‘Ik zie haar nog zo lopen, de eerste dag van het nieuwe studentenjaar. Cliché misschien, maar het was liefde op het eerste gezicht. Toen ik zag dat we dezelfde richting volgden, ben ik met een big smile naar huis gegaan. We werden heel snel studiemaatjes, zodat ik vaak bij haar op kot zat. Haar vriend – ja, die had ze – zat in een andere stad te studeren, ze zagen elkaar alleen in het weekend.
Het was niet mijn bedoeling iets met haar te beginen, echt niet. Maar ik was wél oprecht verliefd op haar. Ze is lief, mooi, grappig en schattig. Op een avond na een cantus heb ik haar licht aangeschoten gekust.
De volgende morgen verwachtte ik dat ze zou zeggen dat ze er spijt van had, dat het door de drank kwam. Maar ze sms’te “Wat een kus...” Sindsdien kussen we vaak, heel vaak. We zijn bijna non-stop samen als ze hier is. In het weekend gaat ze naar huis, naar hem. En dan loop ik een heel weekend verloren.
Soms denk ik aan haar vriend. En dan voel ik me een rotzak. Hij heeft geen idee dat er een ander is. Als ik hem nu tegenkom, slaat mijn hart altijd een slag over. Zou dit de keer zijn dat hij naar me toe komt en op mijn gezicht slaat omdat hij er is achtergekomen? Ik probeer mezelf wel te sussen met de gedachte dat ik niks verkeerd doe – ik ben single – en dat het mijn verantwoordelijkheid niet is.
Ik kan lullen zo veel ik wil, maar uiteindelijk ben ik gewoon een rotzak. En Tine is een bitch dat ze dit mij en haar vriend aandoet. Maar ik ben zo verliefd op haar dat het me allemaal niet kan schelen wanneer ze bij me is.’
Lees ook:
