Als je baby blijft huilen, ondanks alles, komt er een moment waarop je als ouder meehuilt. Door de wanhoop, het schuldgevoel, het slaaptekort. Tien mama’s getuigen open over hun huilbaby en hoe dat een impact had op hun leven en mentale gezondheid.
Hella:
‘Na zeven weken non-stop huilen dacht ik echt: ik ben kapot. De vroedvrouw, de pediater, de osteopaat, niemand kon het gehuil laten stoppen. Toen mijn man weer fulltime ging werken, brak ik. Op een bepaald moment stond ik met haar in mijn armen boven aan de trap. Bewegen lukte niet meer en ik dacht alleen maar: wat als ik haar nu van de trap laat vallen… Ik schaam me zo hard om die gedachte, maar ze was er wel degelijk. En ze heeft er gelukkig voor gezorgd dat ik hulp zocht, niet alleen voor mijn dochtertje, maar ook voor mijzelf. Ik moest ondersteund worden om haar verder te kunnen ondersteunen. Mijn dochter stopte pas met huilen na een halfjaar, toen we uiteindelijk toch ontdekten dat ze verborgen reflux had. Pas toen voelde ik me geen monster meer, maar gewoon: een moeder met een kind dat pijn had.’
Lisette:
‘We zorgden in shifts, mijn vrouw en ik; vier uur voor haar, dan vier uur voor mij. We waren uitgeput en verdrietig. En kwaad… Op elkaar en op onze zoon. Dat was misschien nog het ergste: het gevoel dat we hem alles kwalijk namen, terwijl hij er niets aan kon doen.’
Shauni:
‘Elke keer als ze begon te huilen, voelde ik me gefaald. Ik was ervan overtuigd dat het aan mij lag, want ik zag toch al die andere moeders lachen op Instagram? Waarom was ik dan altijd samen aan het huilen met mijn baby? Ik dacht echt dat ik de grootste fout van mijn leven had gemaakt door mama te worden.’
Meryem:
‘Mijn zoontje huilt al vanaf dag één. Urenlang. Elke dag. We zitten nu in week vier en er is nog niets veranderd. Ik eet geen koemelkproducten meer uit angst dat hij een intolerantie heeft, maar dat heeft niet veel effect. Ik merk ook dat ik voorlopig niet serieus word genomen door mijn omgeving. Zij zeggen dat het er wel zal uit groeien en dat het erbij hoort. Het is zogezegd normaal; alle baby’s huilen. Maar huilen alle baby’s echt zó veel? Dat geloof ik niet…’
Zita:
‘Mijn dochter huilde maandenlang elke avond van zes uur tot middernacht. We probeerden alles: dragen, wandelen, osteopathie, rust creëren... Niks hielp echt. Het slopende was dat er geen pauzes waren. Je leeft op adrenaline en schuldgevoel. Ondertussen is ze één jaar, en ik durf het bijna niet te zeggen, maar ze lijkt rustiger te worden. Maar zelfs nu kan ik niet meer slapen. Het is alsof mijn lijf nog steeds in de overlevingsstand staat.’
Charlotte:
‘Het was te veel. Ik wist dat mijn zoontje me nodig had, maar ik voelde hoe ik tegen mijn grenzen aan zat. Soms legde ik hem weg in zijn bedje en liet ik hem een kwartier krijsen. Dan ging ik met oordoppen in mijn oren in de badkamer zitten, gewoon om even adem te halen. Ik voelde me dan een vreselijke moeder, maar dat kwartier maakte wel het verschil tussen breken of nog net doorgaan, dus het moest. Mijn huisarts steunde me daarin door te zeggen dat ik daarmee deed wat ik moest doen. Het is vreselijk, maar ik begrijp echt dat sommige ouders zo moedeloos worden dat ze hun baby iets aandoen…’
Karo:
‘Sinds haar eerste krijs stond alles in het teken van ons dochtertje, ook en vooral ikzelf. Het heeft heel lang geduurd voordat haar gehuil minderde, en het heeft nog langer geduurd voor ik mezelf eindelijk terugvond. Ik merkte dat ik niet alleen uitgeput was, ik was ook totaal vervreemd van wie ik was. Met een huilbaby had alles zo lang gedraaid om overleven dat ik niet goed meer wist hoe ik moest leven.’
Esri:
‘We zagen alle mogelijke hulpverleners, maar niemand vond de oorzaak. Mijn man trekt zich terug, ik voel me alleen. We slapen amper. ’s Nachts, urenlang met die huilende baby bij me, krijg ik donkere gedachten. Pas onlangs gebruikte een vroedvrouw het woord “huilbaby”. Ik begon toen zelf te huilen. Alleen al het besef dat dit een naam heeft, dat ik niet gek ben… Het voelt als de eerste stap naar herstel.’
Tilde:
‘Mijn vriend en ik wisten niet meer hoe we met elkaar moesten praten. We waren beiden moe, gespannen en gefrustreerd. Onze dochter huilde elke dag tot diep in de nacht, en we konden haar niet troosten. Hij vond dat ik overdramatiseerde, ik vond dat hij zich afzijdig hield. Alles werd een trigger voor de zoveelste huilbui: het flesje, het bad, het slapen... Nu, twee jaar later, kan ze soms nog steeds ontroostbaar zijn, maar is ze geen huilkindje meer. Het valt ons nu wel op dat ze extreem gevoelig is voor prikkels. Was dat de oorzaak? Konden we daar iets aan doen? Pas nu praten mijn vriend en ik weer en kunnen we toegeven dat we er samen bijna niet doorheen kwamen door de druk op onze relatie, de finan-ciële impact en de sociale isolatie. We zijn echt door het donker gegaan, dus het lichtje dat nu weer schijnt, wil ik nooit meer uit zien gaan.’
Lia:
‘Mijn zoontje was gewenst, gehoopt, graag gezien… en hij huilde. Altijd. Ik liep dagenlang rond met een krijsende baby, en tijdens een wandeling in het park overwoog ik om hem daar gewoon achter te laten. Iemand anders mocht voor hem zorgen, want ik kon het niet meer… Ik voelde gewoon niks meer. Geen connectie, geen vreugde. Alleen zorgen, geluid en uitputting. Ik zag mijn eigen kind níét graag en durfde dat tegen niemand te zeggen. Tijdens een consultatie voor mijn zoontje checkte de huisarts míj en gaf die me een folder over postnatale depressie. Pas toen begon ik te begrijpen dat ik geen slechte moeder ben, maar dat het gewoon heel erg veel is.’
Lees ook: