Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Leen Van den Meutter

'In enkele weken verloor ik alles: mijn carrière en appartement, mijn partner en dromen.'

Naomi’s (26) broer werd vermoord én er werd een hersentumor bij haar vastgesteld

De redactie

Wie ernstig ziek is of een trauma meemaakt, wens je niet nog meer leed toe. Toch is dat net wat lezeres Naomi (26) overkwam. Naomi was dertien toen haar broer werd vermoord, een trauma dat voor altijd zijn sporen nalaat. In 2016 werd ook een hersentumor vastgesteld, waardoor Naomi in enkele weken bijna alles verloor.


‘Ik heb soms het gevoel dat ik voor het ongeluk werd geboren. Ik ben nog geen 27, maar ik heb al veel miserie meegemaakt. Het begon allemaal op mijn 13de, toen mijn broer Steven werd vermoord door een vriendin, een zaak die bekendstond als ‘de gaspedaalmoord’. Na een discussie tijdens het uitgaan werd Steven opzettelijk door haar aangereden. De klap was enorm: mijn broer vloog met zijn hoofd door de achteruit van een geparkeerde wagen, met als gevolg dat hij hersendood was. Na de feiten vluchtte die vriendin met alle inzittenden van de wagen weg, alsof er niets was gebeurd. Mijn broer was het zonnetje van de familie. Hij had veel vrienden, was altijd goedlachs en speelde bij het nationale ijshockeyteam. Toen zijn leven werd ontnomen, stierf ons gezin ook voor een stuk. Als tiener zag ik mijn ouders alleen maar huilen. Die mensen zijn tot op vandaag gebroken. Ze krijgen hun zoon nooit terug. Mijn broer komt nooit meer thuis, en die realiteit is verschrikkelijk.’

Keihard werken om te vergeten


‘Na zijn dood raakten wij als gezin verzeild in een media- en gerechtscircus. Er volgde een rechtszaak, maar we gingen elke keer in beroep omdat de strafmaat zo licht was. Ze kreeg uiteindelijk vier jaar, maar kwam na acht maanden vrij, wat nog steeds een keiharde slag in ons gezicht is, want haar leven gaat verder, en dat is zo oneerlijk (boos)! Sinds de moord op Steven heb ik altijd het gevoel gehad dat ik heel sterk moest zijn. Ik wilde mijn ouders niet tot last zijn, want zij hadden al genoeg aan hun hoofd.’

Toen zijn leven werd ontnomen, stierf ons gezin ook voor een stuk. Als tiener zag ik mijn ouders alleen maar huilen.


‘Ik heb de moord op mijn broer altijd verdrongen. Ik deed alsof het niet was gebeurd. Ik smeet me op school en daarna ook op mijn carrière. Als student was ik een werkpaard. Ik begon onder aan de ladder en verkocht ‘s nachts hamburgers in een discotheek in het Antwerpse, waar ik me opwerkte tot eventmanager. Enkele jaren later startte ik in de mode-industrie, een branche met veel stress, hoge werkdruk en tal van overuren. Zo werkte ik meer dan zestig uur per week. Ik overleefde op koffie en water omdat ik geen tijd kreeg om pauze te nemen, en als mijn resultaten tegenvielen, werd ik op het matje geroepen. De werkdruk eiste zijn tol. In mijn vrije tijd was ik vaak te moe om nog leuke dingen te doen met mijn vriend, met wie ik samenwoonde. Ik was niet meer de leukste thuis. Ik was altijd kwaad en kon niets meer verdragen, en dat reageerde ik af op Glenn. Tijdens een zeldzaam avondje uit kreeg ik een heel raar gevoel in mijn hoofd. Het voelde aan alsof mijn hersenen niets meer wilden verwerken. Een gesprek voeren was niet meer mogelijk.’

Ondraaglijke hoofdpijn


‘De volgende dag was het valentijn en wilde ik mijn vriend verwennen met een Italiaanse avond, maar ik had nog steeds hoofdpijn. Ik was ook misselijk en kon mijn lichaam moeilijk bewegen. Dat gevoel bleef aanhouden, waardoor ik besloot om naar de dokter te gaan. ‘Naomi, je hebt een burn-out’, zei hij. Ik kreeg een maand rust voorgeschreven, maar nog geen dag later werd de hoofdpijn ondragelijk. Ik reed naar spoed, waar ze me met rollende ogen aankeken. Ze wilden geen scan nemen omdat ik geen lichamelijke symptomen had. Ik was kwaad en zei dat het mijn recht was om te weten of alles oké was. Uiteindelijk kreeg ik mijn zin. Ik werd naar de scanner gevoerd, en toen ging het plots heel snel.’

Mijn honden toveren altijd een lach op mijn gezicht, net als mijn familie. Zonder hen had ik het niet gered.


‘De neuroloog zei dat ik een ernstige hersenbloeding had, maar na amper twee dagen werd ik ontslagen uit het ziekenhuis, zonder uitleg of meerdere testen. Wekenlang lag ik thuis in de zetel. Die hoofdpijn verdween maar niet en ik had moeite met dagelijkse zaken. Ik kon me niet meer wassen. Ik wist niet meer hoe het koffiemachine werkte en zette de afwas in de koelkast. Mijn vriend moest werken om ons appartement te kunnen betalen. Ik voelde me als partner verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat hij ‘s avonds lekker eten had, maar zelfs dat lukte niet. Hoewel ik genoeg rustte, ging het steeds slechter met me. Ik zocht verdere hulp en kwam terecht bij dokter Dua van Topdokters, die vaststelde dat ik een hersentumor had aan de linkerkant van mijn hoofd.’

Wie ben jij?


‘Tussen de periode van diagnose en operatie liep het mis tussen mij en mijn vriend. Glenn begon me te mijden en kwam soms niet naar huis. De situatie was te confronterend voor hem. In enkele weken verloor ik alles: mijn carrière en appartement, mijn partner en dromen. De tumor werd op 12 april 2016 verwijderd. Na de operatie dacht ik dat het was afgelopen, maar er bleek mentale schade te zijn, en ik ging dus nog niet meteen naar huis. Ik verbleef acht maanden in een revalidatiecentrum, waar ik bijna alles opnieuw moest leren. We zijn al meer dan anderhalf jaar verder, maar mijn leven ziet er totaal anders uit. Een hersenletsel draag je voor de rest van je leven. Ik ben altijd moe en ik heb altijd hoofdpijn. Een sociaal leven heb ik niet meer. Ik ben blij als de dag erop zit. Ik kruip om 20u in mijn bed en slaap dan twaalf uur, maar ik moet dutjes doen om de dag te overbruggen. Als ik vier uur wakker ben, is mijn batterij op.’

‘Wie ben jij? denk ik vaak als ik in de spiegel kijk. Dat mag je niet onderschatten, want na zoiets ben je een ander mens. Personen die ik vroeger goed kende, doen tegenwoordig alsof ik een wildvreemde ben of lopen me gewoon voorbij. Doen ze dat omdat ze niet weten hoe ze moeten reageren? Het overkwam mijn ouders ook toen Steven stierf. Dat is jammer, want dan word je eigenlijk twee keer gestraft. Mijn echte vrienden kan ik nog op één hand tellen. Gek hoe het leven soms loopt... Mijn carrière moest ik opgeven, want mijn lijf wil niet meer mee. Ik werk nog wel, maar slechts tien uur per week en van thuis uit: administratief werk voor een verhuisfirma. Ik ben blij dat ik deze job heb, maar het is niet het plaatje dat ik voor ogen had. Ik krijg daarnaast nog een kleine invaliditeitsuitkering, maar ook dat is niet voldoende om financieel op eigen benen te staan. Ik woon dus noodgewongen bij mijn ouders.’

What’s next?


‘In mijn hoofd ben ik nog steeds dezelfde persoon. Ik wil mijn dromen nastreven, maar ik voel me gevangen en beperkt. Toch probeer ik mijn hoofd niet te laten hangen. Ik heb een hekel aan medelijden en trek me op aan alles wat ik nog wél heb. Sinds een tijd vang ik Spaanse windhonden op. Ik maak hen sociaal, tot ze klaar zijn voor adoptie. Die beestjes toveren altijd een lach op mijn gezicht, net zoals mijn familie. Zonder hen had ik het niet gered. Ik hoop dat we van verder leed worden bespaard, al is die angst er altijd. What’s next?’

Interview: Marijke Clabots

Foto’s: Leen Van den Meutter


 

Lees ook: 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '