Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
gevlucht
© Christina Chauskin via Unsplash

Zij en haar familie zijn meer dan zes jaar geleden naar België gevlucht, maar wachten nog steeds op een verblijfsvergunning.

Nara*(24) vluchtte uit Congo: ‘Als de situatie daar beter was, waren we gebleven, we wílden helemaal niet vertrekken’

Evi Van Houdt

We streven allemaal onze dromen na. Maar wat als je droomt van een betere en veiligere toekomst in een ander land, maar dat land je geen papieren geeft? Nara* (24) vluchtte enkele jaren geleden uit het woelige Congo, maar wilde dat helemaal niet. Hier wacht ze nog steeds in angst op een verblijfsvergunning.

‘In Congo-Kinshasa ging ik naar school en woonde ik bij mijn mama en zus. Papa was nooit thuis, hij was militair. Zelden zag ik hem. Mama droeg zorg voor ons, deed de was en de plas en zorgde dat er eten op tafel kwam. Intussen heb ik al jaren geen contact meer met papa.

Mijn leven met mama, mijn broer en mijn zus binnenshuis was goed, het was de veiligheid in de straten die zo zorgwekkend was. Wandelde ik door onze buurt, dan zag ik meer militairen dan politieagenten en ze hadden ook veel meer macht. Ze misbruikten die ook.

Zag ik een militair in de straat, dan moest ik me verstoppen. Want kregen ze me te pakken, dan was ik gegarandeerd mijn telefoon, mijn portefeuille en de rest van mijn handtas kwijt.

Zag ik een militair in de straat, dan moest ik me verstoppen. Want kregen ze me te pakken, dan was ik gegarandeerd mijn telefoon, mijn portefeuille en de rest van mijn handtas kwijt. En dan had ik nog geluk... Soms gingen ze veel verder dan dat. Hier kan je de politie en het leger vertrouwen, maar daar kon dat helemaal niet.

In mijn eentje naar huis gaan, kon dus niet, dat was te gevaarlijk. Was ik buiten, dan was ik bang, al was het voor een wandeling naar een vriendin drie straten verder. Uiteindelijk had mama genoeg van die wantoestanden, van de onzekerheid en van de angst. Ze was ook niet langer veilig door de politieke situatie in Congo en haar huwelijk met een militair. Uiteindelijk vluchtte ze naar België, samen met mij, mijn broer en zus.’

Studeren zonder papieren

‘Mijn middelbare studies maakte ik hier af. En hoewel ik graag wilde verder studeren, besloot ik toch werk te zoeken. Studeren kan hier immers niet zonder papieren. Maar ik kon nergens aan de slag. Werkgevers staan niet te springen om een illegaal aan te nemen.

Werkgevers staan niet te springen om een illegaal aan te nemen.

Dus vulde ik mijn dagen met babysitten, waar ik een klein centje mee verdien. Dat doe ik nog steeds, want ik wil niet bij de pakken blijven zitten. Uiteindelijk vond ik enkele jaren geleden een hogeschool waar ik, ondanks het feit dat ik geen papieren heb, tóch kon en mocht studeren. Dat ik er elke dag bijna vier uur voor op de trein zit, maakte me niet uit. Ik kan studeren! Sindsdien volg ik buitenlandse handel.’

Flesje cola om recht te blijven

‘Mijn vriendinnen weten niet dat ik het zo moeilijk heb, ze kennen mijn situatie ook niet helemaal. Voor hen ben ik de vrolijke Nara*. Ze weten niet dat ik honger had, dat ik soms overleefde op één flesje cola per dag. Een flesje dat ik altijd bij me had, voor het geval ik me flauw voel.

Mijn vriendinnen wisten niet dat ik honger had, dat ik soms overleefde op één flesje cola per dag.

Het is soms de enige manier om energie te hebben en te kunnen opletten tijdens de lessen. Honger hebben en studeren, dat gaat niet samen. Honger is nefast voor mijn concentratievermogen. Maar ik zette door. De kleren die ik draag komen stuk voor stuk van hulporganisaties. Het geld dat ik verdien met babysitten spaar ik voor mijn studies, voor eten, om mijn mama te helpen mijn jongere broer en zus op te voeden.’

Uit op geld

‘Over de advocaten die ons de afgelopen jaren hebben geholpen, kan ik weinig goeds zeggen. Ondanks mijn aandringen, besloot mama het allereerste gesprek met de Belgische autoriteiten zonder mij te voeren. Ze wilde vriendelijk zijn, beleefd, en verzweeg daardoor hoe moeilijk onze situatie in Congo was toen we er wegvluchtten. Ze verzweeg dat ze voor haar leven vreesde.

Onze eerste advocaat vertelde mama zelfs dat ze loog. Dat ze hier was om te profiteren, dat ze alleen maar geld wilde.

Net daarom wilde ik haar vergezellen, maar dat wilde ze niet. Daar heb ik nu spijt van. Onze eerste advocaat vertelde mama zelfs dat ze loog. Dat ze hier was om te profiteren, dat ze alleen maar geld wilde. En die man moest mama verdedigen? Die moest zorgen dat zij en haar kinderen in België konden blijven? Dat kan toch niet?

Ook de advocaten die we daarna kregen, waren vaak onvoorbereid en namen hun job niet ter harte. Ze denken dat de situatie in Congo goed is. Maar dat is ze niet. Sinds we er vertrokken, is alles zelfs nog erger geworden. Maar dat begrijpen ze niet, of misschien wíllen ze dat niet begrijpen, ik weet het niet. Maar we kunnen niet zonder advocaat: ze zijn de enigen die de wetgeving zo goed kennen.’

Paspoortcontrole

‘Op de trein kreeg ik al twee keer controle. Telkens zei ik dat ik mijn paspoort vergeten was. “Dat moet je altijd bij je hebben”, zei de agent de eerste keer. “Ik weet het, mompelde ik, en ik gaf hem mijn studentenkaart. Dat is mijn redding geweest, dat ik mijn studentenkaart kon tonen. Gelukkig bleef ik ijzig kalm, waardoor hij geen onraad kon ruiken.

Die angst waarin we leven is echt verschrikkelijk.

Aan de buitenkant hou ik me altijd sterk, maar vanbinnen ga ik soms kapot. Die angst waarin we leven is echt verschrikkelijk. Ook mijn studies hebben daar al onder geleden. Zowel tijdens mijn januari- als tijdens mijn juni-examens was de situatie heel moeilijk. De procedure om hier te blijven loopt volop, en twee keer kregen we negatief advies midden in mijn examenperiode. Geen wonder dat ik herexamens had. Maar ik zal mijn diploma halen, daar ben ik zeker van.’

Steentje bijdragen

‘Geen van ons heeft dit gewild. Was de situatie beter geweest in ons thuisland, dan waren we gebleven – zonder twijfel. Ik had mijn middelbare studies er bijna afgerond, was klaar om naar de unief te gaan. We wílden helemaal niet vertrekken. Maar als je leven op het spel staat en je dag in dag uit wordt bedreigd, dan kan je dat niet volhouden.

Was de situatie beter geweest in ons thuisland, dan waren we gebleven – zonder twijfel. We wílden helemaal niet vertrekken. Maar als je leven op het spel staat en je dag in dag uit wordt bedreigd, dan kan je dat niet volhouden.

Mijn vriendinnen hier schrikken als er boven onze school helikopters vliegen. Ik niet, voor mij is dat normaal. Ik merk ze soms niet eens op. Tuurlijk mis ik mijn leven in Congo. Mijn vriendinnen, mijn buurt, mijn leven ginder op goeie dagen. Maar nu wil ik hier mijn leven opbouwen, niet langer afhankelijk zijn van anderen, een gezin stichten, een carrière opbouwen en reizen.

Wij willen ons steentje bijdragen aan de maatschappij hier, hard werken, anderen helpen.

Ik begrijp dat België geen papieren kan geven aan iedereen, en al zeker niet aan criminelen. Maar wij zijn geen criminelen. Wij willen ons steentje bijdragen aan de maatschappij hier, hard werken, anderen helpen. Dat is toch niet zoveel gevraagd?’

*Nara is een schuilnaam.

Tekst: Lies Van Kelst

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '