Zelfs kinderfilms gaan niet altijd over prinsessen in roze jurken en schattige, sprekende diertjes die rondhuppelen in velden vol bloempjes. Deze prenten joegen ons als kind echt de stuipen op het lijf. Doe deze Halloween eens lekker nostalgisch en sidder en beef, schijtluisjes!
1. De heksen
Die voeten, die handen, de gruwelijke gezichten die schuilgaan achter hun maskers, maar vooral het feit dat ze kinderen haten: de heksen van Roald Dahl deden elk kind angstig om zich heen kijken op straat. Want wat als die kinderhatende kollen nu eens écht bestonden? Brrr.
Oké, de Wicked Witch of the West is de meest clichéheks die je je kan inbeelden, maar haar schelle lach gaat door merg en been. En haar vliegende aapjes zijn allerminst schattig!
Willy Wonka zelf heeft die vreemde blik in zijn ogen en zijn akelig zingend – én akelig oranje – personeel helpt er ook niet aan. Doe ons maar een reep chocolade zónder gouden ticket, dankjewel.
De slechterik, Judge Doom, is met zijn zwarte mantel, zwarte hoed en enge blik dé ultieme griezel. Vooral de scène waarin hij overreden wordt door een bulldozer, heeft ons enkele slapeloze nachten bezorgd. Dank u wel, Disney.
Want het besef dat je hondje kon sterven, was als kind hét akeligste dat je kon horen. Carface, de baas van de hondenmaffia, is dan weer de grootste nachtmerrie van niet-hondenliefhebbers.
Sinds 2003 denken we bij het horen van de naam Nemo onmiddellijk aan een vrolijk oranje visje. Maar voor eighties- en ninetieskinderen is Nemo ook het ondeugende jongetje dat de koning van Nachtmerrieland – de naam alleen al doet ons bibberen – laat ontsnappen. En die kom je liever niet tegen in je dromen.
