Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Ik was een week oud. Van mijn zus was geen spoor te bekennen. Die zat op café een paar straten verderop.'

Olivia (23) ontdekte dat haar zus eigenlijk haar mama is

Olivia (23) groeide op in een warm nest. Maar dan vertellen haar ouders dat ze niet haar echte ouders zijn. Ze zijn haar grootouders. Haar drugsverslaafde ‘zus’ liet haar in de steek toen ze een week oud was.


 



‘Zet de tv even uit, we moeten praten.’ De toon van papa’s stem was ernstig. Ik was elf, en zat te kijken naar ‘Het Geslacht De Pauw’. Mama zat naast me en begon te huilen. ‘We zijn niet je echte ouders, Olivia. Mama en ik hebben je geadopteerd.’ Ik slikte, begreep niet goed wat er aan de hand was. Maar dat was nog niet alles. Er volgde nog meer. ‘Je zus is eigenlijk je mama. Wij zijn je grootouders.’ Mama begon me meteen te knuffelen. Ergens wist ik al langer dat er iets niet klopte, want mama had op haar veertigste haar baarmoeder en eierstokken laten verwijderen. Ze kón niet meer zwanger zijn geweest van mij. Maar op mijn elfde stelde ik me daar geen vragen bij. Ook het kaartje dat ik ooit vond waarop ik de familienaam van mijn zus droeg – mijn zus en broer komen uit het eerste huwelijk van mijn mama – had me niet doen beseffen wat er aan de hand was. In plaats daarvan had ik het kaartje snel weggestopt, want ik had het gevonden op een plek waar ik niet mocht zijn.

Daar lag ik, helemaal alleen in de flat, te schreeuwen. Ik was een week oud. Mijn zus zat in een of ander café.

Drugsverslaafd


Mijn zus was op haar twintigste zwaar drugsverslaafd en het contact met mijn ouders liep al lange tijd moeilijk. Omdat het beter was voor mijn mama, papa en broer was ze thuis vertrokken. Tot mama en papa op een dag telefoon kregen van de huisbaas van mijn zus. Of hij de deur mocht openbreken, want er lag al urenlang een baby te huilen in het appartement. Met de politie aan zijn zij, ging hij een kijkje nemen. Daar lag ik, helemaal alleen, te schreeuwen. Ik was een week oud. Van mijn zus was geen spoor te bekennen. Die zat op café een paar straten verderop.

Mama en papa hebben niet lang getwijfeld en besloten me te adopteren. Mijn zus ondertekende een papier waarin ze haar rechten als moeder afstond en sinds die dag zijn ze officieel mijn ouders. Een andere mama heb ik nooit gemist, want mijn ouders hebben me altijd omringd met liefde. Ik heb een fijne kindertijd gehad, kreeg altijd alles waar ik van droomde, en kwam nooit iets tekort. Maar net daar wringt ook een beetje het schoentje. Net omdat ik alles zonder enige moeite kreeg – vaak vróég ik er niet eens zelf om – had en heb ik soms het gevoel dat mama mijn liefde wilde kopen. Dat ze het koste wat het kost iets wil ‘goedmaken’ terwijl er in mijn ogen helemaal niets goed te maken valt. Mama is er altijd voor me geweest, papa heeft me overal in gesteund. Ze hebben me alles gegeven wat ik nodig had. Ik kan hen alleen maar dankbaar zijn.

Papa onbekend


Wie mijn biologische papa is, weet ik niet. Eén keer vond ik de moed om aan mama te vragen wie hij is. Maar omdat ze hard begon te huilen en me smeekte hen niet in de steek te laten, durfde ik er niet verder op in te gaan. Ze gaf me het gevoel dat ik ondankbaar was en dat wilde ik niet. Ook mijn zus wil me niets vertellen. Een paar jaar geleden stuurde ik daarom een mailtje naar een advocaat, ik wilde weten wat mijn rechten zijn als kind. Maar hij wilde me liever face to face zien, en dat durfde ik niet. Ik was nog maar zestien, een snotaap, wat zou ik bij een advocaat zitten doen? Sindsdien heb ik het onderwerp niet meer durven aan te kaarten. Het enige wat ik weet, is dat mijn zus samenwoonde met een man toen ze zwanger was van mij, maar ze was toen zo labiel dat het niet eens zeker is dat hij mijn vader is. Toch wil en kan ik het niet loslaten. Er zijn gewoon dingen die ik wil weten, hele kleine, stomme details: van wie heb ik mijn ogen, mijn haar, mijn neus? Welke karaktertrek kreeg ik van hem mee? Meer hoef ik niet te weten. Ik hoef geen geld of liefde, wil geen hechte vader-dochterband opbouwen. Ik wil gewoon een antwoord op mijn vragen, meer niet. En wie weet, misschien, is dat het puzzelstukje dat ik al zo lang lijk te missen in mijn leven. Misschien heb ik dan niet langer het gevoel dat er iets aan me ‘ontbreekt’.

 

Mijn zus was streng voor me, bekristiseerde me en maakte rotopmerkingen. Alsof ze niet wilde dat ik gelukkig was.

Mijn halfzus hield ze wél


De relatie met mijn zus is nooit goed geweest. Als kind al klikte het niet tussen ons, en nadat mama en papa het nieuws aan mij hadden verteld, verbeterde onze band niet. Integendeel. Tweeënhalf jaar na mij kreeg ze nog een dochter, mijn nichtje, of beter: mijn halfzus. Die besloot ze wel te houden en dat doet me pijn. Ja, ik mocht opgroeien in een warm nest, en ja, ik hou ontzettend veel van mijn ouders. Maar waarom besloot mijn zus wél voor mijn nicht te zorgen en niet voor mij? Was ik dan niet de moeite waard? Bovendien heb ik altijd het gevoel gehad dat ze extra streng voor me was. Alsof ze me niet gelukkig wilde zien. Deed ik iets goed, of gebeurde er iets positiefs in mijn leven, dan was ze de eerste om me te bekritiseren of een rotopmerking te geven. Maar het echte dieptepunt kwam er een paar jaar geleden. We hadden nog maar eens ruzie, omdat ik vond dat ze onrespectvol was tegenover mama, toen ze zomaar, uit het niets, riep dat ik het gevolg ben van een verkrachting. Dat ik niet moest denken dat ik een happy leventje kon leiden. Ik stond perplex. Waarom zei ze zoiets? Is het waar? Of wilde ze me gewoon pijn doen? Het is haar in elk geval gelukt, ik heb nog steeds erg moeilijk met die uitspraak.

Ik doe niet veel moeite meer om onze band te verbeteren. De ‘sorry’ waar ik lang op heb gehoopt, is er nooit gekomen.


Intussen is mijn zus de veertig gepasseerd en ligt haar drugsverleden al lang achter haar. Ze heeft een deftige job en een vaste vriend. Een tijdlang hebben we geprobeerd wat meer samen op te trekken, maar altijd opnieuw volgt er ruzie. Na die opmerking over de verkrachting heb ik haar een paar jaar genegeerd, maar dat kon ik niet volhouden. Niet omdat ik haar die uitspraak heb vergeven, helemaal niet, maar ze blijft tenslotte mijn zus. Ik kan moeilijk verwachten dat ze wegblijft bij mijn ouders, ondanks alle leed dat ze ook hen heeft berokkend. Af en toe zie ik haar nog, maar over de verkrachtingsuitspraak hebben we het niet meer gehad. Alweer een onopgeloste vraag in mijn leven, alweer iets dat ik niet weet. Intussen doe ik ook niet veel moeite meer om onze band te verbeteren. De sorry’ waar ik zo lang op heb gehoopt, is er nooit gekomen. Ze begrijpt ook niet dat ze iets heeft misdaan. Sinds een jaar woon ik samen met mijn vriend, maar ons appartement heeft ze nog nooit gezien. Haar uitnodigen doe ik niet. Mijn nicht zie ik wel af en toe. We zijn een tijdlang ook heel close geweest, maar hechte vriendinnen zijn we intussen niet meer. Ze begrijpt me ook niet helemaal, want ze kent mijn zus uiteraard alleen als mama. En voor haar heeft ze destijds wél gekozen.

Een handvol vriendinnen


Tijdens mijn puberteit begon ik mijn vriendinnen steeds meer te claimen. Ik beschouwde hen als mijn zussen. Die aanhankelijkheid had een averechts effect, natuurlijk, want ik verstikte hen gewoonweg. Ik vertrouwde hen te veel, leunde helemaal op hen. Het heeft lang geduurd, maar een paar jaar geleden ben ik me dat keihard gaan realiseren toen een van mijn beste vriendinnen me liet vallen. Dat was zwaar, de klap was groot, maar het heeft mijn ogen geopend. Misschien heeft die aanhankelijkheid ook te maken met mijn problemen, ik weet het niet. Gelukkig heb ik nog vriendinnen, maar die kan ik tellen op één hand.

Ook thuis heb ik het flink bont gemaakt in mijn puberteit. Ik ben ongelooflijk gemeen geweest tegen mijn ouders, heb hen vaak het bloed van onder de nagels gehaald. Ik heb geëxperimenteerd met drugs, ben dagenlang tot ’s morgensvroeg op stap geweest. En toch zijn mama en papa er altijd voor me geweest, zijn ze me ondanks al mijn rebellie blijven steunen. Intussen ben ik veel rustiger, hoor. Ik heb een hogeschooldiploma op zak, een goeie job en een fantastisch lief. Hij is er altijd voor me, staat me bij met raad en daad en begrijpt me als geen ander.

Zo veel vragen


Het moeilijkst aan de hele situatie blijft het feit dat iedereen rond mij zo lang zoiets belangrijk voor me heeft verzwegen. Onze familie is groot, we zijn altijd hecht geweest en iedereen was op de hoogte, maar ik wist van niks. Dat heeft mijn vertrouwen in mensen zwaar geschaad. Nog altijd heb ik het gevoel dat er dingen zijn die ik niet weet, die voor me worden verzwegen. Dat is ook zo, want het kán toch niet dat niemand weet wie mijn vader is? En wat met dat verkrachtingsverhaal? Klopt dat? Of zei mijn zus dat alleen maar om me te kwetsen? Geen wonder dat ik zo in de knoop lig met mezelf, zo weinig zelfvertrouwen heb. Eén keer ben ik gaan praten met een psycholoog, omdat mijn vriend daarop aandrong. Hij ziet hoe moeilijk ik het heb, hij leeft elke dag met me samen. Maar na dat ene bezoek ben ik niet meer teruggegaan. Zo’n visite is niet alleen duur, ik durf mezelf ook niet helemaal open te stellen. Als puber heb ik nog wel eens voorgesteld aan mijn ouders om te gaan praten met iemand. Maar mama zei dat ik toch ook met hen kon praten? Dat ze er toch ook voor me waren? Dat weet ik wel, maar ze begrijpen mijn twijfels en vragen niet. Vooral mama begrijpt niet waarom ik het zo moeilijk heb. Alsof ze denkt dat ik haar liefde in twijfel trek. Terwijl dat er helemaal niets mee te maken heeft. Aan de liefde van mijn ouders heb ik geen moment getwijfeld, daar heb ik ook nooit reden toe gehad. Maar mijn adoptieverhaal heeft wél een enorme impact gehad op hoe ik me voel, op wie ik ben. Ik durf er nu niet meer over te beginnen, ook niet over de vele vragen die ik nog heb. Als ik zie hoeveel pijn ik mama daarmee doe, dan is die stap zetten me te veel. Ik wil haar niet kwetsen. Niet na alles wat ze voor me heeft gedaan. Soms denk ik; hadden ze het maar nooit gezegd. Mijn leven was zo mooi, zo goed voordien. Maar het adoptienieuws zou vroeg of laat aan mijn oren gekomen zijn. Ze konden niet anders, dat weet ik. Al had ik misschien, heel misschien, toch liever nog wat langer in die mooie cocon geleefd.

 

 
Lees meer straffe verhalen:


 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '