Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?
Ik spuw nog net niet mijn gin-tonic over de tafel van het schrikken. ‘Bij mij wonen?’ ‘Ja, je hebt toch een logeerkamer?’ ‘Nee’, zeg ik. ‘Ik heb wel een zetelbed in de woonkamer. Maar euh… ik dacht dat je net van je vrijheid wilde genieten? Waarom zou je dan bij je dochter willen wonen?’ ‘Omdat ik eerst een nieuwe baan moet zoeken, natuurlijk.’ Oh, help. Met alle respect, want ik vind zelf dat het niet terecht is, maar ik wéét dat werkgevers vooroordelen hebben over mensen van haar leeftijd. En ik kan me ook voorstellen dat het misschien de moeite niet loont om iemand op te leiden van wie je weet dat die sowieso na een paar jaar alweer met pensioen gaat. Kortom: mijn moeder zal voor altijd bij mij wonen. Help!
Ik neem een grote slok en schraap mijn keel. ‘Maar ze moeten je toch heel lang uitbetalen? Kan je daarvan geen appartement huren?’ ‘Op zich wel, maar schat, ik moet een waarborg betalen en meubels kopen. Daarvoor kom ik er niet met mijn loon.’ ‘Heb je dan geen spaargeld?’ ‘Op een gemeenschappelijke rekening.’ ‘Wel, dan is de helft toch van jou?’ ‘Ja, maar ten eerste heb ik mijn trots en ten tweede… staat er nauwelijks iets op.’ Dat laatste zegt ze een pak zachter. ‘Wat? Hoe kunnen jullie geen spaargeld hebben? Jullie zijn toch best rijk? Jullie hebben een groot huis en een mooie wagen, en je drinkt duidelijk geen goedkope wijn…’ ‘Deze wijn went wel, hoor, als je er genoeg van drinkt’, zegt ze, en ze vult haar glas nog een keertje bij. ‘Niet van onderwerp veranderen!’
Papa en ik verdienen helemaal niet zoveel als jij denkt. Maar wij wilden gewoon dat mensen dachten dat we rijk waren.
‘Ja, oké, luister, dat is net het probleem: we hebben helemaal niet zoveel geld net omdat we het allemaal uitgeven aan al die luxe. Maya, papa en ik verdienen helemaal niet zoveel als jij denkt. Maar wij wilden gewoon dat mensen dachten dat we rijk waren. Andere tijden, schat. Wat de buitenwereld dacht, was vroeger veel belangrijker. Je kan niet geloven hoeveel stress we hadden. Bij de minste kost extra, omdat er bijvoorbeeld iets kapotging, moesten we alle moeite van de wereld doen om het geld bij elkaar te krijgen. Ik was écht niet gelukkig.’ Dus dát verklaart waarom mama altijd zo stijfjes rondliep. ‘Maar hoe hebben jullie dat huis dan betaald?’ ‘We betalen het nog steeds af. We hebben geleend op 35 jaar. Gelukkig bleef de afbetaling hetzelfde, maar stegen de lonen wel. Maar hoe dan ook gaat zowat de helft van ons loon ernaartoe. Ook de auto betalen we af. Onze vakanties betaalden we van ons vakantiegeld, en mijn kleren koop ik in een tweedehandswinkel die merk- en designkleding verkoopt.
Onverwachte trendsetter
‘Méén je dat? Waren je kleren tweedehands?’ vraag ik in shock. ‘Het spijt me dat ik je ontgoochel.’ ‘Ik ben helemaal niet ontgoocheld omdat je je kleren tweedehands kocht. Integendeel, ik doe dat ook en ben er trots op. Eigenlijk was je gewoon een trendsetter zonder dat je het besefte. Maar serieus nu, mama, ik ben ook niet ontgoocheld omdat jullie helemaal niet zoveel geld hadden. Wat maakt mij dat nou uit? Ik had alles wat ik nodig had en meer. Ik ben ontgoocheld omdat jullie je anders wilden voordoen. Alsof rijker zijn beter is. Dat is echt niet wat iemand tot een beter persoon maakt.’ ‘Ik weet het. En ik zeg het: het waren andere tijden. Mensen hadden andere normen en waarden.
En dan waren er nog oma en opa, die vonden dat je vader niet goed genoeg was voor mij en dachten dat hij me nooit zou kunnen onderhouden. Ze vonden het schandalig dat ik ook werkte, al zei ik dat ik dat deed omdat ik dat zelf wilde. We hebben er veel ruzie over gemaakt, dus wilden we absoluut bewijzen hoe goed we het hadden.’ ‘En omdat ze dat geloofden, heb ik van hen geërfd, terwijl jullie dat geld goed hadden kunnen gebruiken.’ ‘Ja, dat stak wel even, maar ik begreep wel dat we het slachtoffer waren van onze eigen succesvolle maskerade. En natuurlijk gunden we je het geld. Het maakte ook niet uit, want ik wist allang dat ik weg zou gaan bij papa zodra mijn ouders gestorven waren en we de schijn niet langer hoefden op te houden. Nu kunnen we het huis verkopen en allebei een appartementje kopen. Voor dat bedrag heb je zeker twee mooie eenkamerflats. Maar natuurlijk duurt het lang voor dat allemaal in orde is: een huis verkopen, een flat kopen, een nieuwe baan zoeken...
Voorlopig ben ik dus dakloos en heb ik geen geld. En aangezien jij het geld van oma en opa hebt gekregen dat eigenlijk van mij had moeten zijn, lijkt het me ook niet meer dan normaal dat ik bij jou logeer.’ ‘Ik…’ Ja, wat kan ik daartegen inbrengen? ‘Als je niet wil dat ik bij jou woon, moet je je vriendin maar uit je huis zetten.’ ‘Wat? Mama, we hebben het hier over Iris. Je kent Iris, je hebt haar voor een stuk mee opgevoed!’ ‘Ik weet het. En je weet dat ik Iris erg graag heb. Maar misschien wordt het wel tijd dat ze op eigen benen leert staan.’ Het is best ironisch, die uitspraak uit de mond van mijn bijna 60-jarige moeder die bij haar dochter moet komen wonen omdat ze onverstandig met haar geld is omgegaan. Maar ze brengt me wel op het idee voor een compromis dat het leefbaar zou kunnen houden.
Eén lange pyjamaparty
‘Mijn appartement opgeven?’ vraagt Iris geschokt. ‘Voor misschien wel een paar maanden?’ ‘Je kan bij mij wonen’, zeg ik. ‘Het wordt gezellig. Net als toen we tieners waren.’ ‘Ja, oké, maar toen waren we tieners. Toen hadden we nog geen seks. Nou ja, jij toch niet.’ ‘Ik heb nog altijd geen seks. Zie je wel? Net als toen. Anders komt mama bij mij wonen, Iris. Ik smeek je om me dat niet aan te doen. Kan je geen seks hebben bij die man thuis?’ ‘Als het moet. Dan moet ik ’s nachts wel nog alleen door het donker naar huis.’ ‘Ik betaal je taxi wel.’ ‘Nee, dat hoeft niet’, zegt ze met een wegwuivend gebaar. ‘Ik ben zowel jou als je moeder nog heel wat verschuldigd. En we wonen toch al zo goed als samen.’ ‘Maar dat is nu net niet wat ik wil, dat je het gevoel hebt dat je het moet doen omdat je ons iets iets terug moet geven, want zo voelt het niet voor mij.’
Aangezien jij het geld van oma en opa hebt gekregen dat eigenlijk van mij had moeten zijn, lijkt het me normaal dat ik bij jou logeer.
‘Maak je geen zorgen. We maken er gewoon één lange pyjamaparty van. Het wordt superleuk. En ik hoef nog maar één appartement te poetsen, dus win-win.’ ‘Ik ben blij dat je het zo opneemt’, zeg ik, en ik geef haar een knuffel. ‘Als ik maandenlang met mama in één flat had moeten wonen, was ik gek geworden.’ ‘Moeten we in één bed slapen?’ ‘Neem jij de slaapkamer maar. Ik zal wel in de woonkamer op de slaapbank slapen.’ ‘Is die wel comfortabel genoeg?’ ‘Je kan er een volwaardig bed van maken. Maar ik val er sowieso bijna elke avond op in slaap tijdens het tv-kijken, dus ja: comfortabel genoeg. Wat zal het heerlijk zijn als ik gewoon kan blijven liggen.’ ‘Je gaat nooit meer een bed willen.’
‘Ik stel voor dat ik mama uit eten neem en dat jij intussen je spullen naar mijn appartement verhuist. Natuurlijk mag je altijd bij mama gaan aankloppen als je iets nodig hebt.’ ‘Maak je geen zorgen, dat komt wel in orde. Ga jij maar gezellig met je moeder op stap.’ ‘Ik weet niet of “gezellig” het juiste woord is, maar ik moet haar in elk geval helemaal opnieuw leren kennen. En dank je.’ ‘Maak je geen zorgen. Hoe meer ik erover nadenk, hoe leuker ik het idee van samenwonen vind.’ ‘Hoi mam, ben je klaar?’ vraag ik als ik weer beneden ben. ‘Ja, hoor’, zegt ze. ‘Ik heb je trouwens proberen te bellen, heb je het niet gezien?’ ‘Oh nee, mijn geluid staat uit als ik werk, en ik had het nog niet opnieuw aangezet. Waarom had je gebeld?’ ‘Oh, er was een man hier. Hij heet Jarne, zei hij.
Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.