Iedereen maakt in z’n leven nare dingen mee. Op sociale media wordt er dan al snel met termen als ‘trauma’ en ‘PTSS’ gegooid. Maar wat is dat eigenlijk écht, zo’n posttraumatische stressstoornis? En waarom hoort het niet zomaar een trending labeltje te zijn? Wij gingen te rade bij expert Jos Jazie van het Angstcentrum.
Tekst met dank aan cognitief gedragstherapeut Jos Jazie van Angstcentrum vzw (angstcentrum.be)
Van TikTok-filmpjes tot talkshows: als we het allemaal moeten geloven, zijn we collectief getraumatiseerd. Alleen… is dat ook zo? ‘Trauma’ en ‘PTSS’ lijken bijna containerbegrippen geworden voor alle vormen van stress, verdriet of ongemak, terwijl PTSS in werkelijkheid een ernstige aandoening is, die diepgaande gevolgen kan hebben voor wie ermee kampt. Het probleem met die losjes gebruikte labels? Ze vervagen het onderscheid tussen tijdelijk ongemak (wat natuurlijk ook heel onprettig is) en een klinische stoornis. Daardoor worden mensen met echte PTSS-klachten soms minder serieus genomen, terwijl andere zich onnodig ziek wanen terwijl ze eigenlijk iets heel menselijks meemaken. In een tijd waarin mentale gezondheid eindelijk bespreekbaar is, is dat onderscheid cruciaal. Door elke moeilijke ervaring een trauma te noemen, verliezen we nuance. En dat maakt goede zorg net moeilijker. Daarom keren wij samen met cognitief gedragstherapeut Jos Jazie terug naar de basis. Wat is PTSS écht? Hoe ontstaat het? Wat zijn de signalen? Welke behandelingen werken? Geen TikTok-diagnoses, maar feiten, context en een vleugje hoop.
Een klein stukje geschiedenis
Misschien was geschiedenis niet je lievelingsvak op school, maar probeer Jos toch even te volgen. Dit kleine beetje achtergrond schetst namelijk een belangrijk punt: PTSS is geen label, maar een aandoening met een diagnose die een dokter hoort te stellen. Jos: ‘De term “PTSS” werd in 1980 voor het eerst gebruikt, en wel nadat heel wat Vietnamveteranen gelijkaardige symptomen beschreven. Het waren symptomen die ook werden opgemerkt bij mishandelde vrouwen en slachtoffers van de Holocaust. PTSS werd daarop als angststoornis opgenomen in de DSM-III oftewel de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders III. Het grote handboek van psychische aandoeningen voor psychiaters, zeg maar. Door de jaren heen werd dat handboek geüpdatet. Vandaag zijn we aan editie DSM-5, waarin PTSS niet meer onder de angststoornissen, maar wel onder de noemer “trauma- en stressgerelateerde stoornissen” valt.’
Door elke moeilijke ervaring een trauma te noemen, worden mensen met echte PTSS minder serieus genomen.
Wat is PTSS?
Jos: ‘Zolang we veilig zijn en baas zijn over ons leven, verwacht niemand dat het er in één klap anders kan uitzien. Maar tijdens een traumatische gebeurtenis heb je plots niets meer over je leven te zeggen. Je voelt je dan machteloos, kwetsbaar en bang. Op dat moment voel of denk je misschien helemaal niets. Je bent alleen bezig met zo goed mogelijk te overleven. Achteraf voel je de schok, de angst, de woede, de machteloosheid en de ontreddering. Dat zijn allemaal normale reacties na een trauma. Meestal verdwijnen die gevoelens na een paar weken weer, maar niet altijd. Raken ze na weken of maanden nog niet verwerkt, dan kan iemand op den duur ernstige PTSS-klachten ontwikkelen, waardoor die niet meer gewoon kan leven. De definitie van PTSS zit dan ook in de naam zelf: ‘post’ (= na), ‘traumatisch’ (= de schokkende gebeurtenis), ‘stress’ (= onrust) en ‘stoornis’ (= een of meerdere psychische klachten die het dagelijks functioneren belemmeren).’
Ook een gebeurtenis die “minder zwaar” lijkt, kan diepe sporen achterlaten. Ieders ervaring is uniek, en jouw gevoel telt altijd.
Niet alleen oorlogsveteranen
Dat er vandaag te losjes met termen als ‘trauma’ of ‘PTSS’ wordt omgegaan, helpt dus niet. Maar dat wil niet zeggen dat enkel oorlogstrauma’s PTSS kunnen veroorzaken. Jos legt uit dat het soort gebeurtenis en de ernst, duur en impact ervan vaak bepalend zijn. ‘Schokkende ervaringen die je in je eentje meemaakt, zoals een verkrachting, blijken vaak moeilijker te verwerken dan die waarbij veel mensen betrokken zijn, zoals een vliegramp. Ook maakt het uit of iets één keer of vaker plaatsvond. Ervaringen die vaker voorkomen of langdurig zijn, zoals mishandeling, pesterijen of oorlogservaringen, zijn vaak extra zwaar. Toch is het belangrijk om te weten dat het geen rekensommetje is. Ook een gebeurtenis die “minder zwaar” lijkt, kan toch diepe sporen nalaten. Het betekent niet dat jouw klachten minder echt of ernstig zijn. Ieders ervaring is uniek, en jouw gevoel telt altijd.’
Waarom de ene wel en de andere niet?
Veel mensen maken tijdens hun leven iets naars mee of zijn er getuige van, maar niet iedereen ontwikkelt PTSS. Waarom de ene wel en de andere niet? Jos legt uit: ‘Het idee dat het trauma zelf de oorzaak van PTSS is, is niet helemaal juist. Daarom spreken we eerder van het trauma als aanleiding dan als oorzaak. Stel: twee mensen zijn betrokken bij een hevig verkeersongeluk. De een is kortdurend in shock, de ander ontwikkelt na enkele maanden PTSS. Beiden hebben hetzelfde meegemaakt, maar het gevolg is anders. Als het auto-ongeval de oorzaak zou zijn, zouden beiden PTSS ontwikkelen. Het auto-ongeluk is dus wel de aanleiding, maar de oorzaak van het PTSS schuilt in hoe men achteraf cognitief met het trauma omgaat, oftewel: of die persoon de gebeurtenis verwerkt krijgt en een plaats leert te geven of niet.’
Verwerken, een plaats geven en loslaten
De dingen verwerken, een plaats geven en loslaten: het klinkt makkelijker gezegd dan gedaan. En voor mensen die PTSS ontwikkelen, is het dat dus ook. Maar wat wordt er eigenlijk mee bedoeld? Jos: ‘Het woord “verwerken” bestaat uit twee deelwoorden: “ver” en “werken”. Oftewel: eraan “werken” om er “verder” afstand van te leren nemen. Dat “eraan werken” dient dan vooral mentaal te gebeuren. In je denkproces, dus. Iemand met PTSS is in gedachten te veel met het trauma bezig, zowel bewust als onderbewust. Dat denken is zo overheersend dat het disfunctioneel wordt. Het moet dus worden omgebogen in denkpatronen die je wél dienen.’ Daarnaast blijkt ook het trauma een plaats geven heel belangrijk. Maar over welke plaats hebben we het dan? En waar vind je die? Jos gaat verder: ‘Bij iemand met PTSS zit het trauma verankerd in het geheugen. Daardoor kan je bijna niet anders dan er steeds aan terugdenken. Omdat onze gedachten de bron zijn van allerlei gevoelens, ga je die nare gebeurtenis ook steeds herbeleven. Althans, dat is de korte en simpele uitleg. In werkelijkheid is het natuurlijk een complex gebeuren tussen de aanleidende feiten, onze gedachten daarover, de beleving van onze emoties en het gedrag dat daarop volgt. Om iets een nieuwe, mildere plaats te kunnen geven, is het zaak om die verankerde herinnering weer “los” te maken en er anders over te leren denken. Dat klinkt simpel, maar in de praktijk vraagt het veel gemotiveerde inzet, oefening en inspanning.’
Andere zaken die meespelen zijn...
De opvang achteraf.
De opvang na een trauma is erg belangrijk. Heb je veel steun gekregen van je omgeving? Was er ruimte om erover te praten? Had je het gevoel dat mensen je begrepen? Hoe beter de opvang, hoe beter dat kan helpen bij de verwerking. Maar ook hier geldt: zelfs met goede steun kan je nog steeds flink last hebben, en dat is heel normaal.
Je persoonlijkheid.
Mensen die goed over hun gevoelens kunnen praten, lopen minder kans op PTSS dan mensen die gesloten en sociaal geremd zijn. Ook mensen met een optimistische instelling verwerken makkelijker dan pessimisten. Dat geldt ook voor mensen die makkelijk steun kunnen accepteren. Het helpt ook als je kan accepteren dat je je na een schokkende gebeurtenis een paar weken angstig en somber voelt.
Hoe je erop terugkijkt.
De betekenis die een gebeurtenis voor je krijgt, heeft invloed op je verwerking. Sommige mensen ervaren hun leven nadien als extra waardevol of voelen dankbaarheid dat het niet nog erger is afgelopen. Zulke gedachten kunnen helpen. Andere gedachten kunnen het juist zwaarder maken, bijvoorbeeld als je gelooft dat nare dingen altijd jou overkomen. Ook dat is natuurlijk een heel menselijke reactie en niets om je voor te schamen
Lees ook: