ik wil dat hij me mooi vindt’, geef ik met tegenzin toe. ‘Alsof jij niet mooi zou zijn in jeans en T-shirt. Je moet er gewoon voor zorgen dat je geen verkeerde indruk geeft door iets sexy’s aan te doen. Want het gaat niet alleen om jouw gevoelens, maar ook om de zijne.’ ‘Het laatste wat ik wil, is hem kwetsen. Ik trek wel een skipak aan of zo.’ Myrthe lacht. ‘Dat is misschien sowieso een goede keuze, zoals jij altijd morst met je eten. Zo’n skipak is tenminste makkelijk afwasbaar.’ ‘Zég’, zeg ik verontwaardigd, al weet ik dat ze gelijk heeft. Soms ligt er meer op m’n schoot dan dat er in mijn mond is gegaan.
Hoop ik dat het iets wordt? Ik denk even na. Zie Otto voor me en hoe gelukkig we waren. Natuurlijk wil ik dat, maar...
Sinds wanneer ben ik de moeder?
‘Zullen we samen eten?’ vraagt mama als we klaar zijn met werken. ‘Ik, euh… Ik heb afgesproken.’ ‘Zeg je dat omdat je niet met me wil eten? Want je mag dat best eerlijk zeggen, hoor.’ ‘Nee, mama, natuurlijk niet. Ik ga op restaurant.’ ‘O, met wie?’ ‘Een ex-collega.’ Het is in elk geval geen leugen. ‘En waar ga je naartoe?’ ‘Gewoon ergens in de buurt’, zeg ik vaagweg, omdat ik mama er nog toe in staat zie om ‘toevallig’ langs het restaurant te lopen als ik zeg waar we gaan eten. ‘Waar dan?’ ‘We zien nog wel, we kijken waar we zin in hebben.’ ‘O. Leuk.’ ‘Wat ga jij eten?’ Mama haalt haar schouders op. ‘Dat weet ik nog niet. Ik eet niet zo graag alleen.’ Ik moet me inhouden om niet te zeggen ‘dan had je maar bij papa moeten blijven’, al weet ik dat het niet eerlijk is. ‘Maar dat wilde je toch? Vrijheid, alleen zijn, niet koken? Waarom bestel je geen takeaway en eet je lekker voor de tv?’ ‘Ik heb geen werk, dan kan ik m’n geld toch niet gaan uitgeven aan takeaway.’ ‘Haal dan een kant-en-klaarmaaltijd in de supermarkt, dat is een stuk goedkoper.’ ‘Maar dat is zo ongezond. Al dat zout en die suiker.’ Ik moet echt m’n best doen om niet te zuchten. ‘Waarom maak je dan niet zelf iets waarvan je twee dagen kan eten? Of iets dat je kan invriezen voor later? Of een grote pot soep, daar kan je wel drie dagen van eten, met wat lekker brood erbij. Dat kost niet veel.’ ‘Pff, ik ben zo moe van al het werk.’ Nu begin ik mijn geduld wel écht te verliezen. ‘Mama, maar wat wil je nu eigenlijk van me? Het is vervelend dat je moe bent, maar ik heb je niet gedwongen om in de zaak te werken. Integendeel, ik vond het helemaal geen goed idee, maar jij stond erop. Ik heb plannen, dus ik kan ook niet voor je koken. Je zal zelf moeten beslissen, óf niets eten. Of het overschot van de taart van vandaag op eten, anders wordt dat morgen mijn ontbijt. Ik heb ook nog wat eieren en groenten in de ijskast staan als je bijvoorbeeld een omelet wil maken. Je kan de pistolet en croissant erbij eten die ik je vanmorgen hebt gebracht. Hoe dan ook, ik moet nu gaan. Tot morgen.’ Dat laatste zeg ik opdat ze vanavond niet meer voor m’n deur zou staan. Ik heb een zwaar gevoel in m’n maag, want ik voel een mengeling van boosheid en schuldgevoelens. Wanneer ben ik de moeder geworden in deze relatie? En is dit hoe moeders zich voelen als ze hun kind bij een babysit laten voor een avondje uit?
Ik wandel stug verder, tot ik een hand op m’n schouder voel. Ik draai me met een ruk om.
Blijf van me af!
Ik ben blij dat ik met Otto in het restaurant heb afgesproken, zodat hij niet komt aanbellen. Mama heeft hem dan wel nooit ontmoet, de kans is groot dat ze zijn foto weleens heeft gezien op sociale media of zo. Als ik naar buiten stap, ben ik erg blij met de frisse lucht na een hele dag binnen. Het is na zes uur, dus de bouwwerf ligt stil. Gelukkig, want dat betekent alvast dat ik niet hoef rond te sluipen om Jarne te ontwijken. Of tenminste, dat dénk ik. Want net als ik naar het gebouw sta te kijken, komt hij de deur uit. Verschrikt wend ik m’n blik af en wandel ik snel richting het restaurant van Bert. ‘Maya! Wacht!’ roept hij me achterna. Ik negeer hem en wandel stug verder. Tot ik een hand op m’n schouder voel. Met een ruk draai ik me om en zet ik een stap opzij zodat hij me loslaat. ‘Blijf van me af!’ zeg ik kwaad en ik draai me opnieuw om en loop weer verder. ‘Ik wil alleen met je praten. Ik móét met je praten’, zegt hij. ‘Ik heb dingen gezegd die ik niet wilde zeggen en ik heb nog zoveel vragen.’ ‘Ik wil niet met je praten.’ Ik wil me opnieuw omdraaien, maar hij neemt mijn hand vast. En dan zie ik plots een vuist in z’n gezicht gaan en Jarne die achterovervalt.
Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.