Wim Opbrouck (56) is de host van het gloednieuwe seizoen van ‘Mijn Restaurant’. ‘Er komt bij dit soort programma’s ook een deel drama kijken, want er staat véél op het spel. Die entertainmentwaarde bovenop het feit dat we allemaal houden van lekker eten, is hét perfecte recept voor een goede show’, vertelt hij.
Het iconische programma ‘Mijn Restaurant’ is na veertien (!) jaar terug. Maarten (23) en Jonas (24) in Antwerpen, Alessio (30) en Olivier (33) in Genk, Lauranne (28) en Ruslan (28) in Gent en Charlotte (26) en Aristide (30) in Kortrijk strijden om de felbegeerde hoofdprijs: 40.000 euro en een jaar lang coaching door Horeca Vlaanderen! Ze doen dat onder begeleiding én het kritische oog van Marc Coucke, Marcelo Ballardin, Shannah Zeebroek en Sarah Renson. De host van dienst is niemand minder dan Wim Opbrouck. ‘Ik was vroeger fan van het programma’, vertelt Wim. ‘Het is ook een arena die me niet vreemd is. Ik ben vaak op tournee, en dan ben ik gedwongen om ’s middags een restaurant te zoeken om iets te gaan eten.’
Zei je meteen ja op de vraag om het programma te hosten?
‘Ik had nog een klein duwtje in de rug nodig. Ik hou namelijk van kookprogramma’s waarvan ik iets kan leren en dat was in de beginjaren van “Mijn Restaurant” misschien iets minder het geval. Iemand die nog nooit voor een kookfornuis stond, kon bij wijze van spreken meedoen. Dit keer is het een schitterende jury én de kandidaten hebben ervaring in de horeca of zijn er enorm door gepassioneerd. De lat ligt hoog!’
Kijk je zelf graag naar programma’s die draaien rond koken?
‘Zeker! Ik hou er enorm van. Het is ook een genre dat populair blijft. Ze zeiden op een gegeven moment dat er té veel kookprogramma’s waren. Maar het is onze cultuur en Belgen zijn bourgondiërs. Zo kijk ik nog bijna elke dag naar “Dagelijkse kost” van Jeroen Meus, die een goede vriend van mij is. Ik eet ook ontzettend graag, en of dat nu in een sterrenrestaurant is of tijdens de middag in een kantine op een filmset: ik neem daar graag mijn tijd voor zodat ik ervan kan genieten.’
Ik eet ontzettend graag, en of dat nu in een sterrenrestaurant is of tijdens de middag in een kantine op een filmset: ik neem daar graag mijn tijd voor zodat ik ervan kan genieten.
Waarom zijn kookprogramma’s volgens jou zo populair?
‘Het zit in ons bourgondische DNA. Samen tafelen is deel van onze cultuur. Zelfs in moeilijke tijden kunnen ze ons dat niet afpakken en zie je dat mensen toch graag uit eten blijven gaan. Er komt bij dit soort programma’s ook een deel drama kijken, want er staat véél op het spel. Die entertainmentwaarde bovenop het feit dat we allemaal houden van lekker eten, is hét perfecte recept voor een goede show!’
Kook je zelf graag?
‘Enorm! Mijn boekenkast thuis bestaat voor het grootste deel uit kookboeken. Ik zou chef-kok geworden zijn als ik geen acteur was. Al zag ik gaandeweg wel bij vrienden die ik dat vak zitten dat het enorm zwaar is! Dat is elke dag Champions League spelen.’
Droomde je er zelf ooit van om een eigen restaurant te runnen?
‘Ik kook heel graag, maar zodra ik iets moet klaarmaken voor tien mensen of meer, krijg ik een milde vorm van stress. Mijn vrouw vroeg onlangs om voor de verjaardag van onze kleindochter havermoutpannenkoeken te bakken. Ik heb dat al honderd keer gedaan, maar omdat ik er plots voor twintig man moest maken, sloeg ik helemaal op tilt. Het is uiteindelijk gelukt, maar ik stond echt op het punt om gewoon een taart te gaan kopen (lacht). Ik ben misschien liever maître d’hôtel, dat komt dichter in de buurt van theater. Een gastheer of -vrouw moet vriendelijk blijven tegen de klanten, ook al heeft die barstende hoofdpijn of een keislechte dag.’
Ik kook heel graag, maar zodra ik iets moet klaarmaken voor tien mensen of meer, krijg ik een milde vorm van stress.
Is er eigenlijk iets wat jij niet lust?
‘Paprika! De enige manier waarop ik dat wel eet, is als de schil eraf is en hij gebrand is. Maar rauwe paprika in een gerecht vind ik een misdaad.’
Waarmee kunnen restaurants net wel punten scoren bij jou?
‘De klassiekers, maar met een moderne twist.’
Wat is jouw grootste tip voor mensen die een restaurant uit de grond willen stampen?
‘Ondanks alles wat er gebeurt toch blijven doorgaan en een oplossing zoeken. Niet bij de pakken blijven neerzitten. Er komt heel veel bij kijken, dus probeer niet te blokkeren op onvoorziene omstandigheden zoals de ijskast die plots niet meer werkt of een van je ingrediënten dat niet geleverd is. Mijn tip is om dus te blijven improviseren.’
Wat is dan weer de grootste fout die ze kunnen maken?
‘Verloren lopen in de chaos. Koppig blijven vasthouden aan een aantal principes kan je ook de das omdoen. Als iemand een cola zero bestelt bij een stuk vlees waarbij een lekkere wijn veel beter zou passen, dan moet je de wens van de klant respecteren en niet jouw mening opdringen.’
Ik ben iemand bij wie mensen zich snel op hun gemak voelen. Ook als de camera’s niet meer draaien, blijf ik met hen babbelen, want ik ben oprecht begaan met hen en ik wil dat elk duo slaagt.
Jij bent de host, wat houdt dat in?
‘Er staat hier natuurlijk meer op het spel dan in bijvoorbeeld “Bake Off Vlaanderen”, waardoor mijn rol ook iets serieuzer is. Ik ben meer een soort coach. Maar ik zou mezelf niet zijn als ik niet af en toe een mopje maakte om de druk van de ketel te halen. Ik reis tussen de verschillende steden om de duo’s te gaan bezoeken, dus voor mij is het een soort “Vlaanderen Vakantieland”. Al spreek ik ook veel boodschappen online in, want anders zou ik eindeloos in de file staan!’
Een beetje zelfstoef mag, dus wat maakt jou de ideale host?
‘Ik heb veel liefde en respect voor het vak. Ik heb zelf ervaring met koken. En ik ben iemand bij wie mensen zich wel snel op hun gemak voelen. Ook als de camera’s niet meer draaien, blijf ik met hen babbelen, want ik ben oprecht begaan met hen en ik wil dat elk duo slaagt. De duo’s zullen af en toe serieus op hun bakkes gaan en ze moeten kunnen omgaan met kritiek. Feedback komt soms hard binnen. Maar ze moeten ernaar luisteren en er iets mee doen. Dat zal niet altijd makkelijk zijn, maar het zijn toppers, dus ik zie dat wel goed komen. En ze kunnen altijd ventileren bij mij.’
Jij bent in tegenstelling tot de jury neutraal, is het moeilijk om geen favoriet te hebben?
‘Ik ben fan van alle vier de duo’s, echt waar. Ik herken me ook in hen, want ik weet wat het is om een theatervoorstelling van nul uit de grond te stampen. Je kan dat wat vergelijken met een restaurant, want je moet ook alles doen, van de crew managen tot de kosten beheren. Bij hen is het ook meer dan alleen maar koken, ze moeten een echt bedrijf runnen.’
Tot slot: waarom moeten we dit seizoen zeker kijken naar ‘Mijn Restaurant’?
‘De tijden zijn veranderd, dus het is echt interessant om van op de eerste rij mee te volgen hoe de duo’s het dit keer aanpakken. Ik hoop alleszins dat er een topper uitkomt!’
‘Mijn Restaurant’ zie je elke dinsdag en donderdag om 20u40 op VTM en via VTM GO.
Lees ook:
 
		 
    
     
		 
		 
		 
		 
		 
		 
		 
		 
		 
		 
		 
		 
		