Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?
‘Wat doe jij hier?’ vraag ik nog voor hij me gezien heeft. Hij kijkt naar me, en het lijkt een paar seconden te duren voor hij doorheeft wie ik ben. Misschien omdat hij me hier niet had verwacht? Wat gek is, want hij weet goed genoeg dat ik aan de overkant woon en werk. ‘Ik ben hier aan het werk.’ ‘Hoezo, ben je nu een bouwvakker? Ik dacht dat je je eigen zaak wilde starten?’ Hij kijkt me aan zonder iets te zeggen. Dan besef ik het. Dit ís zijn zaak. Hij begint een koffiezaak tegenover de mijne, en dat dankzij alle info die ik hem heb gegeven. Wat. Een. Eikel.
Hij begint een koffiezaak tegenover de mijne, en dat dankzij alle info die ik hem heb gegeven. Wat. Een. Eikel.
Ik doe mijn mond open om iets te zeggen, maar plots voel ik tranen in mijn ogen prikken. No way dat hij mag zien dat ik huil. Niet om hem. Niet om deze situatie. No way dat hij zou mogen denken dat ik een dramaqueen ben of dat hij me heeft gekwetst. Dat gun ik hem niet. ‘Ik ben blij dat ik je telefoonnummer ben kwijtgespeeld, want je verdient me niet’, zeg ik dan maar, en snel draai ik me om. Ik hoor hem m’n naam nog roepen, maar ik loop door naar m’n huis. Hij loopt achter me aan en drukt op de bel, maar ik negeer hem. Hij probeert nog een keer, maar ik doe alsof ik het niet hoor.
Drink koffie in je eigen zaak
Dat heeft natuurlijk weinig zin, want als ik even later mijn zaak open, staat hij met zijn armen over elkaar voor de deur te wachten. ‘Kunnen we praten?’ ‘Nee.’ ‘Dan heb je pech, want ik kom naar binnen en zal toch tegen je praten.’ ‘Ik heb het recht om klanten te weigeren.’ ‘Dat is waar. En ik snap dat je me niet wil bedienen-’ ‘Waarom zou ik ook? Je hebt je éígen koffiezaak’, onderbreek ik hem. ‘… maar tegen de tijd dat je de politie hebt gebeld om me te laten buitenzetten, heb ik allang gezegd wat ik wilde zeggen. Ze zouden het je ook niet in dank afnemen als je hen belde om een ex-date buiten te zetten.’
Dus het was tóch een date, denk ik triomfantelijk. Meteen erna ben ik boos op mezelf omdat ik daar zo blij mee ben. ‘Luister, waarom heb je niet gezegd dat je m’n nummer kwijt was?’ ‘Hoe kón ik dat tegen je zeggen?’ antwoord ik boos. ‘Ik had je nummer niet, ik weet niet waar je woont, ik had geen idee waar ik je kon vinden.’ ‘Dat is een leugen.’ ‘Natúúrlijk is het geen leugen. Ik vond het vreselijk dat ik je nummer kwijt was. Ik wilde graag met je afspreken.’ ‘Ik begrijp niet waarom je dit doet. Dat je me niet wilde zien, kan ik nog aan, maar waarom zou je erover liegen? Dat is gewoon ronduit respectloos.’ ‘Waarom blijf je dat herhalen? Ik ben je nummer écht kwijt. Iemand heeft het weggegooid of meegenomen, of het is op de grond gevallen. Weet ik veel. Ik weet alleen dat je nummer er niet meer lag toen ik eindelijk tijd had om het van de toog te nemen. Hoe kan ik trouwens zeker weten dat jij je nummer wel hebt opgeschreven? Misschien ben jij wel degene die liegt.’
Jarne stoot een sarcastisch lachje uit. ‘Nu wordt het helemaal mooi. Ga je het zo spelen? Echt, ik heb me zó vergist in je. En dan te bedenken dat ik me nog schuldig voelde ook. Maar je bent zo fake als wat.’ ‘Ik snap écht niet wat je bedoelt. Waarom zeg je dat?’ ‘Die avond, in de bar. Je was er met je vriendin. Je zag me, maar je deed alsof je me niet had gezien.’ Ik aarzel net iets te lang. ‘Zie je wel? Ik had gelijk, ik wist het.’ ‘Nee, ik ben gewoon aan het nadenken’, zeg ik snel. ‘Ik ben wel degelijk een avond met Iris in de bar geweest, maar ik heb je echt niet gezien.’
Ik wilde een koffiezaak beginnen. Maar toen leerde ik jou kennen en wilde ik niet met je concurreren. Ik vond je echt leuk.
‘Ik geloof je niet. Je keek recht naar mij, en toen draaide je je om en liep je weg.’ ‘Kijk, ik heb je niet gezien. Ik kan het niet bewijzen, uiteraard, maar je moet me maar op mijn woord geloven.’ ‘Oké, en dat met je moeder dan? Ik wilde je nog het voordeel van de twijfel geven, maar dat was echt de druppel.’ ‘Wat is er met mijn moeder?’ vraag ik verbaasd, want ik heb dan wel gelogen over de bar, maar nu weet ik echt niet waar hij het over heeft. ‘Ik was langsgekomen en heb je moeder gesproken.’ ‘Ja, dat klopt. Dat heeft ze verteld. En ik kon je geen berichtje sturen, want ik heb je nummer dus niet’, zeg ik erg nadrukkelijk. ‘Ze zei dat ze je had gebeld, maar dat je niet naar beneden kon komen. Dus, hallo, het is zo duidelijk dat je me niet wilde zien.’ ‘Nee, ze had me proberen te bellen, maar ik had niet opgenomen, omdat ik het niet had gehoord. Ik had geen idee dat je hier was, anders was ik zeker naar beneden gekomen. Ik was zelfs een beetje boos op mama, omdat ze je nummer niet had gevraagd, maar zij ging er natuurlijk van uit dat ik dat al had omdat we elkaar kenden.’ Hij zucht.
Balk op je kop
‘Kijk, ik geloof je gewoon niet.’ ‘Maar waarom zou ik daar nu over liegen? Bovendien, hadden we het niet over jouw zaak? Je verandert gewoon van onderwerp om de aandacht af te leiden van wat jij hebt gedaan. Hoe dúrf je zomaar een concurrerende koffiebar te beginnen tegenover de mijne, en dat met de info die ik heb gegeven? Jij hebt me gewoon gebruikt. Dus waarom jij hier kwaad staat te zijn omdat ik zogezegd geen contact meer met je wil, is me een raadsel. Jij had helemaal nooit interesse in me. Jij wilde alleen informatie. Dus sta me hier niet de les te lezen, want wat jij hebt gedaan is duizend keer erger dan wat jij denkt dat ik heb gedaan.’ ‘Maar snap je dan niet dat alles verbonden is?’ ‘Wat bedoel je daar nu weer mee?’
‘Ik wilde een koffiezaak beginnen. Maar toen leerde ik jou kennen en besloot ik dat ik absoluut niet met jou wilde concurreren. Ik vond je echt leuk. Dus dacht ik aan een brunch- of lunchzaak. Eentje zonder taart, zodat ik de mensen die klaar waren met eten naar jou kon doorverwijzen. Maar toen besloot jij dat je me niet meer wilde zien. En je negeerde me zelfs gewoon. Dus dan kan het mij ook niet meer schelen. Zo. Nu weet je het.’ ‘Weet je wat het ergste is? Mijn hart was echt gebroken. Ik hoopte elke dag dat je binnen zou komen om iets te drinken, en dan kon ik zeggen dat ik je nummer kwijt was en zouden we er samen om lachen. Ik vond je écht leuk. En nu ben ik niet alleen jou kwijt, maar verlies ik misschien ook mijn zaak nog. En waarom? Vanwege totaal misplaatste trots, vanwege een stom misverstand. Maar goed, ik heb tenminste ontdekt hoe je bent voor het te laat is. Stel je voor dat ik echt voor je was gevallen.’
‘Je kan die komedie nu echt wel stoppen. Ik weet dat je het alleen maar zegt opdat ik de koffiebar niet zou openen, maar het is te laat. De verbouwing is begonnen en ik weet zeker dat ik er een groot succes van kan maken.’ ‘Ik weet zeker dat mijn klanten me niet in de steek laten. De meeste zaken gaan toch failliet in het eerste jaar, dus maak je maar niet te veel illusies. Ga nu maar terug naar je werf. Ik hoop dat je een balk op je kop krijgt.’ De vrouw die mijn zaak net op dat moment binnenkomt, kijkt me geschrokken aan. ‘Grapje onder vrienden’, zeg ik met een bibberige stem en fake lachje, voor ik naar de keuken ren en daar begin te huilen.
Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.