
'Daar lag je dan. Tegen leukemie én voor je leven te vechten in een veel te klein ziekenhuisbed. Ik stond erbij en keek ernaar, net zoals nu.'
CORONABRIEVEN: ‘Ik mis je vriendschap, dat is wat heel deze periode mij geleerd heeft’
We moeten momenteel allemaal wel iémand missen en kijken meer dan ooit op naar wie zich nu inzet voor anderen. Omdat ook onze redactrices graag iemand in de bloemetjes willen zetten, schreven ze een brief aan de vriendin die ze uit het oog verloren, hun mama waar ze nu nóg meer naar opkijken en hun jarige zus waar ze voor het eerst in 30 jaar niet mee kunnen vieren.
Lieve Eva,
We waren als Bassie en Adriaan, Jip en Janneke en Thelma en Louise. Eva en Jolien, een onoverwinnelijk duo dat élke speelplaats, fuifzaal en winkelstraat onveilig maakte. Tot dat vieze K-woord onze, en vooral jouw, wereld exact vijf jaar geleden volledig op z’n kop zette. En hoewel we de laatste jaren een beetje uit elkaar gegroeid zijn, denk ik nu extra veel aan jou, lieve Eva.
Man, we worden oud. We kennen elkaar al meer dan 15 jaar (!) en zijn goed op weg om wel degelijk best friends forever (of in ons jargon: for Evaaaaaa) te worden. En neen, we dansen op woensdagnamiddag niet meer op One Direction, kwijlen niet meer bij de posters van Cody Simpson en sturen elkaar al lang niet meer op dagelijkse basis minstens 300 emoji’s en memes. Maar dat neemt niet weg dat ik in deze gekke periode niet meer aan jou denk. Toen ik je vorige week een berichtje stuurde om te vragen hoe het met je ging, hakte jouw antwoord er hard in. ‘Ik zit in de put’, schreef je. En als jij in de put zit, dan is er iets serieus mis. En misschien is dat mijn fout. Ik stond niet klaar om je op te vangen.
Daar lag je dan. Tegen leukemie én voor je leven te vechten in een ziekenhuisbed dat veel te kort was voor je lange benen.
Niets of niemand kon ons verslaan, of dat dachten we toch. Je was mijn beste en vooral grootste (1m94, no kidding) vriendin, ik jouw tweede, jongere mama. Samen konden we de wereld aan. We zouden op wereldreis gaan, voor eeuwig happy single (en kinderloos) blijven en een leven lang feesten. En ja, ik moest je regelmatig op de vingers tikken omdat je soms misschien iéts (of zeg maar veel) te veel dronk, niet altijd even veilig naar school fietste en verdomd onhandig kon/kan zijn. Ik deed dat met veel plezier, tot dat op een dag plots niet meer kon.
Ik schaamde mij diep. Niet alleen omdat ik machteloos toekeek hoe jouw leven aan een zijden draadje hing, maar ook omdat ik als kind stiekem jaloers op jou was. Niet – oké, ja toch een beetje – op jouw onverschrokkenheid of intelligentie, maar wel op hoe gelukkig je was. Op het feit dat je een mama én een papa had. Dat je vrolijk en zonder enige tegenslag door het leven dartelde. En daar lag je dan. Tegen leukemie én voor je leven te vechten in een ziekenhuisbed dat veel te kort was voor je lange benen. Ik stond erbij en keek ernaar. Je weet, ik ben nooit een open boek geweest. Hoe ik mij voelde, durfde ik jou niet te vertellen, dus schreef ik het neer. Op een kaartje, in een dagboek en – o ironie – in een (zelfgemaakt) tijdschrift.
Ik mis je vriendschap, dat is wat heel deze periode mij heeft geleerd. Ik laat je na de quarantaine dan ook nooit meer los.
Je genas en ik week geen seconde van je ziekenhuisbed. Intussen werden we ouder (maar nog steeds niet wijzer), volwassener en stonden we op het punt om af te studeren. We veranderden. En groeiden tijdens je revalidatie steeds verder uit elkaar. Jij wilde, pijn of niet, álles uit het leven halen en ik kropte mijn gevoelens en eigen probleempjes op omdat ik het je zó hard gunde om weer gelukkig door het leven te dartelen. Elke mama moet haar kind op een gegeven moment loslaten en dat was bij mij ook het geval, maar dat wil niet zeggen dat ik nu minder aan je denk. Integendeel.
Ik wéét dat je ‘t nu ongelooflijk moeilijk hebt. Dat je ook dit jaar heel graag centjes wilde inzamelen voor Kom op tegen Kanker, je Erasmus op eigen houtje wilde afronden om aan te tonen dat je weer zelfstandig bent, dat je wilde daten tegen de sterren op en dat je nu thuis weer net iets te veel stilstaat bij wat je nu – nog maar eens – allemaal moet missen. Ik ken je al veel te lang om te beseffen dat je nu thuis de muren oploopt. Dat je zit te malen over de voorbije vijf jaar. En het doet verdomd veel pijn dat ik niet bij jou kan zijn. Dat ik je niet kan troosten met een dikke knuffel, liedje van Hot Chelle Rae of bord macaroni.
Daarom schrijf ik je nu – alweer – een brief. Ik begin met waar het ooit allemaal begon: een brief naar mijn pennenvriendin. Ik besef nu meer dan ooit dat ik je mis. En nog geen klein beetje. Ik mis onze ridicule inside jokes (lees: EJ detectivebureau), nachtelijke gesprekken en geschreeuw op Blink-182. Ik mis je vriendschap, dat is wat heel deze periode mij heeft geleerd. Ik laat je na de quarantaine nooit meer los, mama of niet. En zoals een van onze lijfliedjes het zo mooi verwoordt: We’re forever unstoppable!
Liefs,
Jols x
PS Sorry voor de foto’s. ?
Wil je zelf iemand raken met woorden? Dat kan dankzij onze unieke quarantaineberichtjes!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier